Het kippenvelmoment voor tienkamper Hans van Alphen: ‘Ik brak zes persoonlijke records’

Hans van Alphen. © belgaimage
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Tienkamper Hans van Alphen kraakte zijn trainingsmakker.

Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun strafste sportherinnering.

Als jonge atleet droomde ik van één ding: ooit wil ik schitteren in Götzis. Dat onooglijke dorp in Oostenrijk is het mekka van de tienkamp. Het stadion is klein, maar het decor midden in de bergen beneemt je de adem. De supporters verzamelen op een grasberm naast de piste, waar ze wild zwaaien met vlaggen en spandoeken. Een kennerspubliek dat tienkampers behandelt als supersterren.

2012 werd mijn jaar. Na de eerste dag stond ik zowaar aan de leiding, in een nochtans bijzonder sterk deelnemersveld. Om de overwinning ging het tussen mij en mijn Nederlandse trainingsmakker Eelco Sintnicolaas. Het reisbudget is beperkt in de tienkamp: Eelco en ik deelden een hotelkamer. Hij lag in het kingsize bed, ik op een plooibedje in het voorportaal. ‘Kruip maar weer in je hondenhok’, plaagde Eelco toen hij het licht uitdeed. Waarop ik: ‘Als leider in de competitie heb ik recht op het grote bed, vind je niet?’

Eelco kwam aan de leiding na het polsstokspringen. Ik pakte terrein terug bij het speerwerpen, dus het kwam neer op de 1500 meter, het slotnummer van de tienkamp. Ik wist wat ervan afhing en heb mezelf ingepeperd: ‘Dit geef je niet meer uit handen, Hans.’ Als lopers waren Eelco en ik elkaar waard, maar ik vermoedde dat ik hem qua uithouding de baas was. De opeenvolging van proeven verteerde ik beter en die troef speelde ik ten volle uit. Ik legde een verschroeiend tempo op, tot Eelco kraakte. Hij eindigde met 8506 punten, ik met 8519: een verschil van niks.

In Götzis brak ik zes persoonlijke records. Het kwam dicht bij mijn perfecte tienkamp. Twee maanden later begonnen de Olympische Spelen van Londen. Natuurlijk droomde ik van een olympische medaille: wie wint in Götzis hoort bij de wereldtop. Aan de twee Amerikanen was niks te doen, maar brons had gekund. Een magistrale speerworp van de Cubaan Leonel Suarez, die ik in Götzis nog had geklopt, besliste er anders over. Maar ik heb geen spijt. In 2008 gaf ik in Knack een van mijn eerste grote interviews. Jullie journalist vroeg wat ik wilde bereiken in mijn carrière. Ik antwoordde: ‘Top vijf op de Spelen en ooit 8500 punten halen op de tienkamp.’ Die doelen zijn afgevinkt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content