Ooit was hij San Iker, de Heilige Iker, intussen houdt Casillas bij Real Madrid vooral de bank warm. De vraag is hoelang bondscoach Vicente del Bosque de nationale doelman nog kan handhaven. Een monument is aan het wankelen gebracht.

Eind augustus 2011 kreeg de Spaanse nationale nummer een een eerste verwittiging. “Iker Casillas is niet onaantastbaar”, zei de toenmalige trainer van Real Madrid, José Mourinho, toen journalisten vroegen waarom zijn vaste keeper tijdens het zomertoernooi Trofeo Bernabéu op de bank gebleven was. De Portugees argumenteerde dat het nuttig was dat ook de reservedoelman, Antonio Adán, eens kon spelen. Die was tot dan toe geen kat opgevallen, maar moest dus wat praktijkervaring opdoen, in geval van een noodsituatie. En dan stak Mourinho een van die monologen af die zijn reputatie gemaakt hebben. Bezeten, rancuneus, of beide: “En als er nu een dag komt dat Casillas níét presteert? Ik beweer niet dat hij een slechte keeper is, ik wil gewoon zeggen: wanneer hij het eens wat minder goed doet, dan moet hij niet denken dat hij onaantastbaar is.”

Iedereen besefte dat met die uitspraak de machtsstrijd bij Real Madrid in een nieuwe fase was beland. Tien maanden eerder had de trainer zijn kapitein immers wél als ‘onaantastbaar’ bestempeld. Verleden tijd echter. Nu was het: Mourinho versus Casillas, stampei versus de rust zelve, samenzweringstheorieën versus Madrileense klasse. De achtergrond: de onzalige clásicos tegen het oppermachtige FC Barcelona, waarin Real keer op keer in zijn hemd gezet werd. Mourinho koesterde argwaan jegens Casillas, hij verdacht hem ervan zijn gezag te ondermijnen. Na een bijzonder geladen topper tegen Barcelona had de aanvoerder van Real immers een telefoongesprek gevoerd met Xavi Hernández, de kapitein van Barça, om de plooien glad te strijken. De Madrileense keeper was al jaren goed bevriend met de blaugrana Xavi – ze werden in 1999 met Spanje wereldkampioen U20 en later tweevoudig Europees en wereldkampioen – en hij wilde de zaak discreet regelen. “Ik vertegenwoordig een land en een filosofie”, zo legde hij zijn verzoeningspoging uit. “We stonden op het punt alles kapot te maken en ik had mee schuld aan die onvergeeflijke dwaasheid.” Casillas en Xavi worden voor hun geste in 2012 beloond met de Prins van Asturiëprijs, een soort Spaanse Nobelprijs voor onder meer sportlui. De doelman krijgt ook van Mourinho een beloning: een plaats op de bank.

Ongelukkige blessure

Voor die demarche neemt The Special One de eerste de beste gelegenheid te baat. In een bekerwedstrijd tegen Valencia in januari breekt Casillas door een domme actie van ploeggenoot Álvaro Arbeloa een middenhandsbeentje. Mourinho profiteert daar ijskoud van om hem aan de kant te schuiven en een vervanger te halen. Kort ervoor had hij de nationale doelman al een keer op de bank gezet in een competitiematch – wegens “uit vorm” – maar vervanger Adán voldeed niet. De wat ongelukkige handblessure verleent de Portugese coach evenwel een excuus om bij FC Sevilla de 32-jarige reservekeeper Diego López te halen. López grijpt zijn kans en zet een goede reeks neer. Wanneer Casillas in maart weer fit is, laat Mourinho hem eerst nog een maand stoven in de tribune. Dan zet hij de doelman uiteindelijk toch op de bank. Maar in de Champions Leaguewedstrijd tegen Borussia Dortmund is hij er weer niet bij. De demontage van een wereldster is dan duidelijk volop aan de gang.

Het ongenoegen van Mourinho – die leeft van de contramine, vijandschap en hysterische persconferenties – gold niet alleen Casillas’ initiatief tot verzoening met Barcelona, de coach wees hem ook met de vinger als ‘mol’ binnen de selectie. De doelman zou ploegopstellingen en zelfs gesprekken onder vier ogen meteen aan de pers overgebriefd hebben – iets wat onlangs door Mourinho’s toenmalige assistent Aitor Karanka indirect bevestigd werd. Een aantal Ultra’s onder de supporters die Mourinho trouw gebleven zijn, geloven nog altijd in dat verhaal en fluiten Casillas uit omdat hij Real op die manier schade berokkend zou hebben.

Een kus voor Sara

Sinds zijn transfer naar Madrid speelt López goed maar ook niet foutloos. Eind vorig seizoen gaven de statistieken zelfs het voordeel aan Casillas: in 28 wedstrijden had hij 29 goals geïncasseerd. López, die weliswaar dubbel zoveel reddingen moest verrichten, moest in 25 matchen de bal 33 keer uit het net vissen. Uiteindelijk greep Real royaal naast de titel.

Ondertussen is Mourinho alweer een tijdje bij Chelsea aan de slag. Met de komst van Carlo Ancelotti naar Real Madrid was de verwachting dat de oude hiërarchie onder de keepers weer hersteld zou worden. Het liep evenwel anders… De Italiaanse coach behoudt nog altijd het vertrouwen in de 1m90 grote López. Daarmee lijkt Mourinho alsnog het duel met de nationale doelman van Spanje gewonnen te hebben. Sinds begin dit seizoen heeft San Iker – een bijnaam die hij dankt aan zijn fenomenale reflexen – geen competitiematch meer gespeeld. Geen mens weet waarom. Ancelotti is cryptisch: “Vaak gaat het om details.” Even vreemd is de beurtrol die voor een Europese topclub ongezien is: in de Primera División speelt López, in de Champions League en de Spaanse beker staat Casillas onder de lat.

Die mag nog blij zijn dat hij die beker heeft om matchritme op te doen, al beschouwen profs met enig aanzien de Copa del Rey eerder als een strafkamp. Zo bracht Casillas een tijd terug een avond door in de provincie Valencia op bezoek bij derdeklasser Xativa. Rond het kunstgrasveld waren zesduizend nieuwsgierige toeschouwers samengetroept en de stadionomroeper moest tijdens de rust aanmanen om niet over de grasmat te lopen – vermoedelijk waren heel wat fans naar een handtekening van de Realkeeper op jacht gegaan. Casillas is in Spanje immers nog altijd San Iker, een levende legende. Voor velen is hét beeld van de WK-finale in Zuid-Afrika niet de 1-0 van Andrés Iniesta tegen Nederland, maar wel de kus die de doelman voor de tv-camera’s gaf aan zijn levensgezellin, tv-journaliste Sara Carbonero, die hem vorige week ook zijn eerste zoon, Martin, schonk.

Intussen heeft Casillas 152 interlands op de teller staan, het jubileum van de 150 vierde hij op 5 september 2013 tegen Finland. Die 152 A-caps zijn een Spaans record. Bovendien is hij de eerste keeper die op twee WK’s tijdens de reguliere speeltijd een penalty stopte (in 2002 tegen Ierland en in 2010 tegen Paraguay) en de enige profvoetballer ter wereld die met zijn nationale ploeg honderd overwinningen mocht vieren. Tussen 2007 en 2012 verzamelde Casillas ook zes nominaties voor de Ballon d’Or, zes keer na elkaar werd hij gekozen in de Ploeg van het Jaar van de UEFA, en de FIFA riep hem vijfmaal op rij uit tot beste doelman van de wereld. En misschien de strafste statistiek: in knock-outwedstrijden op een EK of WK is Casillas al 990 minuten ongeslagen. De laatste die hem in die eindfase van een groot toernooi kon passeren, was Zinédine Zidane, in de achtste finales van het WK 2006 in Duitsland. Daarna volgden er uitsluitend clean sheets. Zijn redding op de poging van de doorgebroken Arjen Robben in de WK-finale van 2010 staat nog op ieders netvlies.

Blijven of vertrekken?

Wil Casillas in Brazilië opnieuw zijn kunsten tonen, dan moet hij hopen dat Real Madrid ver raakt in de Champions League en dat hij dus nog geregeld kan spelen. Want anders is het onduidelijk of bondscoach Vicente del Bosque hem nog als eerste keus kan handhaven. In 2013 speelde Casillas amper 23 wedstrijden. “Het gaat niet altijd om eerlijke kansen”, zegt Del Bosque. “Je moet ook kijken hoe je iemand behandelt. We mogen niet vergeten hoe belangrijk Iker in moeilijke tijden voor de selectie was.” Niet alleen de bondscoach zwaait hem lof toe, ook de nationale nummer twee, Víctor Valdés van FC Barcelona, windt er geen doekjes om: “Iker is de beste. Ik begrijp niet wat er bij Real met hem aan de hand is.”

Maar de twijfel sluipt in de Spaanse rangen, zelfs bij Del Bosque. In de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Wit-Rusland in oktober speelde Valdés, met als reden, zo meldde de bondscoach, dat Casillas in vijf weken maar één match gespeeld had. In de vriendschappelijke interland onlangs in Zuid-Afrika (1-0-verlies) stonden beiden één helft tussen de palen.

Hoe het nu verder moet, weet eigenlijk alleen Casillas zelf. De tijd – hij is 32 jaar – speelt in zijn nadeel. Denkt hij eraan Madrid te verlaten? In augustus waren er kennelijk meerdere aanbiedingen van Europese topclubs, maar San Iker bleef waar hij was. In oktober gaf hij dan toch aan dat, als er in drie maanden niets zou veranderen, hij misschien toch beter zou vertrekken. Maar zal hij dat riskeren? En naar waar dan? Casillas heeft al met Real Madrid Champions League gespeeld en is dus voor de absolute topclubs niet interessant meer. Toch zou er belangstelling zijn van Arsenal en Raúl zou hem al over Schalke 04 gesproken hebben. Bernd Schuster, ex-coach van de Koninklijke, sprak met veel begrip over de situatie van zijn voormalige beschermeling: “Ik zou het verstaan mocht Casillas vertrekken. Er is ook een leven ná Real Madrid.”

Sportief is er op Casillas alleszins weinig aan te merken. Als hij speelt, speelt hij uitstekend. In de Champions League hielp hij Real vooral uit bij Juventus met enkele sensationele reflexen aan een punt (2-2). Zijn overbuur Gianluigi Buffon, die met Italië door Spanje geklopt werd in de finale van het EK 2012, verklaarde achteraf: “Het doet me pijn om zo’n topkeeper op de bank te zien wegkwijnen. Ik zou dat niet uithouden. Maar Iker was altijd al een kampioen, ik bewonder hem nu als mens nog meer.”

De macht van Pérez

Intussen gaf Casillas dan toch aan dat hij niet wil vertrekken: “Om de paar weken een keer spelen is niet gemakkelijk, maar ik zal Madrid in januari niet verlaten. Ook niet in juni en ook niet daarna. Ik wil mijn contract, dat tot 2017 loopt, uitdoen.”

Of dat zal gebeuren, hangt ook af van Realvoorzitter Florentino Pérez. De almachtige Pérez werkte eerder al iconen als Fernando Hierro en Raúl naar de uitgang. De krant El País bracht naar buiten dat Pérez de doelman verantwoordelijk houdt voor de breuk met Mourinho. Zowat een jaar geleden bracht kapitein Casillas (samen met de ondertussen ook omstreden Sergio Ramos) de boodschap over dat het team niet wilde verdergaan met de Portugees. Voor Pérez, die zich volledig achter Mourinho geschaard had als een ’titelgarantie’, moet dat hard aangekomen zijn. Is het misschien Pérez zelf die nu van bovenaf oplegt om San Iker te ontheiligen? Is hij van mening dat de opbouw van een nieuwe ploeg met Casillas niet meer mogelijk is? Kwam de keeper zo – net als Mesut Özil, Pepe, Marcelo en Sergio Ramos – op de zwarte lijst van Mourinho te staan, die al te charismatische en dominante spelers uit de kern wilde weren?

Eugenio Martínez Bravo, de voorzitter van oppositiebeweging Plataforma Blanca, zegt in elk geval dat hij onthutst is over wat er met Casillas gebeurt: “De toekomst ziet er slecht uit voor hem. Men heeft die toestand al van in het begin erg slecht gemanaged.” Raakt de doelman niet van het zijspoor af, dan dreigt aan de carrière van een wereldvermaarde voetballer en Realicoon een treurig en onbegrijpelijk einde te komen.

DOOR PAUL INGENDAAY & PETER SCHWARZ-MANTEY

“Iker is de beste. Ik begrijp niet wat er bij Real met hem aan de hand is.” Víctor Valdés

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content