Johan Braeckman

‘Zich kwetsbaar opstellen is net een kerneigenschap van goede wetenschap en van haar authentieke beoefenaars’

Johan Braeckman Filosoof en hoogleraar wijsbegeerte aan de UGent

‘Wie de fuik van complottheorieën en pseudowetenschap is ingezwommen, begrijpt maar niet hoe de anderen zo blind kunnen blijven. Wie de wetenschap volgt, ziet de ander steeds meer wegglijden in een illusoire, parallelle wereld. Het gebeurt in de beste families’, schrijft Johan Braeckman.

Hoe krijg ik mijn zoon terug?

Het is een pijnlijk neveneffect van corona: mensen die hun frustratie ventileren over onmogelijk geworden relaties. Hun partner viel voor de complotverhalen over Bill Gates. Hun zoon denkt dat vaccins een microchip bevatten. Een dochter geraakte ervan overtuigd dat wetenschappers samenwerken met politici om een totalitair regime te installeren, voor zover ze daar al niet in geslaagd zijn. Hun beste vriend verkondigt dat het virus in een geheim militair laboratorium is ontwikkeld.

Machteloosheid

Wat me telkens opnieuw treft bij die getuigenissen, is de overweldigende machteloosheid die men ervaart. Normale conversaties zijn niet meer mogelijk. Vroeger leidden meningsverschillen uitzonderlijk tot ruzie, maar die werd telkens snel weer bijgelegd. Dat is nu helemaal anders. De opvattingen die geliefden met grote stelligheid en onverzettelijkheid naar voren brengen, klinken zodanig radicaal dat de ruzies wonden maken die nauwelijks nog te helen zijn. Vaak leidt dat tot een oplossing die uit wanhoop voortkomt: het onderwerp vermijden. Stilzwijgend overeenkomen om niet overeen te komen. Niet over trivialiteiten, maar over onderwerpen die aan kernaspecten van ons denken en onze menselijkheid raken: het onderscheid tussen realiteit en illusie, betrouwbare kennis versus onzin, activisme tegenover onverschilligheid, vrijheid of dictatuur. Wie de fuik van complottheorieën en pseudowetenschap is ingezwommen, begrijpt maar niet hoe de anderen zo blind kunnen blijven. Wie de wetenschap volgt, ziet de ander steeds meer wegglijden in een illusoire, parallelle wereld.

Dwarsliggers

Een ontmoeting of confrontatie met iemand die pakweg antivaxer is of in complottheorieën gelooft, de klimaatopwarming ontkent of het creationisme verdedigt, kan zeer bevreemdend zijn. Het duurt een tijdje eer het doordringt: die persoon meent dat. Wat je ook aanbrengt aan harde data en grondig onderbouwde studies: de believer laat het moeiteloos van zich afglijden. Maar niet zomaar: hij of zij brengt argumenten aan, verwijst zelf naar allerlei studies (en naar talloze YouTube-filmpjes), kent de dissidenten binnen relevante wetenschappelijke disciplines en wijst erop dat onderzoekers zich geregeld vergissen, als ze al niet ronduit frauderen omwille van wiens brood men eet, enzovoort.

Met diegenen die het best geïnformeerd zijn, gaat het al snel over wetenschapsfilosofische kwesties zoals de vraag wat bewijs eigenlijk betekent, hoe men een experiment moet uitvoeren, of er al dan niet een strikte demarcatie is tussen wetenschap en pseudowetenschap, en of Karl Poppers falsificatiecriterium wel bruikbaar is. Hen voor de voeten gooien dat ze zich schuldig maken aan wetenschapsontkenning, helpt niet. In hun visie verwerpen ze de wetenschap niet, enkel de wetenschappelijke opvattingen die niet deugen. Hun helden zijn dwarsliggers die zelf wetenschapper zijn, of dat toch van zichzelf beweren. Het brengt geen zoden aan de dijk om erop te wijzen dat men bijvoorbeeld psychoanalyse bezwaarlijk een wetenschap kan noemen, en dat elk vakgebied zijn doorgeslagen dissidenten kent.

Conservatief

Natuurlijk gingen Galilei en Darwin in tegen de consensus en bleken ze gelijk te hebben. Maar dat betekent niet dat elke tegendraadse wetenschapper iets belangrijks te pakken heeft en binnenkort een nobelprijs mag ophalen. Wetenschap maakt voortgang dankzij contraire beweringen, maar niet elke dwarsligger helpt de trein vooruit. Als hij te sterk afwijkt, blokkeert het spoorverkeer. Het onderscheid inschatten tussen een rebel met briljante nieuwe inzichten en die met ontspoorde hersenspinsels, is soms lastig. Jazeker, Ignaz Semmelweis en Alfred Wegener hadden gelijk, maar hun vakgenoten zagen het niet in. Pas na hun dood nam men hun theorieën over. Wetenschap is vaak conservatief. Maar daar zijn goede redenen voor: men hoeft een moeilijk verworven inzicht niet op te geven omdat iemand uitroept dat de consensus op drijfzand rust.

Openheid van geest

Terug naar de zoon, de dochter, de partner of collega. Kunnen we ondanks alles toch een brug slaan over het vertroebelde water heen? Uit onderzoek komen enkele cruciale aspecten naar voren. Ik vermeld er een paar, voor wat ze waard zijn. Wellicht het allerbelangrijkste: het gaat de antivaxer, complotdenker of klimaatontkenner niet om het verbeteren van onze kennis op zich. Het draait veeleer rond identiteit. Elke wetenschapper hecht zich psychologisch en emotioneel aan zijn of haar opvattingen en standpunten. Maar er is altijd het besef dat anderen die onderuit kunnen halen. Daarom is openheid van geest nodig: we moeten in staat zijn om van mening te veranderen, maar niet zomaar. Er is een evenwicht nodig tussen naïeve aanvaarding enerzijds, en dogmatisch scepticisme anderzijds. Als een wetenschapper fout zit en dat zelf niet inziet of niet kan toegeven, verdwijnt hij uit zijn vakgebied.

Wetenschappers moeten de wetenschappelijke methodes in hun identiteit integreren, niet zozeer de inzichten op zich. Dit staat in contrast met wie zich liet bedotten door een pseudowetenschap of complottheorie: de methodes om kennis te verwerven, zijn ondergeschikt aan de overtuigingen. Hamer daarom niet op de valsheid van die overtuigingen, maar praat over de wijze waarop die zijn tot stand gekomen. Dat is minder confronterend en minder bedreigend voor iemands identiteit. Een opvatting opgeven die tegen de stroom ingaat, en die men hardnekkig heeft verdedigd tegen familieleden en andere geliefden, voelt aan als een ongewilde amputatie. Die onderga je niet zomaar.

Mensen versus ideeën

Vermijd kwetsende en denigrerende opmerkingen. Niemand valt voor onwetenschappelijke opvattingen uit domheid. Integendeel, men moet net over de nodige intelligentie beschikken om sterk afwijkende standpunten tegenover anderen vol te houden. Ik vernoemde eerder antivaxers, creationisten, complotdenkers en pseudowetenschappers in een adem. Ook al valt daar vaak iets voor te zeggen, het is niettemin fout om het iemand voor de voeten te gooien. Niemand ziet zichzelf als pseudowetenschapper. Wie antivaxer is, kan even kritisch staan tegenover creationisten als de doorsnee evolutiebioloog. En de ene complotdenker volgt niet altijd de illusies van de andere.

Uiteindelijk wil iedereen geloofwaardig zijn en erkenning krijgen. Daarom, hoe moeilijk het ook is, moeten we bereid zijn om over elke opinie een discussie aan te gaan. Wuif de platte-aardeaanhanger niet zomaar weg als idioot of wappie. Maak een onderscheid tussen mensen en ideeën. Net omdat elke mens respect verdient, mogen en moeten we meningen ernstig bekritiseren. Leg uit dat wetenschap bij uitstek die kunst onder de knie heeft. Velen menen dat wetenschap niet open staat voor debat, en dat onderzoekers controverses schuwen. Het tegendeel is het geval: zich kwetsbaar opstellen is net een kerneigenschap van goede wetenschap en van haar authentieke beoefenaars. Wees geduldig en liefdevol. Wie geradicaliseerde opvattingen heeft, zoekt gelijkgezinden op. Blijf daarom een warme, begripvolle en relativerende context aanbieden, waarin je zoon, je dochter, collega of geliefde zijn of haar identiteit terug kan opbouwen. 

Johan Braeckman is hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en lid van SKEPP.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content