Zsuzsanna Szelényi
‘Zal Viktor Orban eindelijk de prijs betalen voor zijn toenadering tot Poetin?’
‘De toenadering van de Hongaarse premier Viktor Orban tot het Kremlin past in zijn geopolitieke analyse dat het tijdperk van westerse dominantie voorbij is’, schrijft gewezen Hongaars parlementslid en voormalig partijgenote Zsuzsanna Szelényi.
Het einde van 2022 werd gekenmerkt door nieuwe schermutselingen in de voortdurende strijd tussen Hongarije en de EU, waarbij de Europese leiders ongeveer 5,8 miljard euro aan post-COVID-19-herstelfinanciering achterhielden vanwege de democratische achteruitgang van Hongarije onder Viktor Orban en zijn regerende Fidesz-partij. Het besluit volgt op jaren van waarschuwingen van internationale maatschappelijke organisaties over het georganiseerde optreden tegen politieke tegenstanders, journalisten, universiteiten, niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en onafhankelijke media, en op een groeiende stroom van bezorgdheid onder Europarlementariërs over de huidige koers van Hongarije.
Maar hoe zijn we tot dit punt gekomen? Een moment waarop de EU, ondanks haar eerdere aarzelingen, beslissend heeft ingegrepen in de politiek van een van haar 27 lidstaten. Voor antwoorden moeten we kijken naar de regerende Fidesz-partij van Viktor Orbán, die de beginselen die zij bij haar oprichting hanteerde, als verzetsbeweging tegen de communistische overheersing, al lang heeft verloochend.
Als universiteitsstudent die eind jaren tachtig in Boedapest woonde en in de anticommunistische traditie was opgevoed, werd ik aangetrokken door de belofte van politieke vrijheid die de Federatie van Jonge Democraten (Fidesz) belichaamde. Ik werd enthousiast lid van de partij, en binnen zes maanden werd ik gekozen in het partijbestuur en stond ik aan de zijde van Viktor Orbán in de verkiezingen van 1990 – de eerste vrije verkiezingen in Hongarije sinds het begin van het communisme. Fidesz, die voor het eerst in de Nationale Vergadering van Hongarije kwam, stond pal achter de beginselen van de liberale democratie en de centrumpolitiek.
De spanningen binnen de partij werden me echter al vroeg duidelijk. Men probeerde de partij naar rechts te trekken in de overtuiging dat de partij daardoor beter verkiesbaar zou worden. De liberale centristen die de grondbeginselen van de partij hooghielden, werden een steeds meer geplaagde minderheid en het onderwerp van vernederende verbale aanvallen. Orbáns verkiezing tot partijvoorzitter van Fidesz in 1993 betekende een keerpunt. Datzelfde jaar raakte Fidesz betrokken bij een grootschalig financieel schandaal waarbij honderden miljoenen Hongaarse forinten aan partijfondsen werden geïnvesteerd in bedrijven die banden hadden met Orbáns vriend en financieel adviseur, Lajos Simicska. Deze gebeurtenis legde het financiële wangedrag bloot dat deel zou gaan uitmaken van Orbáns bestuursstijl.
(Lees verder onder het artikel.)
Het schandaal was een breekpunt voor liberalen zoals ik. Toen we vertrokken, had Orbán de vrije hand om Fidesz om te vormen tot een rechtse partij, die volgens hem het politieke vacuüm aan de rechterkant kon opvullen. Binnen een paar jaar herschiep hij de partij langs anticommunistische, nationalistische en zelfbewust christelijke lijnen.
Decennia later heb ik gezien hoe Orbáns autocratische, transformerende macht conservatieve en recentelijk radicaal-rechtse politici in Europa en daarbuiten inspireerde. Tijdens zijn machtsperiode heeft Orbán de democratische instellingen systematisch uitgehold, van het wijzigen van de grondwet en de verkiezingsregels tot het belemmeren van het werk van de democratische staat en de onafhankelijke rechterlijke macht. Hij heeft zich verzekerd van de steun van de nieuwe en loyale zakenelite van het land door miljarden aan EU-middelen naar hun ondernemingen door te sluizen. Deze financiële middelen kunnen zijn partij decennialang aan de macht houden.
Orbán is een politieke kameleon op het internationale toneel, die erin slaagt voldoende sterke betrekkingen met de Europese leiders te onderhouden om de EU-fondsen te laten stromen, maar tegelijkertijd anti-Europese retoriek verspreidt en botst met de EU-instellingen. Sinds de illegale invasie van Oekraïne is hij de meest uitgesproken voorstander van Rusland en heeft hij een overeenkomst met Rusland ondertekend voor een nieuwe gasdeal in juli en tegen een hulppakket voor Oekraïne. Zijn toenadering tot het Kremlin past in zijn geopolitieke analyse dat het tijdperk van westerse dominantie voorbij is.
Terwijl hij in het buitenland allianties heeft gesmeed met Vladimir Poetin en Xi Jinping, heeft hij in eigen land de geschiedenis van het land herschreven om de erfenis van de rol van Hongarije in de twee wereldoorlogen en de anti-Stalinistische revolutie van 1956 te herdefiniëren. Een permanente lastercampagne tegen liberale westerse organisaties, pro-Europese oppositiepartijen en kritische NGO’s moet de nationalistische basis van Fidesz radicaliseren. Honderden miljarden euro’s aan sociale uitkeringen zijn naar Hongaarse huishoudens gegaan om de steun van de partij veilig te stellen. De combinatie van deze factoren hielp hem de verkiezingen van april te winnen.
Maar de oorlog in Oekraïne heeft barsten in Orbáns strategie aan het licht gebracht. Door vriendjes te worden met autocraten overal ter wereld heeft hij zichzelf in een hoek gedreven van steeds grotere radicalisering. Hij heeft zijn steun aan Poetin geïntensiveerd nu de positie van Rusland in het conflict steeds onhoudbaarder wordt. Zijn besluit om te vertrouwen op duur Russisch gas bedreigt de energiezekerheid van het land en de inflatie dreigt uit de hand te lopen. Ondertussen blijft Hongarije meer dan ooit afhankelijk van EU-fondsen.
Orbáns minachting voor de rechtsstaat en zijn steun voor Poetin hebben het geduld van de EU op de proef gesteld. Verwacht een langdurige strijd tussen het blok en zijn eerste autocraat van eigen bodem. Orbán heeft jarenlang het midden gehouden tussen westerse bondgenoten en autocratische regeringen en kwam weg met zijn verdeeldheid zaaiende strategieën. De oorlog in Oekraïne kan het einde betekenen van zijn handelswijze.
Zsuzsanna Szelényi is deskundige op het gebied van buitenlands beleid, voormalig Hongaars parlementslid en auteur van Tainted Democracy: Viktor Orbán and the Subversion of Hungary.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier