Jonas Creteur
‘Als ouders huiveren bij de gedachte dat hun kind wil beginnen te koersen, heb je als sport een groot probleem’
Duizenden koersliefhebbers huilden mee met Wout van Aert en Jasper Stuyven na hun zware val in Dwars door Vlaanderen. ‘Een race-incident zoals er veel gebeuren’, klinkt het. Toch is het wielrennen, alweer, aan bezinning toe.
Er bestaat in de sport geen akeliger geluid dan dat van een renner die na een zware val kermt en schreeuwt. Tijdens Dwars door Vlaanderen ging het weer door merg en been. Van Wout van Aert, die naast de eveneens verhakkelde Jasper Stuyven, Biniam Girmay en co, op de ruwe Ninoofsesteenweg zat met een afschrikwekkende opengereten rug. Huilend van de fysieke pijn, maar evenzeer – en misschien nog meer – door het mentale leed. Weg was het doel om de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix te winnen. Weg was de maandenlange, maniakale voorbereiding waardoor hij even scherp stond als in zijn allerbeste dagen in de Tour de France.
Wekenlang had hij daarvoor zijn gezin moeten missen, hoog op de Teidevulkaan van Tenerife. Toen we Van Aert hoorden kermen en wenen, moesten we dan ook denken aan de posts die hij tijdens zijn stage op Instagram had gezet. Met de knutselwerkjes die hij van zijn zoontjes had meegekregen, en waarvan hij de dagen moest afknippen. ‘Nog elf nachten slapen en dan komt papa thuis’, was zijn boodschap aan Georges en Jerome.
Een week nadat hij is thuisgekomen, slaapt hij echter weer niet in eigen bed, bij Sarah en zijn zoontjes. Wel in het ziekenhuis van Herentals, met een gebroken sleutelbeen, een gebarsten borstbeen, zeven gebroken ribben en talloze schaafwonden. Tegen de fysieke pijn zal morfine helpen, tegen de mentale pijn niet. De gedachte of al die opofferingen en al die risico’s het allemaal waard zijn, zal ongetwijfeld even door zijn hoofd spoken.
Tot de onblusbare ambitie binnen enkele dagen en weken allicht weer de bovenhand zal nemen. En Van Aert weer zal toeleven naar een volgend doel, de Giro – als hij die nog haalt – of anders de Olympische Spelen. Want dat zijn wielrenners: vele keren vallen, evenveel keer opstaan, en weer doorgaan. Tot de koord – bij de ene vroeger dan de andere – definitief knapt. Intussen geven ze nooit toe aan de schrik, terwijl die er heus wel is.
Inherente risico’s
Wie echter angst heeft en minder risico’s wil nemen, komt er op het hoogste niveau niet aan te pas. En dus was er niet toevallig veel gelatenheid in het peloton na de massale val tijdens Dwars door Vlaanderen. Zelfs bij Visma-Lease a Bike klonk het zowel bij renners als ploegleiders dat het een ‘race-incident’ was geweest. ‘Brute pech.’ ‘Een koerssituatie, die gebeurt zolang het wielrennen bestaat’.
🚴🇧🇪 | De herhaling van de vreselijke valpartij in Dwars door Vlaanderen. Wout van Aert lijkt als eerste tegen het asfalt te gaan en is inmiddels ook afgestapt… #DDV24
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) March 27, 2024
📺 Koers kijk je op discovery+ pic.twitter.com/1lTp53B4AN
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Kortom: inherent aan de risico’s die bij de sport horen. Zeker wanneer je met een pelotonnetje tijdens een razende afdaling moet drummen voor een goeie positie richting een smal weggetje, zoals naar de voet van de Kanarieberg in Dwars door Vlaanderen. Nota bene de exacte situatie die Van Aert onlangs had aangegeven bij een enquête van Het Laatste Nieuws, over onder meer de gevaarlijkste afdalingen in de Vlaamse Ardennen. Ironisch genoeg ging hij daar met bijna zeventig kilometer per uur tegen de grond, omdat hij in het gedrum het achterwiel van een ploegmaat raakte.
Nochtans had Flanders Classics, de organisator van Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen, nog maar pas aangekondigd dat de Kanarieberg uit ‘Vlaanderens Mooiste’ zou verdwijnen. Zodat de renners geen risico’s meer zouden kunnen nemen richting de voet van de helling.
Een lovenswaardige beslissing, niet toevallig van een koersorganisator die van veiligheid een prioriteit maakt en op velerlei vlakken (afleidingen voor motoren, meer signalisatie, de introductie van de Boplanstootkussens en -totems) een pionier is. Dat gaf Van Aert in de enquête van HLN ook aan: ‘Qua preventie zijn de Vlaamse koersen de veiligste.’
Nervositeit ook in kleine koersen
Helaas werd Flanders Classics ‘ingehaald door de actualiteit’, zoals CEO Tomas Van Den Spiegel het omschreef. Zijn uitleg over waarom de Kanarieberg niet werd geschrapt in Dwars door Vlaanderen hield echter weinig steek. ‘De Ronde is nog groter, belangrijker en sneller. Er heerst nog meer druk, en dus wordt er nerveuzer gekoerst. In Dwars door Vlaanderen waren er in het verleden geen valpartijen in die afdaling, in de Ronde wel, zoals vorig jaar met Biniam Girmay.’
De Ronde is inderdaad belangrijker, maar daarom is de nervositeit in de kleinere koersen niet minder. Zie naar Nokere Koerse, waar er, ondanks verschillende parcourswijzigingen, nog altijd veel gevallen wordt. Élke wedstrijd is tegenwoordig belangrijk en dus gevaarlijk, want in de kleinere races ruiken ook de mindere goden van het peloton hun kans. En dus nemen ook die (meer) risico’s.
Mix dat met een nog offensiever koersgedrag van het peloton, met nog meer straatmeubilair, met een grote druk vanuit de ploegwagens en de media en je krijgt een gevaarlijke cocktail. ‘Daar gaan we in de toekomst rekening mee houden’, aldus Van Den Spiegel. ’99 procent zeker geen Kanarieberg volgend jaar in Dwars door Vlaanderen’ – helaas te laat voor Van Aert en Stuyven.
Schade aan product
Toch is het te makkelijk om nu te schieten op Flanders Classics. Daarvoor is hun veiligheidspalmares te groot. Maar dat betekent niet dat het wielrennen weer tot de orde van de dag mag overgaan, wachtend op de volgende massale crash. En in het ergste geval de volgende dode, een nog veel groter drama dan wat in Dwars door Vlaanderen gebeurde.
Ja, je kan nooit alle gevaar bannen, en ja, renners zullen hun sleutelbenen blijven breken, maar de risico’s tot een minimum herleiden moet prioriteit nummer één zijn en blijven. Dat doe je door nog meer gevaarlijke punten uit koersen te halen. Door nog meer parcoursinspecties en signalisatie. Door strengere straffen als organisatoren, ploegleiders en renners zich niet aan de regels houden. Door bewustwordingscampagnes bij jonge coureurs en het publiek. En door in eigen boezem te kijken.
In dat opzicht is de sinds dit jaar nieuwe veiligheidsorganisatie SafeR, met vertegenwoordiging van renners, teams én de Internationale Wielerunie (UCI), een goed initiatief. Alleen moeten de maatregelen en resultaten ervan nog zichtbaar worden.
Als-ie maar geen coureur wordt
Los van het prioritaire doel, de veiligheid en gezondheid van de renners, staan velen te weinig stil bij de schade die zware valpartijen toebrengen aan het ‘product’ wielrennen. Niet alleen omdat de grootste wedstrijden zo sterren en duels missen, waar de fans zo naar smachten.
Ook omdat veel ouders na elke val, zeker van een bijzonder populaire vedette als Wout van Aert, zullen huiveren bij de gedachte dat hun jonge zoon of dochter wil beginnen te koersen. Om van het steeds gevaarlijkere dagelijkse verkeer maar te zwijgen als hun kinderen gaan trainen. Geef vaders of moeders maar eens ongelijk als ze denken: ‘Als-ie maar geen coureur wordt, ze rijden hem misschien half dood.’
Wielrennen is en blijft een wondermooie sport, waar wij ondanks alles zielsveel van zullen blijven houden. Maar als het kermen van de pijn zo luid blijft klinken, zal je nieuwe fans, jonge renners en hun ouders daar steeds minder van kunnen overtuigen. En dan heb je als sport, op korte en lange termijn, een groot probleem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier