Ann Caluwaerts
‘Wat we vandaag via en dankzij het internet doen en verbruiken, is veel sneller gestegen dan de kostprijs ervan’
Dat telecomabonnementen de afgelopen jaren duurder zijn geworden, horen we regelmatig. ‘Maar het verbruik en datgene wat we vandaag met en dankzij het internet doen, steeg veel sneller dan de kostprijs’, schrijft Ann Caluwaerts, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) en Executive Vice President bij Telenet. ‘De digitale evolutie en bijhorende investeringen zullen niet stoppen – integendeel – maar we moeten er wel over blijven waken dat iedereen online kan gaan.’ Lees hier alle andere bijdragen van onze zomerreeks De doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?
“Je bent aangekomen op je bestemming”, meldt de stem van mijn navigatie-app. Terwijl mijn echtgenoot de wagen parkeert, veeg ik al mijn openstaande apps naar boven om ze af te sluiten. Tien in totaal. Spotify, Waze, WhatsApp, Mail, LinkedIn, YouTube, een nieuwsapp, mijn banking app, een online fotoboek waaraan ik bezig was en de digitale thermostaat van ons huis die ik vanop afstand kan regelen.
Dat was half jaren 90 wel even anders, bedenk ik me. Toen checkte ik thuis wellicht vlak voor mijn vertrek of ik die week toevallig een mail had ontvangen. Met de welbekende kraak- en fluittoon van de inbelverbinding op de achtergrond. Van de andere bovenvermelde digitale toepassingen en toestellen was toen nog helemaal geen sprake.
Om maar aan te geven: ons internetgebruik en de mogelijkheden zijn de laatste dertig jaar razendsnel veranderd. Ook de prijzen voor telecom zijn stevig veranderd, hoor ik u denken. Dat klopt. Telecomdiensten zoals tv, vast en mobiel internet zijn duurder geworden. Maar de Belg krijgt voor die prijs ook veel meer terug: meer data, meer video, meer surfen en meer entertainment. De hoeveelheid data die verbruikt wordt en de snelheid waarmee de data over het net getransporteerd worden, bepalen hoe breed de internetsnelweg moet zijn en dus ook de kost van het internet. En dat verbruik is razendsnel toegenomen de laatste jaren, vele malen meer dan de prijs is gestegen.
De mobiele prijs per gigabyte, de eenheid in dewelke het dataverbruik gemeten wordt, daalde in België zelf met meer dan 30% het laatste jaar (New Street Research – European Tariff tracker, juni 2022). Bovendien werden een heel aantal extra diensten ook niet meer aangerekend de voorbije jaren, denk maar aan roaming in Europa. Kortom, datgene wat we vandaag via en dankzij het internet doen en verbruiken, is veel sneller gestegen dan de kostprijs ervan.
Een nieuwe wereld wacht
Om het netwerk performant te houden en plotse pieken aan te kunnen, moet voortdurend geïnvesteerd worden. De telecomoperatoren investeerden samen in 2021 zo’n 1,738 miljard euro (exclusief licentierechten voor spectrum). 24,3% van de omzet werd opnieuw geïnvesteerd in activa, een forse stijging met 3,8 procentpunten ten opzichte van de 20,5% in 2020 (BIPT, 2022).
Dat die investeringen broodnodig zijn, toonde de coronacrisis duidelijk. Normaal stijgt het internetverkeer elk jaar met zo’n 30%. Maar de afgelopen twee jaar zagen we een verdubbeling. We zijn massaal gaan videobellen (+80%) en streamen en downloaden meer video’s dan ooit tevoren (+60%). Over de hele coronaperiode is het internetverkeer met zo’n 40% gestegen, zo berekende Bnix, de overheidsdienst die het ‘rondpunt’ van het internet beheert en een goed zicht heeft op hoeveel verkeer daarop zit.
Ook het aantal slimme toestellen in het huishouden dat verbonden is met het internet stijgt snel. Soms zelfs zonder dat we het weten: van de wasmachine tot de muziekinstallatie of de slimme deurbel. Uit een recente studie van Telenet blijkt dat klanten gemiddeld 5,8 toestellen verbonden hebben met hun thuisnetwerk. Ook dat is verkeer dat over de Belgische internetsnelweg moet en dus nieuwe ruimte vraagt. Toch hield ons internet goed stand tijdens de coronacrisis: er was geen uitval en geen verlies aan kwaliteit.
Tel naast het gestegen internetgebruik en –verbruik en de investeringen ook de stijgende kosten van regelgeving, taksen, loonkost, inflatie, energiekost en kosten om contentrechten te verkrijgen – en je begrijpt waarom ook telecombedrijven niet anders kunnen dan hun prijzen over de jaren heen te laten volgen.
De digitale evolutie zal bovendien steeds sneller gaan. Streaming, gaming en de hele entertainmentsector zullen blijven groeien. Daar is een nog stevigere internetverbinding voor nodig die we in België vandaag al aanleggen. ‘Latency’ – vertraging van gegevensoverdracht – wordt o.a. dankzij 5G definitief verleden tijd. En die toepassingen zullen onze samenleving niet alleen beter en efficiënter maken, ze zullen ook een nieuwe wereld openen. Denk bijvoorbeeld aan Augmented Reality, dat de virtuele met de reële wereld verbindt en als het ware vanop een afstand een fysieke aanwezigheid geeft. Toepassingen die voor telewerk, woonzorgcentra, ziekenhuizen of gewoon een studerende zoon of dochter in het buitenland een grote meerwaarde zullen hebben.
Internet voor iedereen
Van die digitale evolutie moet iedereen de vruchten kunnen plukken. Telecom bedraagt vandaag zo’n 3,3% van het budget van de Belgische huishoudens (cijfers Statbel 2020). In 2016 ging het om 3,0%. In vergelijking met uitgaven voor ‘voedingsmiddelen’ (18,1% in 2020) en ‘woning, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen’ (31,8% in 2020) is dat laag. Zeker als je weet hoe doordrongen ons dagelijkse leven is van internet en entertainment.
De mogelijkheden om je telecomabonnement vandaag samen te stellen zijn uitgebreid: wil je veel entertainment, dan kan je gaan voor een uitgebreider pakket. Heb je minder nodig? Dan ga je voor een beperkte bundel. Toch heeft zo’n 10% van de Belgische gezinnen thuis nog steeds geen internet. Voor alleenstaanden gaat het zelfs om 22% (Statbel, 2020). We moeten ernaar blijven streven dat iedereen in België online kan gaan. Want dat dat broodnodig is, toonde ook de coronacrisis. Terwijl ze ons dwong om een digitale versnelling hoger te schakelen, raakten bepaalde groepen net nog meer afgesloten van de samenleving omdat ze de tools en vaardigheden ontbreken om online te gaan.
Toegang tot betaalbaar internet is de sleutel tot participatie in de digitale maatschappij. Met het oog op het vermijden van sociale, maatschappelijke en economische uitsluiting, zijn er recent programma’s opgestart zoals Telenet Essential Internet en Proximus Internet for All, die ook al de steun van Petra De Sutter, federaal minister van Telecommunicatie, kregen. Ze bieden structurele internetoplossingen aan een laagdrempelig tarief om ook deze mensen op de digitale trein te krijgen.
De digitale kloof is echter een zeer complexe problematiek die geen enkele partij alleen aankan. Zo blijft het bijvoorbeeld erg moeilijk om de doelgroepen te bereiken. Daarom is een intense samenwerking nodig over de verschillende instanties heen – telecomoperatoren, sociale organisaties en overheid.
Telecomprijzen stijgen, net als andere producten en diensten in de samenleving. Maar in het licht van wat het internet ons elk jaar méér geeft, is dit relatief. Zeker als je weet hoe doordrongen ons dagelijkse leven is van internet en entertainment, blijft telecom met 3,3% een erg bescheiden deel van ons huishoudbudget innemen. Bovendien wordt er fors geïnvesteerd om de netwerken in ons land nog performanter te maken zodat we klaar zijn om het almaar stijgende internetgebruik het hoofd te bieden. Maar met het oog op een toekomst die nóg meer snelle digitale toepassingen in petto heeft, moeten we er de komende jaren absoluut alles aan doen om iederéén, ook de financieel kwetsbaren, betaalbaar te connecteren.
Ann Caluwaerts is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) en Executive Vice President bij Telenet.
De Doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier