Gevraagd: meer geld voor de Vlaamse sportclubs

© ANP / Caspar Huurdeman Fotografie
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

0,3 procent van de uitgaven van de nieuwe Vlaamse regering gaat naar het beleidsdomein sport. Dat vindt Pieter Hoof, algemeen directeur van de Vlaamse Sportfederatie, te weinig.

Toen Atletiek Vlaanderen in oktober 2024 zijn centralisatieplan ontvouwde, was ‘besparen’ het ordewoord. Van 2019 tot 2023 had de Vlaamse atletiekbond vijf jaar op rij verlies gemaakt, voor in totaal 278.000 euro. In het jaar 2024 zal er door een bijdrage aan de nationale bond Belgian Athletics weer een licht verlies geboekt worden, ondanks een extra bijdrage van de atletiekclubs. Ook de Vlaamse Zwemfederatie moest ingrijpen om de verliezen van 2021 en 2022 (samen 565.000 euro) te stoppen. Ze verdubbelde onder meer het lidgeld, waardoor de jaarrekening van 2023, en wellicht ook die van 2024, weer licht positief was.

Andere unisportfederaties met een topsportwerking hadden het sinds de coronapandemie ook moeilijk: Voetbal Vlaanderen draaide in 2023 en 2022 break-even, na een verlies van 624.000 euro in 2021. Paardensport Vlaanderen eindigde over de drie boekjaren 55.000 euro in het rood, de Vlaamse Gymfed 93.000 euro, Badminton Vlaanderen 145.000 euro en Sneeuwsport Vlaanderen 231.000 euro. Bij Volley Vlaanderen is de situatie zelfs dramatisch: 1,3 miljoen euro verlies. Cycling Vlaanderen en Wind en Watersport Vlaanderen hielden de balans zo goed als in evenwicht (een miniem verlies van 2000 euro en een kleine winst van 5000 euro). Vier andere sportbonden boekten wel mooie winstcijfers: de Vlaamse Hockey Liga 127.000 euro, Golf Vlaanderen 341.000 euro, Basketbal Vlaanderen 628.000 euro en Tennis en Padel Vlaanderen 1,18 miljoen euro.

Meer kosten

Negen van die veertien federaties maakten dus tussen 2021 en 2023 verlies, van heel weinig tot heel veel. De totale balans van die veertien bonden is min 774.000 euro. Naar een verklaring voor de rode cijfers hoeven we volgens Pieter Hoof, algemeen directeur van de Vlaamse Sportfederatie, niet ver te zoeken: ‘Door de hoge inflatie zijn de algemene kosten de laatste jaren flink gestegen. Net als ons ledenaantal: plus 18,7 procent van 2014 tot en met 2023, tot 1,44 miljoen leden. Ook het takenpakket is toegenomen, onder meer op het vlak van een veilig sportklimaat, met verplichte aanspreekpunten integriteit (API). Dat kost allemaal meer geld, maar onze financiële middelen zijn niet evenredig gestegen.’

‘Atletiek Vlaanderen wil geen financieel verlies meer lijden. Dat is niet ‘toxisch’, maar noodzakelijk en verstandig’

Dat bevestigt Bart Van Opstal (Vlaams Belang), voorzitter van de commissie Sport in het Vlaams Parlement. ‘Het aandeel van sport in de Vlaamse begroting daalt. In 2017: 0,37 procent. In 2025: 0,30 procent, of 199 miljoen op 66 miljard euro. Het is wel 4,6 miljoen meer dan in 2024, maar dat is louter de indexering van de lonen. Ook het aandeel voor topsport stijgt niet. Dat blijft 30 miljoen euro, na weliswaar een flinke stijging in de vorige bestuursperiode (plus 30 procent nvdr).’

Groot contrast

Volgens Pieter Hoof is het contrast met het nieuwe Vlaamse regeerakkoord groot. ‘Dat bevat een recordaantal pagina’s en woorden gerelateerd aan sport. Naast 6 miljoen euro per jaar voor renovaties van zwembaden wil de Vlaamse regering 5 procent meer leden bij de sportclubs en federaties creëren, en de topsportindex met 10 procent doen stijgen. Wij juichen die ambities toe, maar dan moet je meer middelen vrijmaken voor de werking van de federaties. Wij hebben in een eerste gesprek met de nieuwe minister van Sport Annick De Ridder (N-VA) de noden aangekaart. Er zijn geen beloftes gemaakt, maar we hopen op meer.’

25 afspraken om naar uit te kijken in het sportjaar 2025

Hoof heeft begrip voor de budgettair moeilijke tijden, maar wijst op de return van elke geïnvesteerde euro in sport. ‘In 2021 heeft Deloitte becijferd hoeveel sporten in clubverband opbrengt. Voor de Vlaamse economie is dat twee miljard euro per jaar. Wat betreft fysieke en mentale voordelen, door minder ziekteverzuim, lagere gezondheidskosten, verhoogde arbeidsproductie, gaat het om anderhalf tot twee miljard euro. Elke euro die wordt besteed aan sport levert 1,8 tot 2,5 euro aan sociale return op.’

Bart Van Opstal wijst er ook op dat er meer geld voor de sportfederaties nodig is, onder meer om kinderen meer te doen sporten. ‘Uit een recent onderzoek van Sciensano blijkt dat slechts 31 procent van de kinderen van drie tot negen jaar voldoende beweegt, bij de adolescenten is dat zelfs maar 19 procent. Bij mensen met een beperking zijn de cijfers zelfs nog slechter: een derde van hen sport nooit, onder meer omdat het voor hen te duur is of de activiteit onbereikbaar is. De paralympische topsportindex is na jaren van stijgen ook opnieuw gedaald naar het niveau van 2019. Volgens G-Sport Vlaanderen is die trend niet omkeerbaar met de huidige middelen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content