Julie Van Houtryve
‘De huismus verdwijnt: wat zegt dat over de leefbaarheid van onze dorpen en steden?’
Dat de huismus ‘vermust’ is, spreekt boekdelen over de leefbaarheid van onze woonomgeving voor dier én mens, schrijft Julie Van Houtryve (Vogelbescherming Vlaanderen).
Ooit al stilgestaan bij de toestand van de huismus? Waarschijnlijk niet. Een doodgewone vogel op zoek naar broodkruimels op een zomers terras, zou je denken. Niets is minder waar. Deze kleine zangvogel is een ware barometer voor de leefbaarheid van onze dorpen en steden.
Tijdens het jaarlijkse vogeltelweekend georganiseerd door onze collega’s van Natuurpunt staat de huismus zelfs steevast op de eerste plaats. De huismus vertoeft graag in de buurt van de mens en zijn bewoning. Daardoor kan je de huismus makkelijk in je tuin zien. Huismussen leven het grootste deel van hun leven in groepen of ‘kolonies’. Die kunnen variëren van enkele vogels tot tientallen paren. Wanneer huismussen een goede plek vinden om te leven, kan de kolonie daar generaties na elkaar wonen.
Erg aangename buren zijn we als mens helaas zelden geweest. De mus werd massaal bejaagd, gevangengenomen en verdelgd. Pas in 2002 keurde de Vlaamse regering op initiatief van Vogelbescherming Vlaanderen een voorstel goed om de bestrijding van huismussen te verbieden. De Passer domesticus is voortaan een beschermde vogelsoort in Vlaanderen.
Huismus verdwijnt zienderogen
Toch gaat het helemaal niet goed met onze gevederde buur. Na meer dan 20 jaar huismussen tellen, moeten we concluderen dat de toestand van de huismus in Brussel en Vlaanderen er niet op vooruit is gegaan. Ze staat sinds 2016 op de Vlaamse Rode Lijst vermeld als ‘kwetsbaar’. Gelukkig is de bekommernis om dit kleine vogeltje ondertussen wel toegenomen.
Een van de belangrijkste problemen is dat de omvang van de huismussenkolonies afneemt. Uit onderzoek weten we dat de grootte van de huismusgroepen erg belangrijk is. En dat is een probleem: de veiligheid van de huismus wordt in hoge mate bepaald door de groep. Veel essentiële handelingen, zoals balts, hygiëne en foerageren, zijn bij mussen groepsgebeurtenissen.
Uit de tellingen weten we dat de grootte van de huismussenkolonies, toch zeker sinds 2002, is afgenomen. Sinds 2012 zijn er hoofdzakelijk 1-5 broedparen huismussen geteld per locatie, terwijl het aandeel groepen van 6 à 10 broedparen in vergelijking met 2002-2011 gelijk is gebleven. Ook opvallend is dat er steeds minder grote groepen van meer dan 10 koppels gemeld werden: hun aandeel is teruggevallen tot slechts 20% van de tellingen. Dat is erg zorgwekkend, wetende dat 10 broedparen huismussen een kritische onderdrempel vormt voor hun overleving.
Ander onderzoek toont aan dat ook de totale huismussenaantallen dalen. Het aantal huismussen in Europa is sinds 1980 gehalveerd. Sinds 2007 is de populatie in Vlaanderen met 42% afgenomen. In Brussel was er een daling van maar liefst 95% sinds 1992.
Huismus als kanarie in de koolmijn
De meest aannemelijke oorzaak voor de achteruitgang van de huismus is de toenemende verstedelijking en de vermindering van de hoeveelheid (kleinschalig) groen in Brussel en Vlaanderen. Hoe minder groenelementen binnen een afstand van enkele tot honderden meters, hoe minder voedsel en schuil- en nestplaatsen een kolonie huismussen kan aanspreken.
Alle problemen die we vandaag ervaren, zoals snel opeenvolgende hittegolven, wateroverlast, slechte luchtkwaliteit, allerhande milieuvervuiling, hebben een grote (extra) negatieve impact op wilde dieren en op mensen. Deze problemen vragen een omarming van onze natuur en al haar voordelen. Niet alleen in afgebakende natuurgebieden maar overal om ons heen, te beginnen in onze tuinen en straten. Ook in een stad kan de huismus gedijen, mits er maar voldoende nestplaatsen in gebouwen, groene elementen en water aanwezig zijn. Natuurinclusief bouwen zou dan ook de norm moeten zijn: gebouwen en omringende tuinen zo inrichten dat ze maximale kansen voor wilde dieren creëren.
De minutieuze eisen die een honkvaste soort zoals de huismus stelt aan haar leefgebied, zijn precies de instrumenten die we moeten benutten om van onze tuinen, straten, dorpen en steden een meer leefbare en gezonde omgeving te maken. Dat zou niet alleen voor de huismus goed nieuws zijn, maar ook voor haar vele buren (zoals andere vogels en insecten) én voor de mens.
Ontdek hoe leefbaar je buurt is
Wil je weten hoe leefbaar jouw buurt is? Tel dan zaterdag 25 en zondag 26 maart de huismusmannetjes (die zijn dan het meest zichtbaar en hoorbaar, de vrouwtjes zitten op het nest) bij je thuis. Spot je veel tsjilpende huismussen? Dan is er in jouw omgeving veel groen en water: onmisbaar voor meer rust, meer ruimte en een betere gezondheid voor mensen en dieren.
Zijn er weinig of geen mussen? Laat het ons ook weten (de informatie is goud waard) en ga aan de slag: richt je tuin musvriendelijk in en inspireer buren, vrienden, familie, architecten, tuinontwerpers, tuinbeheerders, de lokale groendienst en lokale beleidsmakers. Alle tips vind je op www.vogelbescherming.be.
Julie Van Houtryve is project- en campagnemedewerker bij Vogelbescherming Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier