1 januari, de dag van het schansspringen in Garmisch-Partenkirchen

Emmanuel Chedal op archiefbeeld van 1 januari 2010. © REUTERS
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Schansspringen in Garmisch-Partenkirchen op 1 januari heeft een lange geschiedenis.

Fans van klassieke muziek verblijden zich bij de start van het jaar traditioneel met het nieuwjaarsconcert van het Wiener Philharmoniker, dat in 1939 voor het eerst plaatsvond. Een nog langere geschiedenis heeft het Neujahrsskispringen in Garmisch-Partenkirchen. De traditie startte op al 1 januari 1922, toen de Partenkirchen Ski Club een schansspringcompetitie organiseerde.

Die kreeg een extra dimensie toen het IOC in 1931 de Olympische Winterspelen van 1936 toevertrouwde aan het Duitse Rijk. Later viel de beslissing om die in Garmisch-Partenkirchen te houden. Oorspronkelijk waren dat twee afzonderlijke dorpen, maar op bevel van Adolf Hitler, de ‘beschermheer’ van de Winterspelen, moesten ze in 1935 fuseren. Beide burgemeesters sputterden eerst tegen, maar toen gedreigd werd met een deportatie naar het concentratiekamp van Dachau, gaven ze toe. Eerder, in oktober 1933, was al gestart met de bouw van de nieuwe Olympiaschanze op de Gudiberg. Voor 130.000 toeschouwers won Birger Ruud er in 1936 olympisch goud. De Noor zou nota bene tien jaar later opgesloten worden in een concentratiekamp omdat hij antinazistandpunten had verkondigd.

Vier schansen

Vier jaar na de Tweede Wereldoorlog kiemde bij de skiclubs van Garmisch-Partenkirchen en het Oostenrijkse Innsbruck het idee om een schansspringcompetitie te houden over vier verschillende locaties. Pas nadat sancties tegen Duitse schansspringers werden opgeheven, werd de Deutsch-Österreichische Springertournee op 14 december 1952 opgericht. Op 1 januari 1953 vond de eerste wedstrijd plaats: in Garmisch-Partenkirchen op de Olympiaschanze, gevolgd door manches in het Duitse Oberstdorf, en twee in Oostenrijk, in Innsbruck en Bischofshofen. De eerste eindwinnaar van wat later officieel de Vierschanzentournee werd genoemd, was de Oostenrijker Sepp Bradl.

Het jaar erna veranderde de volgorde van de wedstrijden, met eerst een stop in Oberstdorf, op 29 of 30 december. Garmisch-Partenkirchen bleef zijn nieuwjaarsdatum behouden. De manche in Innsbruck volgde voortaan op 3 of 4 januari, die in Bischofshofen traditioneel op Driekoningen, 6 januari. De populariteit van het Vierschansentoernooi steeg exponentieel toen ARD de nieuwjaarswedstrijd in Garmisch-Partenkirchen in 1956 voor het eerst live op tv uitzond. Tegenwoordig kijken nog altijd zo’n zes miljoen Duitsers, en een veelvoud daarvan in het buitenland, hoe op 1 januari de schansspringers door de lucht zweven.

Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content