ALS DE ROOK OM JE HOOFD IS VERDWENEN

© BELGAIMAGE

Afgelopen weekend stond met Schalke-Dortmund de grote Ruhrderby op het programma, volgende week spelen de twee clubs, 20 jaar na hun respectieve EC-winst, Europese kwartfinales. Ooit voetbalden zeven clubs uit het Ruhrgebied in de Bundesliga. Een reis door het mythische hart van het Duitse voetbal.

Voor wie vanaf Moers, een dikke twee uur rijden van Brussel, de Rijnbrug oversteekt, lijken de imposante fabrieken van Thyssen met hun enorme schoorstenen de toegangspoort tot het Ruhrgebied. Drie snelwegen doorkruisen de vijftig kilometer tussen Duisburg in het oosten en Dortmund in het westen: de A2, A40 en A42. Met de snelwegen die hen dwarsen van noord naar zuid vormen ze één kluwen, als één groot bord spaghetti. Door de enorme dichtheid van het wegennetwerk, de concentratie van bedrijven en de in elkaar overvloeiende steden en dorpen die wel één grote stad lijken, is het altijd en overal aanschuiven. Om ergens op tijd te geraken volstaat het om het dubbele van de voorziene tijd te nemen.

In de jaren vijftig vormde dit gebied met zijn ruim 5,5 miljoen inwoners het economisch kloppende hart van Europa, met het kwaliteitslabel ‘Made in Germany’ dat de jaren zestig en zeventig nog kenmerkte. Vandaag is dit de regio met de hoogste werkloosheid in Duitsland: 20 procent. Voetbalhoofdstad Dortmund is er het slechtst aan toe.

Ook op voetbalvlak was dit in de jaren vijftig en zestig het hart van Duitsland. Bij de oprichting van de Oberliga’s na de Tweede Wereldoorlog was de Oberliga West de sterkste van die deelcompetities. En liefst acht van de dertien clubs uit die Oberliga West waren afkomstig uit het Ruhrgebied.

Vandaag blijven op het hoogste niveau amper twee van de zeven Ruhrpott-clubs met een voetbalverleden in de Bundesliga over (zie kader). In 54 jaar Bundesliga werd slechts één club uit het Ruhrgebied kampioen: Borussia Dortmund, dat drie keer de titel vierde, maar wel 32 jaar moest wachten op een eerste Bundesligatitel nadat het in 1962/63 de allerlaatste ‘klassieke’ kampioen was geworden in Duitsland. Die andere grootheid uit het Ruhrgebied, Schalke, wacht sinds 1958 op een titel.

De oprichting van de Bundesliga (in 1963) en de invoering van het daaraan verbonden profstatuut luidden het einde van de glorieperiode van de clubs uit het Ruhrgebied in. Tot dan mochten de spelers maar 320 mark per maand (160 euro) verdienen. Het kwam er dus op aan de beste spelers te lokken met een goeie job en in de jaren vijftig en zestig bevonden de beste jobs zich in het economische hart van Duitsland. Met de invoering van profvoetbal hadden spelers steeds minder nood aan een extra job. Daarbij kwam dat vanaf de jaren zestig de sluitingen in mijnen en staalbedrijven de clubs die afhankelijk waren van lokale ondernemers flink pijn deden.

DUISBURG – KM 0 MSV DUISBURG

Derde klasse (3. Liga)

28 jaar Bundesliga (laatste seizoen: 2007/08)

Duisburg telt 490.000 inwoners

‘Waar ligt Meiderich eigenlijk?’, vroeg HSV-legende Uwe Seeler toen hij zich met Hamburg naar Duisburg begaf in het allereerste seizoen van de Bundesliga (1963/64). Het antwoord zou hij gauw krijgen, want Hamburg verloor met 4-0 van die onbekende club die zich bij de zestien gelukkigen had geschaard die dat jaar de aftrap mochten geven in de Bundesliga.

Vandaag voert de U-Bahn, die van Düsseldorf in het zuiden doorheen Duisburg loopt, ons tot het stadion van Meiderich. De bevolkingssamenstelling in de metro lijkt op die van Brussel. Alle kleuren, klederdrachten en religies zitten hier door elkaar.

Tot de jaren vijftig was Duisburg dé metropool in de regio. Van heinde en verre kwamen de inwoners naar de oude middeleeuwse havenstad, nog steeds de grootste binnenhaven van Europa, om te werken en zich te ontspannen. Vandaag trekken de inwoners van Duisburg, net als de rest van de Ruhrbewoners, naar Essen en Oberhausen en moet Duisburg op zoek naar een nieuwe identiteit. Het heeft wel wat weg van Charleroi, zegt Frank Switala, die voor de Dienst Toerisme werkt, onlangs nog Charleroi-burgemeester Paul Magnette op bezoek kreeg en terloops aangeeft dat zijn voetbalidool een Belg is: Jean-Marie Pfaff. ‘Omdat die humor in het voetbal heeft gebracht.’

Meiderich SV was oorspronkelijk een wijkclub uit het noorden van Duisburg en tot begin jaren zestig een van de vier clubs uit Duisburg die de Oberliga West bevolkten. In 1905 werd Meiderich bij de snel groeiende grootstad Duisburg gevoegd, maar het voelt zich nog altijd een eigen entiteit, zegt Switala. ‘Iemand uit Meiderich zegt vandaag nog altijd: ik ga naar Duisburg, terwijl hij toch in Duisburg woont.’

Vandaag is het stadion aan de Westender Strasse, waar Meiderich van 1924 tot 1963 voetbalde, het trainingscentrum van MSV Duisburg. Omdat het stadion, waar vaak 27.000 toeschouwers opdaagden, amper voorzieningen had, trok de stad Duisburg in het zuiden het Wedaustadion op, waar Meiderich SV in zijn allereerste jaar niet alleen Uwe Seeler maar bijna het hele deelnemersveld verraste.

Als versterking haalde trainer Rudi Gutendorf de speler die in 1954 de winnende treffer voor Duitsland had gemaakt in de WK-finale. Alleen had Helmuth Rahn, inmiddels al 34, twee problemen: één met timing en één met alcohol. Dus nodigde Gutendorf Rahn geregeld bij hem thuis uit. Op een dag meldde Rahn zich aan terwijl de trainer nog weg was. In Gutendorfs kelder vond hij een mooie wijnvoorraad. Toen Gutendorf thuiskwam, waren twee van zijn beste wijnflessen leeg en keek Rahn hem met een glazige blik aan.

Meiderich SV werd dat seizoen met zowat het kleinste budget van alle deelnemers herfstkampioen en het zou verrassend vicekampioen worden, na FC Köln. In 1967 veranderde het op vraag van de stad Duisburg, in ruil voor de zo benodigde financiële ondersteuning, zijn naam in MSV Duisburg.

Sportief en financieel was de club nooit een hoogvlieger. Toen dit blad in september 1998 het Sportpark Wedau bezocht voor een interview met toenmalig trainer Friedhelm Funkel kort voor Duisburg Racing Genk partij zou geven, vertrok de trainer na het gesprek naar België. Hij zou Genk scouten in Gent en… onderweg in Brussel een hotel zoeken. ‘De manager heeft daar geen tijd voor, die geeft les’, klonk het.

Sinds 2003 is het voormalige Wedaustadion niet langer een tochtgat met een sintelbaan, maar een moderne voetbalarena met een moderne sponsornaam: Schauinsland-Reisen-Arena. In mei 2013 ging MSV Duisburg failliet, maar het kon na massaal supportersprotest toch opnieuw aantreden in de derde afdeling, waar het na een korte heen en weer naar tweede klasse opnieuw speelt, met uitzicht op promotie.

DUISBURG – OBERHAUSEN 17 KM ROT-WEISS OBERHAUSEN

Vierde klasse (Regionalliga West)

4 jaar Bundesliga (laatste seizoen 1972/73)

Oberhausen telt 210.000 inwoners

Toen in het midden van de negentiende eeuw in Oberhausen een staalfabriek werd gebouwd, woonden in de omgeving amper 5000 mensen. Omdat er een station moest worden gebouwd om werknemers ter plaatse te brengen en goederen aan en af te slepen, was er een naam nodig. Die ontleende men dan maar aan het plaatselijke kasteel, Schloss Oberhausen, dat vandaag amper opvalt langs de invalsweg van de A42 naar het stadscentrum. Rond 1900 telde Oberhausen al 50.000 inwoners en vandaag is het met 210.000 inwoners niet langer een uit de kluiten gewassen dorp maar een grootstad. In 1969 kreeg het met de promotie naar de Bundesliga ook een grote club, maar beter dan een veertiende plaats zou Rot-Weiss Oberhausen het nooit doen. In 1973 zakte de ploeg definitief uit de hoogste klasse. Vandaag voetbalt het in het ouderwetse Niederrheinstadion in de Lindnerstrasse aan de afrit van de A40, in vierde klasse, waar het ondanks de vele Ruhrderby’s zelden 2000 kijkers lokt.

‘Het was nooit makkelijk om geld voor deze club te vinden en het wordt steeds moeilijker’, zucht voorzitter Hajo Sommers, die al aankondigde dat door het wegvallen van een hoofdsponsor het budget volgend seizoen terugvalt van 2,7 naar 2,3 miljoen. ‘Ons doel blijft uit vierde klasse promoveren. De vraag is alleen, met zo’n klein budget: wanneer? Volgend jaar of over twintig jaar?’

Aanschuiven is het in Oberhausen, na Kaiserslautern Duitslands armste stad, richting centrum naar het grote vrijetijdspark Centro, dat naast gastronomie alle vormen van ontspanning biedt, tot en met een fabuleus uitzicht op het hele Ruhrgebied vanop een honderd meter hoge oude gastank.

OBERHAUSEN – ESSEN 10 KM ROT-WEISS ESSEN

Vierde klasse (Regionalliga West)

7 jaar Bundesliga (laatste seizoen 1976/77)

1 landstitel

Essen heeft 580.000 inwoners

In het centrum van Essen staat een standbeeld van Alfred Krupp. Toen Krupp het bedrijf van zijn vader in 1826 in handen kreeg, telde het acht werknemers. Zestig jaar later waren het er 20.000 en had hij de grootste staalfabriek ter wereld. Vandaag is Essen, met 580.000 inwoners, na Dortmund de grootste stad in het Ruhrgebied.

Als een mes snijdt de A40 dwars door het stadscentrum van Essen, door zijn ligging het kloppende hart van het Ruhrgebied. Aan de noordkant ligt het armere stadscentrum, aan de zuidkant bevinden zich de meer welvarende wijken. In het noorden ligt het stadion van Rot-Weiss Essen, de arbeidersclub, in het zuiden dat van de meer burgerlijke club Schwarz-Weiss Essen, in 1958 nog Duits bekerwinnaar en ook de club waar onder meer Oliver Bierhoff en Jens Lehmann hun eerste voetbalschoenen versleten.

Naar aanleiding van zijn 110e verjaardag begin dit jaar voerde Rot-Weiss Essen een fake functionaris op met fake nieuws. Die kondigde in ware Donald Trump-stijl een verbod aan op het dragen van blauwe jeans bij thuiswedstrijden van Rot-Weiss en deelde mee dat er een muur zou gebouwd worden tussen Gelsenkirchen en Essen, twee aangrenzende steden die elkaar niet meteen liggen qua voetbalrivaliteit. Toen Schalke een paar jaar geleden een fanshop opende in een van Essens commerciële centra, omdat onderzoek had aangetoond dat veel Schalkefans in Essen woonden, kwam daar onmiddellijk protest tegen.

In het Ruhrgebied heet Rot-Weiss Essen nog altijd dé club te zijn die verwacht wordt op een dag in het spoor van Dortmund en Schalke te treden. In de jaren vijftig was Rot-Weiss Essen een topclub, nadat het in 1948 doorgedrongen was tot de hoogste klasse, Oberliga West. Allemaal de verdienste van één man, Georges Melches, die op tijd inzag dat de eerste naam van de voetbalclub, SV Vogelsheim, niet meteen een naam was waarmee je voorbestemd bent de geschiedenisboeken in te duiken. Melches speelde als eerste slim in op het maximumloon dat een voetballer voor de invoering van het profvoetbal met de Bundesliga in 1963 mocht verdienen: 320 mark of 160 euro. Dus bood Melches topvoetballers een extra weinig belastende job aan. Van de 21 spelers die in 1955 Duits kampioen werden, was meer dan de helft in zijn bedrijf tewerkgesteld. Het gevolg was dat Rot-Weiss Essen als allereerste Duitse club ooit Europees speelde, in de de eerste Europabeker voor Landskampioenen in 1955. Maar toen Melches een paar jaar na de landstitel ziek werd, nam niemand het van hem over en waren de hoogdagen voorbij. Ondertussen blijft Rot-Weiss al sinds 1978 van Bundesligavoetbal verstoken. In 2010 ging het failliet. Iedereen dacht dat de club dood was, maar voor de eerste thuiswedstrijd na de heropstart in vijfde afdeling daagden tot grote verbazing van de kassier 6000 fans op.

In 2013 kreeg de club in het noordoosten van de stad nog een fonkelnieuw stadion, net naast het vorige dat vandaag omgevormd is tot één grote parking. Van alle Duitse vierdeklassers heeft het de meeste toeschouwers (gemiddeld 7500), voor reeksgenoot Alemannia Aachen (7273) en Kickers Offenbach (4500).

ESSEN – GELSENKIRCHEN 13 KM SCHALKE 04

Bundesliga (sinds 1991)

49 jaar Bundesliga

7 keer kampioen

Gelsenkirchen telt 260.000 inwoners

In het Schalkemuseum in de Veltins Arena ligt een 45 toerenplaatje. Het heet ‘Blau und Weiss, Wie lieb Ich dich‘. Alleen klopt dat niet helemaal, want Schalke is niet altijd blauw-wit geweest. In het grote geschiedenisboek dat in de fanshop te koop ligt, staat duidelijk dat de scholieren die in 1904 de club in de toenmalige gemeente Schalke oprichtten, daarvoor de kleuren geel en rood kozen. Pas in 1924 werd voor blauw en wit geopteerd.

Er zijn voor de stadionrondleiding die dag een tiental geïnteresseerden opgedaagd, onder wie een familie uit Nürnberg. Die wil weten, als ze horen dat er ook een Belg aanwezig is, wat men in België van René Weiler vindt.

De Veltins Arena ligt evenmin als haar voorganger, het Parkstadion, in het stadsdeel Schalke, maar in een andere deelgemeente van Gelsenkirchen, Buer, drieënhalve kilometer voorbij de Glückauf-Kampfbahn. Dat is de plek waar de ziel van de blauw-witten klopt, waar nog altijd de oude hoofdtribune staat, naast een kunstgrasveld, en waar Schalke 04 alle zeven zijn landstitels behaalde. Toen de club in 1904 opgericht werd, was Schalke al een jaar zijn autonomie kwijt. In het clubmuseum ligt het contract waarbij de zelfstandige gemeente Schalke op 1 april 1903 opgaat in de stad Gelsenkirchen. Vandaag maakt de wijk Schalke, die aan Buer grenst, een grauwe indruk.

In 1973 werd met het oog op het WK’74 in Duitsland bijna vier kilometer verder van het centrum, bij de afrit van de snelweg, het Parkstadion opgetrokken, dat twee grote nadelen had: een sintelbaan eromheen en slechts één overdekte hoofdtribune. Vandaag staat er een hospitaal waar onder meer de medische keuring van de Schalkespelers gebeurt. Het veld wordt nog gebruikt voor gesloten trainingen. Een titel werd er nooit gevierd. In de allerlaatste wedstrijd voor het stadion dichtging, was het bijna zover. Op die middag in mei 2001 was Schalke vier minuten lang kampioen, tot Bayern op Hamburg in de extra tijd nog een doelpunt maakte.

Het maakt dat Schalke nooit kampioen werd sinds de oprichting van de Bundesliga 54 jaar geleden. De laatste titel dateert al van 1958. De hoofdprijs, een UEFA Cup, werd ver van huis gevierd, toen Inter in 1997 geklopt werd door Kampfschwein Marc Wilmots en co. Een jaar later zouden de Italianen in de kwartfinales van dezelfde beker wraak nemen door de Duitsers te kloppen én door de naam van de tegenstander fout te spellen: FC Schalcke 04 staat op de officiële wimpel die bij de aftrap werd overhandigd en die nu in het museum te bezichtigen is.

De Veltins Arena oogt ronduit indrukwekkend. Dat mag ook, voor een kostprijs van 191 miljoen euro. Opmerkelijk: de grasmat ligt buiten in zon en regen en wordt de dag voor de wedstrijd naar binnen geschoven. Dat duurt zo’n vier uur en kost 15.000 euro (en evenveel om de dag na de match weer naar buiten te rollen). Het grote voordeel: de mat heeft nooit gebrek aan zon en licht en regen, en moet dus niet één of twee keer per seizoen vervangen worden.

Behalve op wedstrijddagen is het dak altijd dicht. De tunnel waarlangs de spelers het veld op komen, ziet eruit als een gang in een kolenmijn, helemaal zwart, met nepsteenkool, om de spelers duidelijk te maken waar de ‘werkmansclub’ vandaan komt. En naast elke stoel op de eretribune staat – echt waar – een asbak. Dat kan alleen uit het brein ontsproten zijn van de man die het idee voor een fonkelnieuw stadion ontwikkelde: Rudi Assauer, onafscheidelijk van zijn zware sigaren. Assauer speelde nooit voor de blauw-witten, maar won als verdediger voor aartsrivaal Dortmund de Europabeker voor Bekerwinnaars in 1966. In de jaren tachtig was hij al eens manager op Schalke, begin jaren negentig werd hij teruggehaald en kreeg hij volmachten. Onder zijn leiding won Schalke de UEFA Cup, een aantal ereplaatsen en twee bekers, waarvan er één een deuk kreeg toen Assauer hem bij het feestvieren liet vallen. De formule van zijn succes? ‘Dit is niet FC Hollywood. Hier accepteert men niets wat niet met arbeid te maken heeft. Mensen willen inzet zien, hard labeur, de waarden waar ze in het dagelijkse leven zelf van moeten getuigen’, legde hij uit bij een biertje, toen dit magazine hem in 1997 interviewde.

In 2006 verdween de charismatische manager helemaal naar de achtergrond. Hij lijdt aan Alzheimer, maar bezoekt nog trouw de thuiswedstrijden van Schalke, samen met zijn dochter.

In principe is de Arena elke keer uitverkocht, maar dit seizoen gebeurde het al twee keer dat er slechts 58.000 toeschouwers opdaagden in plaats van de gebruikelijke 60.000.

Een nieuwe titel zit er dit jaar niet in, deelname aan de Champions League evenmin. Dat zorgt voor gemor. In zijn eerste seizoen als sportief directeur heeft Christian Heidel namelijk al 73 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe spelers en verfraaiing van de infrastructuur. Dat is bijna evenveel als zijn voorganger Horst Heldt in vijf jaar uitgaf: 82 miljoen. Dus concentreren de fans zich op de grootse herdenking van de 20e verjaardag van de winst tegen Inter in 1997. Overal in het Ruhrgebied hangen al affiches voor die gala-avond op 21 mei in de Veltins Arena.

GELSENKIRCHEN – WATTENSCHEID 9,5 KM SG WATTENSCHEID 09

Vierde klasse (Regionalliga West)

4 jaar Bundesliga (laatste seizoen: 1993/94)

Wattenscheid is een wijk van Bochum en telt 72.000 inwoners

De afrit die van de A40 naar het centrum van Wattenscheid voert, heet ‘Gelsenkirchen’. In 1975 werd de stad Wattenscheid met haar 72.000 inwoners bij Bochum gevoegd. Voorbij het stadion staat een mijnschacht. Vanaf de top van een mijnterril naast het stadion is net geen tien kilometer verder het gesloten dak van de Veltins Arena van Schalke te zien.

Vandaag is de stadionpoort van het Lohrheidestadion open. Op de atletiekpiste oefenen enkele vrouwen. Het is amper voor te stellen dat hier begin jaren negentig Bayern München een paar keer geklopt werd in een vol stadion.

De historische dag uit de clubgeschiedenis is 17 mei 1990. In die wedstrijd verzekerden ze zich van de historische promotie naar de Bundesliga, waar ze vier jaar zouden blijven. Vandaag prijkt Wattenscheid nog altijd helemaal bovenaan op een paar niet onbelangrijke lijstjes. Het heeft, zo leerde een enquête, het mooiste Duitse clublied: ‘Ess-Gee Wattenscheid 09’, ooit een schlager, nu door een stel oudere punkers van de Kassierern in een nieuwe versie opgenomen. Als de punkgroep op tournee is, krijgt ze overal te lande complimenten over haar afkomst, zegt zanger Wölfi Wendland.’Men zegt ons terecht dat wij het mooiste clublied en de beste braadworst in het stadion hebben. Helaas momenteel niet het beste voetbal. Maar je kunt niet alles hebben.’

WATTENSCHEID – BOCHUM-CENTRUM 13 KM VFL BOCHUM

2. Bundesliga

34 jaar Bundesliga (laatste seizoen 2009/10)

Bochum telt 365.000 inwoners

Ooit was Bochum het centrum van de steenkoolontginning in Duitsland. Nergens stonden er meer mijnschachten. In 1929 waren het er liefst zeventig, maar een mijnclub is VfL nooit geweest. Twee jaar nadat VfL Bochum in 1971 zijn Bundesligadebuut maakte, gingen de laatste twee mijnen dicht. Na de sluiting werd hier een grote Opelfabriek opgericht, waar op het hoogtepunt 22.000 arbeiders werkten. Eind 2014 liep de laatste auto van de band.

Troost biedt dan nog alleen het voetbal, maar echt jubelen was er nooit bij. Bochum draagt fier het jaar 1848 in zijn embleem, maar pas in 1938 ontstond de huidige voetbalclub uit een door de stad verplichte fusie van de drie toenmalige stadsploegen. Prijzen pakte VfL nooit in de 34 jaar op het hoogste niveau, maar na de vijfde plaats in 1996/97 mocht de grijze muis voor het eerst Europa in. Na Trabzonspor sneuvelde ook Club Brugge, vooraleer Ajax te sterk bleek. Een paar jaar later raakte het niet voorbij Standard in de eerste ronde.

VfL Bochum is de enige club in de regio met een eigen afrit op de snelweg: ‘Bochum-Stadion’. 600 meter verder al draai je via de rotonde de parking van het Ruhrstadion op, waar zestien betonnen pijlers onder de hoofdtribune beschilderd zijn met helden uit het verleden, veertien spelers en twee trainers. Niemand uit het afgelopen decennium. Kortom: een club die leeft met het verleden.

Het stadion is altijd een puur voetbalstadion geweest, waar traditioneel hoofdzakelijk inwoners uit Bochum zitten. Dat komt ervan als je een echte stadsploeg bent met een stadion in het stadscentrum, op amper 2,5 kilometer van de Willy Brandtplaats, het autovrije maar vrij tochtige en ongezellige plein aan het stadhuis. Meer rillingen zijn er wanneer voor de aftrap van thuiswedstrijden in het Ruhrstadion de Duitse zanger Herbert Grönemeyer de liefde voor zijn stad bezingt in ‘Bochum’, een nummer dat door het ganse stadion en met name door de Ostkurve voor elke thuiswedstrijd uit volle borst wordt meegebruld.

Sinds 2010 vegeteert de club in tweede klasse, waar ze troosteloos middenin staat en zelfs qua toeschouwersaantallen in haar reeks een middenmotor is.

BOCHUM – DORTMUND 17 KM BORUSSIA DORTMUND

Bundesliga (sinds 1971)

50 jaar Bundesliga

8 landstitels

Dortmund telt 586.000 inwoners

Een stadionbezoek? ‘Alleen als u vooraf gereserveerd hebt’, zegt de vriendelijke, maar kordate bediende in de geel-zwarte FanWelt. Niet dus, de veertig voorziene plaatsen zijn al ingenomen. Dat reserveren bij Schalke niet nodig was, ontlokt de mensen in het Dortmundmuseum een fijn lachje. Dat Borussia nog een andere dimensie heeft, blijkt ook uit een blik in de fanartikelencatalogus. Die van Schalke telt 150 pagina’s, die van Dortmund liefst 230. Er is zelfs een hele afdeling voor uw hond.

Dortmund heeft 145.000 leden, ongeveer evenveel als aartsrivaal Schalke en net iets minder dan FC Bayern, de club met de meeste leden in Duitsland.

Dortmund, helemaal aan de oostkant van het Ruhrgebied, oogt net als Duisburg en Essen echt als een stad. In december 2015 ging hier de laatste hoogoven dicht, waardoor de laatste 350 arbeiders van Hoesch-hoogovens hun job verloren. In 1965 werkten hier nog 48.000 mensen.

Aan de ingang van de Hoeschwerken ligt het Borsigplein. Hier ontstond op 19 december 1909 Borussia Dortmund toen een aantal rebellen zich losmaakten van de christelijke jeugdbeweging om een voetbalclub te stichten. Geel-zwarte fanatici stoten in het clubmuseum in het stadion op een akelige vondst. Bij het ontstaan waren de clubkleuren niet geel-zwart. Dortmund BVB voetbalde eerste in… blauw-wit gestreepte shirts met een rood lint van de arbeidersbeweging eroverheen, en in zwarte shorts. Pas vier jaar later in februari 1913, werden de kleuren citroengeel en zwart.

In de jaren dertig werd Dortmund door de overheid overgeplaatst van de grauwe arbeiderskant in het oosten van de stad naar het meer burgerlijke zuiden, waar het een nieuw stadion kreeg, de Rote Erde, waar BVB vanaf 1937 tot 1973 speelde en waar het in 1956 zijn allereerste titel pakte. Met zijn derde titel in 1963 was Dortmund de allerlaatste ‘oude’ kampioen, voor de oprichting van de Bundesliga in dat jaar. In zijn eerste Europese wedstrijden in 1956, in het tweede seizoen van de Europabeker voor Landskampioenen, had het tegen het bescheiden Spora Luxemburg een testmatch nodig om een ronde verder te geraken. Met het WK’74 in aantocht kreeg de club, die in 1966 als allereerste Duitse club een Europabaker won (het klopte in de finale Liverpool), net naast Rote Erde een nieuw stadion, het Westfalenstadion. In één klap verdrievoudigde het toeschouwersgemiddelde van 8900 naar 25.000.

Pas in 1996 behaalde geel-zwart als allereerste club uit het Ruhrgebied een Bundesligatitel. Er kwamen er nog twee bij, in 2002 en 2011. Schalke mag dan wel twintig jaar geleden de UEFA Cup hebben gewonnen en een paar bekers op zijn palmares hebben, vooralsnog blijft Dortmund de enige Ruhrpott-club die sinds de oprichting van de Bundesliga kampioen van Duitsland werd.

ICH DANKE SIE

Tussen het centrum van Bottrop en de A42 ligt Mitten im Pott, het vakantiedomein van Willi Lippens.In de gang naar de toiletten in zijn vleesrestaurant ‘Ich Danke Sie’ hangt een kader met een knalrood truitje met het nummer 70. Rot-Weiss Essen was er vorig seizoen zo erg aan toe dat de voorzitter bij wijze van stunt een spelerslicentie aanvroeg voor de intussen 70-jarige legende van de club. Vandaar ook het rugnummer. ‘Maar de trainer durfde me uiteindelijk niet op te stellen’, zucht Lippens, aan tafel in zijn restaurant. Had hij dan willen of durven spelen? ‘In vierde klasse? Natuurlijk! Ik ben topfit voor mijn leeftijd, ik ben clever en zie het nog altijd. Ik had de anderen wel laten lopen.’

Lippens, geboren uit het huwelijk van een Nederlandse vader en een Duitse moeder, groeide op in Kleve, maar verhuisde al snel naar het Ruhrgebied, waar hij dertien jaar voetbalde voor Rot-Weiss Essen, daar alle clubrecords vestigde, en vervolgens nog eens drie jaar voor Borussia Dortmund. Hij was ook nog even speler-trainer van Rot-Weiss Oberhausen. Als speler weigerde hij aanbiedingen van alle Bundesligaclubs, van het Sint-Truiden van Raymond Goethals en van Ajax, al was voorzitter Jaap van Praag persoonlijk bij hem thuis gekomen om de deal af te ronden. ‘Maar de volgende thuiswedstrijd zongen 30.000 fans van Rot-Weiss met tranen in de ogen: verlaat ons niet! Dus ben ik gebleven.’

Voor Schalke had hij nooit kunnen spelen: ‘Schalke en Essen, die rivaliteit is te groot. Dortmund was minder gevaarlijk.’ Wanneer liep het verkeerd met Essen, in zijn tijd nog een topclub? ‘Toen ze me lieten gaan omdat ze me te oud vonden’, zegt de eenmalige Nederlandse international (Mijn vader zei: ‘Als je ooit voor Duitsland speelt, komt je nooit meer bij ons binnen.’) zonder verpinken. ‘Waarop Dortmund, dat net uit tweede klasse promoveerde, me haalde omdat ze met hun jong team ervaring nodig hadden.’

Lippens genoot van de volle stadions. ‘Hoe meer volk, hoe beter ik voetbalde. Met Rot-Weiss zat er altijd 30.000 man, bij Dortmund waren het er toen toch ook al 50.000. Heerlijk!’

Dat het met de clubs in het Ruhrgebied minder goed gaat dan vroeger, is simpel te verklaren, zegt Lippens: ‘Er waren te veel clubs op een te kleine oppervlakte. Je vindt niet genoeg sponsors en bedrijven om al die clubs op topniveau te steunen. Het was vaak ook een probleem van slecht management. Soms was de druk te groot. Schalke schiet zichzelf altijd in de voet. Die leggen, zodra het spannend wordt, zo veel druk op zichzelf dat het op het einde altijd verkeerd loopt.’

Hij woont nog altijd graag in het Ruhrgebied. ‘De schoorstenen staan er nog, maar de lucht is hier nu even zuiver als in de rest van Duitsland. Economisch gaat het minder, maar deze streek komt er wel weer bovenop. Elke keer krijg je hier mensen die elders vandaan komen, maar die rotsvast geloven dat ze in het Ruhrgebied verder geraken. De mensen hier weten van aanpakken.’

DOOR GEERT FOUTRÉ IN HET RUHRGEBIED – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Meiderich SV veranderde in 1967 zijn naam in MSV Duisburg, in ruil voor de zo benodigde financiële ondersteuning.’ – FRANK SWITALA

‘Wattenscheid heeft het mooiste clublied en de beste braadworst. Helaas niet het beste voetbal. Maar je kunt niet alles hebben.’ – ZANGER WÖLFI WENDLAND

VfL Bochum is geen mijnploeg maar een echte stadsploeg, met een stadion in het stadscentrum.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content