Ruth-Marie Henckes
‘We hebben zowel groen als sociale woningen nodig, en op beide vlakken presteren de Brusselse machthebbers ondermaats’
Ruth-Marie Henckes van Greenpeace staat stil bij ‘de valse tegenstelling tussen wonen en groen in de stad’.
Deze week (3-6 oktober) strijkt een prestigieus congres over stedenbouw en ruimtelijke planning neer in Tour & Taxis, onder de gevleugelde noemer “From wealthy to healthy cities”. Terwijl elke Brusselse wijk wel een actiecomité tegen ontbossing of verharding heeft, en meer dan 50.000 gezinnen op de wachtlijst voor sociale woningen staan, zal de Brusselse regering bij dit internationale gezelschap pronken met haar verwezenlijkingen om van Brussel een gezonde stad te maken.
Maar zijn de gastheren van het congres, Rudi Vervoort (PS) als minister-president en Pascal Smet (Vooruit) als bevoegde staatssecretaris, geen keizers zonder kleren? Neem het ‘Moeras Wiels’, waar de stad tijdens een gegidste wandeling voor een exclusief gezelschap van experts haar plannen uit de doeken zal doen. Daar staan burgers al sinds 2018 op de barricade om het geklasseerde Métropole-gebouw en de biodiversiteit in het moeras te beschermen. Na fel burgerprotest tegen de plannen van JCX Immo kocht de stad de site in 2020 over. Niet om de natuur te redden, maar om er alsnog te betonneren. Zeer wrang dat de stad dan net dit project voorstelt als één van haar groene realisaties.
Burgerbewegingen zoals deze worden door minister-president Vervoort afgedaan als misplaatst eigenbelang: niet in mijn achtertuin. Nochtans is hun aanklacht tegen de vernietiging van groene ruimte niet zo gek. Tussen 2003 en 2016 verdween zo’n 14% van de groene ruimte in Brussel. In 2006 was 47% van Brussel gebetonneerd, en in 2020 was dat al 52%. Zo telt Brussel 55 m² groen per inwoner terwijl dat in Amsterdam 96 m² is, mocht je alle groene ruimte (inclusief tuinen) gelijk verdelen.
Deze regering gaat dat tij niet keren. Hoewel Vervoort graag pocht met de 55 ha nieuw groen die werd gecreëerd sinds zijn aantreden in 2013, staat er ook 42 ha verharding van stedelijk groen op de planning, waaronder het Moeras Wiels. Merk op dat er tussen 2003 en 2016 al 1105 ha groen verdween. De balans zal dus negatief uitvallen voor de Brusselse socialisten als ze doorzetten met hun plannen. En dat als hoofdstad van Europa, terwijl de EU juist vraagt om meer stedelijk groen in de recente Green Deal en biodiversiteitsstrategie.
De Brusselse regering schermt met een tegenstelling: ofwel lossen we de woningcrisis op, ofwel beschermen we groen in de stad. Omstreden projecten zoals het Moeras Wiels en de Josaphatsite zouden noodzakelijk zijn om de woningnood te verlichten en de wachtlijst voor sociale woningen in te korten. Deze telt ondertussen reeds meer dan 50.000 gezinnen, goed voor zo’n 12 jaar wachten aan het huidige bouwtempo. De huidige situatie is inderdaad mensonwaardig en de Brusselse regering moet onmiddellijk bijkomende sociale woningen creëren.
Maar als puntje bij paaltje komt blijken sociale woningen niet de echte drijfveer achter projecten van natuurvernietiging. Ze dienen eerder als schaamlapje voor grote prestigeprojecten die extra inkomsten moeten genereren. Van de 1.200 woningen die de regering op de Josaphatsite wil bouwen, zijn slechts 323 sociale woningen. De rest zijn koopwoningen met sociale bestemming, die uiteindelijk op de privémarkt zullen belanden. Deze situatie herhaalt zich bij andere bedreigde natuurgebieden, waar de stad slechts een fractie van het project aan sociale woningen toewijst. Bij het Moeras Wiels blijft de regering uitzonderlijk vaag met de belofte van ’70 tot 80 middenklasse- (en/of sociale) woningen’.
Bovendien wordt er bij projectontwikkeling te snel gekeken naar groengebied, terwijl intussen zo’n 17.000 à 27.000 woningen leegstaan in Brussel. De wachtlijst voor sociale woningen werd ook niet van gisteren op vandaag zo lang: armoedenetwerken doen al ettelijke jaren beleidsvoorstellen om de woningnood in te lossen. We begrijpen dat hier soms natuur voor moet sneuvelen, maar dat mag nooit lichtzinnig gebeuren.
Nu we met steeds hetere zomers kampen, zijn bomen de beste natuurlijke airco die we hebben om hitte-eilanden in steden tegen te gaan. Ook toont onderzoek dat wonen in de nabijheid van oude bomen goed is voor de gezondheid: in straten met meer oude bomen wordt minder medicatie tegen depressie en cardiovasculaire ziekten genomen. Om van de betere luchtkwaliteit nog maar te zwijgen. Deze voordelen leggen ook een diepgewortelde ongelijkheid bloot. Het zijn net de mensen zonder middelen om even te ontsnappen uit de stad die het meeste nood hebben aan groene ruimte. Het zijn net deze mensen die de grootste gevolgen dragen van weinig groen, en bijgevolg ook van slechte luchtkwaliteit, op hun gezondheid.
Voor “wealthy and healthy cities” hebben we zowel stedelijk groen als sociale woningen nodig. Op beide vlakken presteren de Brusselse machthebbers ondermaats. Brusselse grond wordt enkel schaarser, de klimaatcrisis en het biodiversiteitsverlies denderen voort, en de ongelijkheid in Brussel zal met de energiecrisis enkel toenemen. De keuzes van vandaag zullen in grote mate onomkeerbaar zijn voor het welzijn van Brusselaars in de toekomst, en groene ruimte zal daar een cruciale rol in spelen. De vraag is of de Brusselse regering naar haar bezorgde burgers zal luisteren, of liever het hoge woord voert op internationale congressen.
Ruth-Marie Henckes is expert Biodiversiteit bij Greenpeace België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier