Allesbehalve een typische Nederlander, maar wat is Bas Dost (Eintracht Frankfurt) dan wel?
Bas Dost scoort al heel zijn carrière sneller dan zijn schaduw. Na drie jaar tussen hemel en hel in Lissabon belandde de dubbele meter dit seizoen opnieuw in Duitsland. Weet de Nederlander van Eintracht Frankfurt ook tegen Standard het doel staan?
In het Estádio Nacional gebeurt op 20 mei 2018 iets ongewoons. Bij een 2-0-achterstand tegen het bescheiden Desportivo das Aves snijdt Bruno Fernandes in de 79e minuut naar binnen. Hij vuurt een schot af dat de 42-jarige doelman Quim, aan zijn laatste match als prof bezig, maar net kan afweren. Bas Dost doet wat hij altijd doet: hij loopt zich in een overvol strafschopgebied helemaal vrij, alsof de wetten van de fysica op hem geen vat hebben, en duikt aan de tweede paal op als een duiveltje uit een doosje. De bal valt voor zijn voeten, hij heeft ‘m gewoon in het lege doel te deponeren. Van binnen de kleine rechthoek tikt hij de bal tegen de lat. Dost kan zich wel voor zijn kop slaan! Maar dat doet hij niet, want er zit een groene tulband om zijn hoofd, een aandenken aan de ellendige gebeurtenissen van een paar dagen eerder. Waarover later meer.
Met riemen, stokken, fakkels en messen gaan de supporters van Sporting de spelers te lijf. Dost houdt een stevige jaap aan het hoofd over aan een klap met een riem.
Ondanks een late aansluitingstreffer buigt Sporting CP het hoofd voor Aves, een net gepromoveerde laagvlieger uit een dorp met 8500 inwoners. De ooit zo fiere club moet de kelk tot op de bodem legen. Maar wat is er zo ongewoon aan de misser van Dost? Elke spits laat toch wel eens een dot van een kans liggen? Jawel, maar de Nederlandse aanvaller is de laatste jaren zo dodelijk voor doel dat de VN hem naar verluidt voor het oorlogstribunaal wil halen. Voor zulke killers voor de goal wordt elke gemiste kans een Gebeurtenis.
Pyjama van Ajax
Scoren is voor Bas Dost zoals de vuilniszakken buitenzetten voor u en mij: het ziet er niet altijd elegant uit, soms zelfs ronduit klungelig, maar hij doet het wel quasi elke week. Eerst nog in bescheiden aantallen bij ploegen als FC Emmen, vanwaar technisch directeur Tom Saintfiet hem wil meenemen naar Fins Lapland, en Heracles Almelo. Bij Heerenveen zet trainer Ron Jans hem niet altijd in de basis, maar toch klopt Ajax aan in de winterstop van 2010/11. De Amsterdammers zien in de lange lummel een vervanger voor de naar Liverpool vertrokken Luis Suárez. Dagenlang is Dost niet weg te branden uit de Nederlandse media. Hij ondergaat een medische test bij Ajax en stapt naar een spoedrechtbank om een transfer af te dwingen, maar de verhuis van het ingeslapen Friesland naar het bruisende Amsterdam komt er niet. Ondanks de grote kanonnen die Dost inzet: de onthulling dat hij als kind sliep in een pyjama van Ajax.
De stukgelopen transfer versterkt wel Dosts status in de ploeg van Heerenveen. Eenmaal vaste eerste keuze in de spits volgt er een seizoen later een vloedgolf aan goals: 32 in de competitie, 6 in de beker. Dost is klaar voor een stap hogerop. Wolfsburg schenkt hem die in 2012. Maar bij de Duitse ploeg in opmars moet Dost weer achteraan in de rij aansluiten. Zeker wanneer de trainer die hem haalde, Felix Magath, vervangen wordt door Dieter Hecking. Twee seizoenen lang is Dost de doublure van Ivica Olic. De Kroaat duikt in de hoeken, biedt zich aan en rent zich de longen uit het lijf. En is zo ook nuttig voor de ploeg wanneer de aanvoer minder is. Niet het spel van de Nederlander, die vooral draait wanneer zijn ploegmaats zijn looplijnen doorgronden en ze hem vinden in de rechthoek. ‘Ik had niet zo’n grote naam als mijn concurrenten Olic en Nicklas Bendtner. Ik was de speler van Heerenveen, zij kwamen van veel grotere clubs’, zei hij daar achteraf over in De Volkskrant. ‘Het ergste was om op de tribune te zitten. Ik behoorde soms vier weken niet tot de selectie. Op de reservebank heb je nog een beetje teamgevoel. Nu liep ik op de wedstrijddag eenzaam mijn rondjes op het trainingsveld.’ Dost, door velen al beschouwd als mislukt, bijt op de tanden. Hij gaat niet naar Feyenoord, maar wacht geduldig op een nieuwe kans. Die krijgt hij van Sinterklaas. Op 6 december 2014 komt hij Olic aflossen tegen Hannover 96. Drie minuten later hangt de gelijkmaker van Dost tegen de netten.
Een maand later is het niet Dost maar Olic die verkocht wordt tijdens de winterstop. Dost blijft en is opeens niet meer te stoppen. Twee doelpunten tegen een ongeslagen Bayern München, met de tranen in de ogen om het recente fatale auto- ongeluk van Junior Malanda. Vier goals, waaronder de winnende in de toegevoegde tijd, in een knotsgekke 4-5 op het veld van Bayer Leverkusen. Twee in de Europa League tegen Sporting Clube de Portugal en nogmaals twee in een 3-5 bij Werder Bremen. ‘ The Dostman always rings twice‘, jubelen media en fans. Op het einde van het seizoen scoort de Dostbode ook in de gewonnen finale van de DFB-Pokal tegen Dortmund, weliswaar slechts één keer. De overvloed aan goals levert Dost in Duitsland de bijnaam Plattfuss Bomber op, bombardier op platvoeten. Vanwege de steunzolen waarmee hij sinds een enkeloperatie speelt.
AC/DC
Wanneer Ivan Perisic en Kevin De Bruyne in de zomer van 2015 bij Wolfsburg vertrekken, droogt de aanvoer naar Dost op. Maar ondanks een minder jaar is Sporting CP zijn goals uit het onderlinge duel nog niet vergeten. In 2016 vertrekt hij voor 10 miljoen euro naar Portugal, waar hij zijn mooiste én moeilijkste jaren zal kennen. In zijn eerste seizoen niets dan rozengeur en maneschijn. De doelpunten vallen uit de boom als rijpe appels tijdens een herfststorm: 34 exemplaren in 31 matchen. Enkel Lionel Messi doet dat seizoen beter in Europa. Telkens klinkt Thunderstruck van AC/DC door de kelen van de supporters in het Estádio José Alvalade: Na-na-na-na-na-na Bas Dost!
Trainer Jorge Jesus stelt het team af op de koelbloedigheid van zijn stormram. Bruno Fernandes kruipt zo dicht mogelijk tegen Dost aan in het strafschopgebied, terwijl Gelson Martins vanop de flank zorgt voor voorzetten met de precisie van een hersenchirurg. Ook tijdens de vorige succesperiodes van Dost lopen de toevoerlijnen niet toevallig langs de zijkanten van het veld. Via Oussama Assaidi en Luciano Narsingh bij Heerenveen. Of via De Bruyne bij Wolfsburg, die toen nog als echte plunderaar de flank afstroopte en veel hoger speelde dan tegenwoordig bij club en land. Mannen met kalk aan de voetbalschoenen. Laat Dost dan maar bivak optrekken in de doelmond, zijn heat map is niet zelden een rode vlek in de zestien meter. Daar ruikt de Nederlander bloed. Hoe dichter bij doel, hoe dodelijker hij wordt. Niet altijd meteen, bij Wolfsburg duurt het twee seizoenen vooraleer hij zijn draai vindt. Maar de trainer die doorzet en die hem op zijn kwaliteiten uitspeelt, die weet: ooit gaat de dop van de ketchupfles en beloont Dost het geduld met emmers vol goals.
Weinig spitsen zijn zo zuinig als Dost. In zijn beste jaar bij Sporting gaat één op twee doelpogingen erin. Vaak met één baltoets. In Portugal scoort hij eens 45 goals achter elkaar in één tijd. ‘Ik maak veel golos de merda‘, geeft hij zelf toe in de Portugese media. Schijtgoals. Dat is precies zijn kwaliteit: als geen ander creëert hij bewegingsvrijheid in de vijandige backlijn. Door centrale verdedigers uit elkaar te trekken en in de ruimte tussen hen te sprinten. En hij moet niet aan de bal komen om in de wedstrijd te zitten: zelden verstuurt Dost meer dan 20 passes in een match. Een minimalist op noppen. Hij doet méér met minder.
On-Hollands
Zo ook in september 2016. Nederland speelt een puike match in Zweden, de eerste in de kwalificatiecampagne voor het WK 2018, maar vergeet de vele kansen af te maken. Bondscoach Danny Blind kijkt naar zijn bank en meent in Dost het efficiëntere breekijzer te ontwaren. In blessuretijd kopt de spits de bal met een boogje in de winkelhaak, maar de scheidsrechter keurt het doelpunt af vanwege een duwfout. Het voorval kenmerkt de interlandcarrière van Dost: net niet. Het nationale elftal vormt de uitzondering op de regel dat hij overal de netten doet bollen dat het een lieve lust is. Doe Dost een oranje shirt aan en zijn doelpuntenproductie stokt meteen. In 18 interlands komt hij niet verder dan één miezerig goaltje.
Dost moet niet aan de bal komen om in de wedstrijd te zitten: zelden verstuurt hij meer dan 20 passes in een match.
Het helpt niet dat Dost niet het soort spits is waarop ze boven de Moerdijk geilen. Hij is geen stilist die naar het middenveld uitzakt om daar deel te nemen aan het spel. En ook geen targetman die de bal bijhoudt en anderen laat bijsluiten. Dribbelen deed hij voor het laatst bij CVV Germanicus, de amateurclub uit Coevorden waar hij in de jeugd speelt. Zijn voetbalschoenen gaan lang mee, want hij raakt er weinig ballen mee. Kortom: in alles is Dost de antipode van de Nederlandse voetballer, de gracieuze kunstenaar op noppen die graag zo vaak mogelijk het leer voelt. Daarin lijkt hij op Klaas-Jan Huntelaar, nog zo’n spits die leeft van goals. Maar die wel behoort tot een betere Nederlandse generatie en zelf ook een trapje hoger staat.
Zelfs in het seizoen waarin enkel Messi vaker scoort in Europa, mag Dost slechts twee keer aan een interland beginnen. Telkens vanwege blessures van Vincent Janssen, die ondanks een acuut gebrek aan speelminuten bij Tottenham doorgaans de voorkeur krijgt, eerst van Blind en later van Dick Advocaat. Wegens zijn voetballend vermogen. Een spits van Oranje moet deelnemen aan het spel, dodelijk zijn in de kleine rechthoek volstaat niet. Ter vergelijking: tijdens Dosts boerenjaar treft Janssen slechts twee keer raak in de Premier League. Dost moet het veeleer doen met invalbeurten. Ook wanneer Nederland er weinig van bakt en de roep om Dost aanzwelt. ‘Die goal in Zweden had me veel krediet kunnen opleveren’, blikt hij er op het einde van de campagne op terug. ‘De beslissing van de scheidsrechter was niet alleen voor het team nadelig, maar ook voor mij pakte het negatief uit. Het had zomaar mijn doorbraak in Oranje kunnen zijn. Sommige details kunnen van grote invloed zijn op een voetballoopbaan.’ Het breekt bij Dost wanneer ook de nieuwe bondscoach Ronald Koeman hem weinig speeltijd lijkt te gunnen. Op 28-jarige leeftijd kapt Dost in april 2018 definitief met de nationale ploeg.
Irakoorlog
De appreciatie die Dost bij Oranje mist, voelt hij wel bij Sporting. Al zal hij zich zijn tweede seizoen in Portugal wellicht niet herinneren vanwege zijn 23 treffers. De megalomane voorzitter Bruno de Carvalho ligt al een heel seizoen in de clinch met zijn spelersgroep wanneer Sporting op de laatste speeldag een ticket voor de Europese voorrondes verspeelt tegen Maritimo Funchal. Carvalho is ziedend. Wie in België Marc Coucke al verdenkt van Balthasar Bomaneigingen, moet vooral eens de kerfstok van deze halve zool bekijken. Carvalho zet zich geregeld naast de trainer op de bank, spuwt al eens een collega vol in het gezicht en noemt zijn ploeg na nederlagen ‘een bende verwende nesten’ op Facebook. De Donald Trump van het voetbal, zo noemt The Independent hem. Zijn reactie? ‘Ik ben niet blond en mijn vrouw is mooier.’
Twee dagen na de blamage stormen vijftig ultra’s in bivakmutsen het trainingscomplex van Sporting binnen. Met riemen, stokken, fakkels en messen gaan ze de spelers te lijf. Dost houdt een stevige jaap aan het hoofd over aan een klap met een riem. Foto’s van die wonde gaan de wereld rond en zo groeit hij uit tot het beeld van het supportersgeweld. ‘Heel Sporting huilt’, zegt Dost in AD. ‘Dit is de zwartste dag in de historie van de club.’ Andere spelers bekennen dat ze vrezen voor hun leven. En een fysiektrainer geeft er na 25 jaar in het voetbal de brui aan. Hij sukkelt met een knoert van een trauma en gaat opnieuw aan de slag als turnleraar. ‘Telkens ik ontwaak uit een nachtmerrie, waan ik me in de Irakoorlog’, getuigt de man in de Portugese media. Voorzitter Carvalho noemt de aanval ‘vervelend’, maar ‘criminaliteit behoort tot het dagelijkse leven’. In Portugal denken velen dat hij de aanval ordonneerde. Dat blijkt ook wanneer de politie hem in november oppakt en hij zich moet verantwoorden voor terrorisme en bijna honderd andere strafbare feiten.
Enkele dagen na de aanval verliest Sporting de bekerfinale en mist een Dost-met-tulband de opgelegde kans van hierboven. Nu kent u de verzachtende omstandigheden. Bijna dag op dag een jaar later scoort Dost zijn laatste goal voor Sporting tegen Porto, opnieuw in de, ditmaal gewonnen, finale van de beker. Zijn rekening bij Eintracht Frankfurt, dat met LukaJovic en SébastienHaller 47 doelpunten verloor, opent hij al na elf minuten. Zijn goal scoort Dost van binnen de kleine backlijn en met één baltoets, of wat had u gedacht? A fox in the box, zo noemen ze zo’n goaltjesdief in Engeland. Hopelijk kennen ZinhoVanheusden en KonstantinosLaifis dat spreekwoord over een vos en zijn streken.