Neef en nicht op olympisch hockeytoernooi in Parijs: ‘In Londen zeiden we al: ooit willen we dit sámen beleven’

Alix Gerniers en Arthur De Sloover. © Franky Verdickt
Tom Vandenbussche
Tom Vandenbussche Journalist Krant van West-Vlaanderen

Hij werd met de Red Lions al olympisch, Europees én wereldkampioen hockey, zij kan het met de Red Panthers misschien nog worden. Arthur De Sloover (27) en Alix Gerniers (31) trekken als neef en nicht naar de Spelen in Parijs. ‘De Panthers hebben de grootste kans op een medaille, de Lions de grootste kans op goud.’

Het is eind april en in het Hockey Center of Excellence in Wilrijk, sinds juni 2021 het gloednieuwe oefencomplex van de Red Lions en de Red Panthers, heerst een aangename mix van bedrijvigheid en rust. Terwijl Alix Gerniers en de andere Panthers een pittige ochtendtraining hebben afgewerkt, is Arthur De Sloover het krachthonk ingedoken. Het trainingscentrum, met onder meer kineruimtes, ijsbaden, een indoor- en outdoorfitness en een hoogtetent waarin op de loopband kan worden getraind, belichaamt het professionalisme waarmee de Belgische hockeymannen en -vrouwen anno 2024 te werk gaan.

De Sloover en Gerniers kunnen een glimlach niet onderdrukken wanneer we hen treffen in de eetzaal, waar ze nog vlug een pastagerecht met groenten naar binnen werken. ‘Toen de Red Lions zich in 2007 in Manchester voor Peking kwalificeerden, trainden ze ’s ochtends van acht tot twaalf uur op de terreinen van Braxgata, moesten ze zelf hun trainingstenue kopen en werden ze niet betaald.

De meeste spelers hadden een gewone job, anderen studeerden nog’, vertelt De Sloover. ‘Eigenlijk was dat een vorm van vrijwilligerswerk. Nu staat hier een trainingscentrum. Het is ongelofelijk wat er in die vijftien jaar veranderd is. Als je in een olympische sport goed presteert, komen de subsidies vanzelf.’ Gerniers knikt. ‘Zot, hé. En allemaal te danken aan de Red Lions.’ De Sloover vervolgt: ‘Nu de dames het ook enorm goed doen, zal het alleen maar beter worden. Het enige nadeel van hockey is dat het een heel kostelijke zaak is om een club op te richten. De aanleg van een hockeyveld is peperduur. Het zal tijd nodig hebben, maar over pakweg dertig jaar kan het goed zijn dat hockey een van de populairste drie sporten in België is.’

Laatste hoogtepunt van een gouden generatie Red Lions: ‘We willen onszelf bewijzen’

Hockeyfamilie

De Sloover en Gerniers weten dus wat hen deze zomer te doen staat. Dat ze de Spelen van Parijs 2024 als neef en nicht kunnen beleven, maakt het extra speciaal. Al, zo benadrukt Gerniers, valt dat amper op, omdat ze niet dezelfde familienaam hebben. De Sloover legt uit. ‘Mijn mama, Nathalie Gerniers, is de zus van de papa van Alix.’ Gerniers: ‘Arthur en ik kennen elkaar goed. Met de familie hebben we een vakantiehuisje in Nederland, waar we elke zomer naartoe gaan. Ook Kerstmis vieren we samen. We hebben vaak contact en de laatste jaren, sinds de komst van dit trainingscentrum, nog veel meer.’

Jullie komen uit een echte hockeyfamilie, heb ik begrepen?

Gerniers: ‘Onze grootvader is indertijd bij Kortrijk beginnen te hockeyen.’

De Sloover: ‘Hij is opgegroeid in Oudenaarde. Hij vertelt altijd het verhaal dat hij de trein of fiets naar Kortrijk nam om te kunnen spelen.’

Gerniers: ‘Als je hem mag geloven, was hij ook erg talentvol. (beiden proesten het uit) Neen, hij is echt fantastisch.’

De Sloover: ‘Opa is altijd heel kritisch op een grappige manier. Als hij zegt dat je een goeie match hebt gespeeld, mag je er zeker van zijn dat het een topwedstrijd was.’

Gerniers: ‘Mijn papa speelde nog voor de Belgische U21, maar opa vond dat zijn studies belangrijker waren. Mijn mama speelde eerst voetbal, maar nadat ze papa had leren kennen, is ze ook begonnen te hockeyen. Mijn ouders spelen trouwens nog altijd, al focust papa zich vooral op de derde helft. (grijnst) Ook mijn broer Simon en mijn nicht, de zus van Arthur, spelen hockey.’

De Sloover: (knikt) Axelle is net gestopt. We hebben het van geen vreemden. Ook mijn mama heeft haar hele jeugd gehockeyd en speelt elke maandag bij een ploeg van veertigplussers die ze samen met een vriendin uit de grond heeft gestampt.’

Tokio was voor ons het perfecte toernooi. We waren vooraf al topfavoriet en hebben enkele tegenslagen onderweg goed gemanaged.

Arthur De Sloover

Van wie hebben jullie je talent geërfd?

Gerniers: (lacht) ‘We moeten opletten wat we zeggen. Van mijn kant komt het hockeytalent sowieso van papa, hoewel mama ook heel sportief was. Ze speelde voetbal en is indertijd van Sparta Ronse naar Zulte Waregem getransfereerd. Het zit dus zeker in de genen. Onze familie is sportief aangelegd en dat geldt ook voor Arthurs kant.’

De Sloover: ‘De familie van mijn papa is minder sportief, al is hij op zijn achttiende ook met hockey begonnen. Als keeper. Ik zeg altijd dat ik een De Sloover ben, maar opa zegt dat ik veel Gerniersbloed heb. Wat Alix zegt, zal wel kloppen: het is een goede mix.’

Typeer elkaar eens.

Gerniers: ‘Ik vond Arthur eerst introvert, maar tijdens onze laatste vakantie in Nederland heb ik ook een extravert en grappig kantje van hem leren kennen. Arthur straalt op en naast het veld vooral heel veel rust uit, een eigenschap die in een teamsport zijn nut heeft. Met alleen onberedeneerde spelers geraak je er niet, zeker in de verdediging.’

De Sloover: ‘Alix is een van de meest talentvolle speelsters in België.’

Gerniers: (pikt in) ‘Correctie: dat wil ik ook over jou zeggen.’

De Sloover: (glimlacht) ‘Dat zeg ik omdat Alix ook wel een levensgenieter is, iemand die houdt van een lekker hapje en drankje. Soms moet ze daaraan werken om topfit te zijn. Als dat lukt, zal ze in Parijs een van de leidende speelsters bij de Panthers zijn. Ik zie veel van haar in mij terug. Ik geniet ook graag van het leven en het moet niet altijd serieus zijn.’

Gerniers: ‘Dat heb ik van mijn papa.’

De Sloover: (grijnst) ‘Ik denk ook wel te mogen zeggen dat het van die kant van de familie komt.’

© Getty Images

Als 15-jarige in Londen

De Sloover en Gerniers maakten al één keer de Olympische Spelen mee. Zij was er in 2012 als youngster bij in Londen, waar de Panthers voor de eerste keer aan de Spelen deelnamen. Hij veroverde drie jaar geleden in Tokio goud. ‘Maar ik moet meteen een correctie doen’, merkt De Sloover op. ‘Ik maakte de Spelen één keer als atleet mee en ben één keer, in Londen, voor Alix gaan supporteren. Ik vind het leuk dat ik de Spelen al van beide kanten heb mogen meemaken. In Tokio was er door corona geen publiek toegelaten en bleven we in onze bubbel. In Londen was ik amper vijftien jaar!’

Dat moet een onvergetelijke ervaring geweest zijn.

De Sloover: (knikt) ‘Weet je, ik heb bijna mooiere herinneringen aan Londen dan aan Tokio. Het leuke aan Londen was dat alle wedstrijden op dezelfde locatie plaatsvonden, in één dorp met alle stadions. En daar liep ik dus rond, als vijftienjarige. Het was fantastisch. Londen en Tokio waren twee totaal andere belevingen en Parijs zal ook weer anders zijn. Omdat er wel publiek is toegelaten, zal er veel meer sfeer zijn.’

Gerniers: ‘Het is leuk dat de Spelen dichtbij plaatsvinden en onze familie er zal zijn.’

De Sloover: ‘Ik herinner me nog goed hoe Alix en ik in Londen tegen elkaar zeiden dat we dit hopelijk ooit, op een dag, samen zouden kunnen beleven. Wel, die dag komt er nu aan.’

Gerniers: ‘Ik was negentien in Londen. Hockey stond voor mij in de verste verte niet op de eerste plaats. Ik dacht: over vier jaar staan we hier opnieuw. Uiteindelijk heeft het twaalf jaar geduurd. Het is een heel lang traject geweest, maar ik ben enorm dankbaar voor hoe het allemaal gegaan is.’

Arthur, wat is de eerste herinnering aan Tokio 2021 die jou te binnen schiet?

De Sloover: ‘Dat goud natuurlijk. Tokio was voor ons het perfecte toernooi. We waren vooraf al topfavoriet en hebben enkele tegenslagen onderweg goed gemanaged. Ik had het er onlangs nog over met een vriend van mij. Wij hadden dat toernooi drie keer op drie verschillende momenten mogen spelen, telkens opnieuw zouden we gewonnen hebben.’

Gerniers: ‘Jullie waren op dat moment echt de beste ploeg van de wereld.’

De Sloover: ‘Het was bijzonder moeilijk om ons op dat moment te verslaan.’

Alix, hoe heb jij Tokio eigenlijk beleefd: met vreugde of verdriet?

Gerniers: ‘Dat we na Rio ook Tokio misliepen, was een enorme ontgoocheling (twee keer gaven de Red Panthers het weg in de slotfase van het beslissende kwalificatieduel, nvdr). Maar ik was enorm trots dat Arthur wel naar de Spelen mocht en heb alle wedstrijden bekeken. De finale tegen Australië volgde ik samen met mijn ouders en de mama en zus van Arthur. We stonden met zijn allen voor de tv te schreeuwen. Zelfs VTM kwam speciaal naar Kortrijk om een reportage te maken.’

De Sloover: ‘Op zulke momenten was het vervelend dat ik in Japan zat. Achteraf hoorde ik alle verhalen. Gekke verhalen ook. Iemand is zelfs met zijn kleren aan in het zwembad gesprongen.’

Gerniers: (glimlacht) ‘Een prachtige herinnering.’

© Europa Press via Getty Images

Grinta terugvinden

Wereldkampioen. Europees kampioen. Olympisch kampioen. Je zou je haast beginnen af te vragen of het hoogtepunt voorbij is. Sinds Tokio konden de Red Lions immers geen gouden medaille meer aan hun palmares toevoegen. De Sloover moet even nadenken wanneer we hem de vraag voorschotelen. ‘Het is gewoon anders’, zegt hij. ‘De realiteit is dat we het allemaal al eens hebben meegemaakt. In 2023 verloren we door enkele kleine details de WK-finale tegen Duitsland. Ik ben er zeker van dat we die wedstrijd wel hadden gewonnen als we in 2018 geen wereldkampioen waren geworden. De Duitsers hadden het WK nog nooit gewonnen. Je zag in hun ogen dat ze die finale net iets meer wilden winnen dan wij.’

Jouw antwoord is dus ja?

De Sloover: (schudt het hoofd) ‘We hebben eraan gewerkt om die grinta terug te vinden en ik denk dat we er nu weer klaar voor zijn. Het gaat om de Spelen. We gaan opnieuw voor goud.’

Wie hebben de grootste medaillekansen, de Lions of de Panthers?

De Sloover: ‘Met medaillekans bedoel je dus één van de drie medailles?’

Gerniers: ‘We zijn allebei medaillekandidaat, maar als we het over goud hebben, geef ik een ander antwoord.’

De Sloover: (knikt) ‘Weet je waarom ik je die vraag stel? Ik kreeg al vaak volgend dilemma voorgeschoteld: hebben de Red Lions meer kans om goud te behalen of meer kans om geen medaille te behalen? Geloof me, dat is een heel moeilijke.’

Oké, wie heeft de grootste kans op goud?

Gerniers: ‘De Red Lions. Sinds 2016 behaalden ze op elk toernooi een medaille, terwijl wij op wereldniveau nog niets hebben bewezen. Een team als Nederland konden wij nog nooit verslaan. Meer zelfs, op een belangrijk toernooi – de Pro League tel ik daar niet bij – wonnen we nog nooit van de landen die hoger gerangschikt staan: Nederland, Australië en Argentinië.’

De Sloover: ‘Persoonlijk denk ik ook dat wij meer kans op goud hebben, maar de vrouwen meer kans op een medaille. Bij de mannen is er op dit moment geen uitgesproken favoriet en kunnen er zes, zeven ploegen winnen. Bij de vrouwen zijn dat er vier. De kans dat de Panthers de halve finale bereiken, is groot.’

Gerniers: (knikt) ‘Ik denk dat we intussen beter zijn dan Argentinië. Ik denk ook dat we Australië kunnen verslaan. En ik denk eerlijk gezegd ook dat we de Nederlanders kunnen verslaan. (glimlacht) Op dit moment is niemand onklopbaar. Ik voel dat er bij ons iets veranderd is en er écht een heel groot geloof in eigen mogelijkheden is. We moeten wel opletten: gaan we voor goud of voor een medaille? Ook dat is een moeilijke keuze. De jonge generatie heeft eerder de neiging om te zeggen dat we voor goud gaan. De oude generatie, onder wie ikzelf, zal eerder zeggen dat we op een medaille mikken. Maar pas op, ook ik wil de mooiste kleur. Als we in de finale geraken, geloof ik dat er iets magisch kan gebeuren. Alles hangt af van de groepsfase. Daarin spelen we tegen de Nederlanders, waardoor we in de kwartfinales niet meer tegen hen kunnen uitkomen. Als we in onze poule derde worden, komen we hen in de halve finales tegen. Als we tweede worden, treffen we hen ten vroegste in de finale. Aan dat scenario denk ik nu niet, maar het is wel de realiteit.’

Dit toernooi gaan we Nederland verslaan, ik voel het. Maar nog niet in de poulefase!’

Alix Gerniers

Het is iets om mee te nemen.

Gerniers: ‘Het is belangrijk.’

De Sloover: (knikt) ‘Enorm belangrijk.’

Gerniers: ‘Op het WK in 2022 geloofde ik echt dat we verder konden geraken. Na de nederlaag tegen Australië zei iedereen dat we onze laatste groepsmatch tegen Japan moesten winnen. Ik had zin om te zeggen: neen, we kunnen beter verliezen. Zo vermeden we als derde in onze poule Nederland in de kwartfinales. Dat was mijn mening. De coach deelde die mening niet. Begrijp me niet verkeerd, ik speel ook om te winnen. Maar toen hadden we het misschien beter anders aangepakt, want uiteindelijk lagen we er in de kwartfinales uit. Tegen de Nederlanders… Nu is het scenario sowieso anders, want in principe vermijden we hen. (lacht) En dan nog: we gaan Nederland verslaan, ik voel het. (grijnst) Maar nog niet in de poulefase!’

Vergelijk de Red Lions en Red Panthers van nu eens met 2021.

De Sloover: ‘Er zijn enkele nieuwe, jonge gasten bijgekomen die nog nooit iets gewonnen hebben en de nodige frisheid en energie in de ploeg brengen. Bovendien wordt Parijs het laatste grote toernooi voor de oudere spelers, die op een mooie manier willen afsluiten. De concurrentie is toegenomen, wat je de voorbije maanden op training merkte. De honger is terug. Iedereen is scherp en traint weer op het niveau van voor Tokio. We willen aan de hockeywereld laten zien dat we niet afgeschreven zijn.’

Gerniers: ‘Bij ons zijn enkele belangrijke speelsters bedankt voor bewezen diensten en zijn er met Charlotte Englebert, Delphine Mariën, Justine Rasir en Hélène Brasseur enkele jonge speelsters bijgekomen. Ik verloor indertijd bij de U16 met 0-10 van Nederland, maar zij wonnen bij de jeugd wel vaak. Daardoor zie ik bij hen een enorme winnaarsmentaliteit, wat voor een frisse wind bij de Panthers heeft gezorgd. In 2015 en 2019 misten we telkens de Spelen met de shoot-outs. Noem dat gerust een trauma. Maar onze jonge speelsters zeggen dat ik het moet vergeten en spelen zonder complexen. Ik ben hen daar enorm dankbaar voor, want het maakt ons als team sterker.’

Arthur De Sloover en Alix Gerniers

Tips voor de Panthers

Arthur De Sloover en de Red Lions weten intussen hoe het voelt om op de Olympische Spelen voor de medailles te strijden. Alix Gerniers en de Red Panthers weten dat nog niet. Ook voor De Sloover wordt Parijs echter speciaal. ‘Het zullen totaal andere Spelen dan in 2021 worden’, benadrukt hij. ‘Door de strenge coronaregels zaten we het hele tornooi in onze eigen bubbel en kwamen we alleen buiten voor trainingen en wedstrijden. We waren in Tokio enkel bezig met dat toernooi te winnen.’

Welke tips kan jij aan Alix geven?

De Sloover: ‘Wat ik zeker kan aanraden, is om de eerste dagen van de Spelen te genieten en alles te ontdekken. Zeker voor de jongeren, die onder de indruk zullen zijn, is dat belangrijk. Maar ook niet langer dan twee, drie dagen. Op een gegeven moment is het tijd om de focus te verleggen. In Tokio hadden wij het voordeel dat we aan de andere kant van de wereld zaten. Door het tijdsverschil hadden we niet zoveel afleiding door gsm-berichtjes. Dat zal nu anders zijn.’

Gerniers: ‘Het is iets wat we intern al besproken hebben. Sowieso zullen er prikkels zijn, maar we trekken met ambitie naar Parijs. Daardoor weten we goed genoeg wanneer we kunnen genieten en wanneer we dat niet kunnen.’

De Sloover: ‘Een goeie kamergenoot vinden is ook belangrijk. We zitten allemaal met vier of zes spelers samen in een appartement. Zorg ervoor dat al die persoonlijkheden matchen. Als je twee rustige en twee energieke jongens hebt, kan dat wel eens botsen. De ene wil elke dag een dutje doen, terwijl de andere op de PlayStation wil spelen. Dan wordt het moeilijk.’

Gerniers: ‘Dat is een goeie tip. (grijnst) Ik weet nu wel niet wie ik moet kiezen: de rustige of de energieke speelsters.’

Stel: de Panthers spelen de finale. Wat moeten ze de avond ervoor doen?

De Sloover: ‘Gewoon niet anders dan anders. Als je elke dag op hetzelfde uur gaat slapen, moet je dat aanhouden. Uit ervaring weet ik dat dat niet evident is. In Tokio had ik door de stress en de spanning een dramatische nacht voor de finale. Dat had niets te maken met gsm’s en sociale media. Neen, ik was constant scenario’s in mijn hoofd aan het afspelen. Ik heb trouwens nog een tip voor Alix: maak zoveel mogelijk foto’s en video’s. Dat heb ik in Tokio niet genoeg gedaan.’

Gerniers: ‘In Londen 2012 had één speelster een camera mee. Zestig uur beeld! Ze heeft er een montage van een uur van gemaakt. Recent hebben we die nog eens bekeken. We waren daar misschien net iets te veel als toeristen, maar het is en blijft wel een fantastische herinnering.’

De Sloover: ‘Dat is het voordeel van de gsm nu: het kost weinig moeite en het gaat snel. Zorg gewoon dat je jezelf niet met te veel stress opzadelt en op tijd de gsm weglegt.’

Gerniers: ‘Sowieso.’

De Sloover: ‘Je kent het verhaal van de jongens in Rio. Daar hebben ze misschien hun gouden medaille verloren. Deels door decompressie, omdat ze wisten dat ze al sowieso minstens zilver hadden. Maar het lag ook aan de talloze berichtjes die ze daags voordien ontvingen en waarmee ze tot een gat in de nacht bezig zijn geweest.’

Gerniers: ‘Ergens is dat niet onlogisch.’

De Sloover: ‘Ik denk dat jullie staf daar wel mee bezig is.’

Gerniers: ‘Ik denk het. Ik hoop het. Maar misschien redeneert de jonge generatie anders. We hebben daar nog niet over gesproken, maar zullen dat zeker nog doen.’

De Sloover: ‘Het komt goed, Alix. Het komt helemaal goed.’

Gerniers: (knikt enthousiast) ‘Sowieso zullen we na afloop een ferm feestje bouwen.’

Red Panthers willen uit de schaduw van de Red Lions treden: ‘Wij willen ook ooit op de Grote Markt staan’

‘Financieel kunnen we niet klagen’

Op de Spelen van Peking in 2008 bestond de Belgische nationale hockeyploeg nog uit amateursporters die in hun vrije tijd hun hobby met veel passie beoefenden. Anderhalf decennium later wordt er bij de Red Lions en Red Panthers professioneel gewerkt. Dat heeft ook financiële gevolgen. ‘Ik kan natuurlijk alleen voor mezelf spreken, maar op dit moment kan ik zeker niet klagen’, vertelt Arthur De Sloover. ‘Ik denk dat ik meer verdien dan de gemiddelde persoon van mijn leeftijd. In vergelijking met een voetballer stelt dat natuurlijk niets voor. Ja, wij trainen heel veel en heel hard. Dat zien mensen niet altijd. Maar we moeten niet vroeg opstaan, beginnen om halfelf te trainen en zijn klaar tegen vier, vijf uur in de namiddag. ’s Avond ben ik op tijd thuis. Op dat vlak hebben wij een mooi leven.’

Alix Gerniers knikt. ‘De laatste jaren zijn er vanuit de bond veel inspanningen geleverd om de speelsters elke dag naar Wilrijk te laten komen. Zeker voor mij was en is dat niet evident, want ik woon in Ronse en zit elke dag drie uur in mijn auto. Daardoor is het onmogelijk om nog een andere job te zoeken. Gelukkig kan ik van thuis uit nog wat werken in de zaak van mijn vader, die boekhouder is. Momenteel ben ik heel tevreden.’

Arthur De Sloover

27 jaar

Verdediger

Groeide op in Kortrijk, woont in Antwerpen met zijn vriendin Emma Verstraete

Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Begon op zijn vierde te hockeyen bij Saint-Georges HC in Kortrijk

Speelt sinds 2022 bij de Nederlandse topclub Oranje-Rood

Palmares bij de Red Lions: EK goud (2019), EK zilver (2017), EK brons (2021, 2023), WK goud (2018), WK zilver (2023), OS goud (2021)

Alix Gerniers

31 jaar

Aanvalster

Groeide op in Ronse, woont in Gent met haar vriend David Vandenbossche (in Tokio 2021 de tweede keeper van de nationale hockeyploeg van Canada)

Bachelor accountancy-fiscaliteit

Begon op haar vierde te hockeyen bij Royal Hermes Hockey in Ronse

Speelt sinds 2009 bij La Gantoise HC

Palmares bij de Red Panthers: EK zilver (2017, 2023), EK brons (2021)

Partner Content