Hoe marathonlopers de best verdienende sporters in de atletiek werden
De marathonwereld is in de ban van die eerste race onder de 2 uur. Niet onmogelijk, maar daarvoor is wel geld nodig. En dat heeft de marathonwereld de laatste tijd.
De marathon was lang het terrein van de fanaten: heroïsch maar niet bijster populair. Zijn populariteit kelderde helemaal in de jaren negentig, niet toevallig omdat blanke atleten er door de opkomst van de Oost-Afrikanen niet meer aan te pas kwamen. Ironisch genoeg zijn het vandaag blanke atleten die er zelfs niet van dromen om te winnen, die de marathon omhoogstuwen. Marathonlopen is in korte tijd een florerende business geworden, dankzij een perfect huwelijk tussen prof- en amateursport: de World Marathon Majors. Tokio, Londen, Berlijn, New York, Chicago en Boston organiseren ieder jaar een stadsmarathon met een veertigtal profs en tienduizenden amateurs.
De amateurlopers zijn doorgaans hoogopgeleid, vermogend, gemotiveerd en alles waar marketeers van dromen. Zij betalen fors om hun sportdroom te mogen beleven. Deelnemen aan de marathon van New York kost 295 dollar (307 euro) voor Amerikanen en 358 dollar (372 euro) voor buitenlanders. Doe dat maal 50.000 entreebewijzen, die in een oogwenk uitverkocht zijn, en u weet dat de organisatie nog voor de start miljoenen in kas heeft. De sponsors vechten om die pot nog te mogen aandikken.
Wie veel geld heeft, kan veel uitdelen. Een marathontopper verdient al gauw 250.000 euro wanneer hij op een World Marathon Major aan de start verschijnt, en het prijzengeld is evenmin te versmaden. Het maakt dat marathonlopers tegenwoordig de best verdienende sporters in de atletiek zijn. De Majors zijn nu hun aanzienlijke fondsen aan het inzetten in de jacht op een wereldrecord onder de twee uur.
Lees meer over de race naar de eerste marathon onder de 2 uur in Knack of in de Plus-zone.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier