Mark Eyskens
‘Tussentaal op tv? Debat is goeie graadmeter van wat in Vlaanderen voor cultuur doorgaat’
Minister van Staat Mark Eyskens, die in zijn studententijd lid was de zogenaamde ABN-kernen, heeft geen goed oog in de opmars van tussentaal op televisie.
Het debat over de vraag of al dan niet de Vlaamse tussentaal moet worden gepromoot in de media en meer bepaald op de VRT, is heel interessant. Meteen is het een graadmeter van wat in Vlaanderen voor cultuur doorgaat.
De invoering van het Standaardnederlands in Vlaanderen beoogde in de eerste plaats een gemeenschappelijke taal in Vlaanderen in te voeren en de dialecten, hoe sappig ook, te verwijzen naar het hoekcafé in de schaduw van de kerktoren.
Het tweede opzet was om samen met Nederland een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen die het Nederlands voldoende internationaal gewicht zou geven. Het gaat immers om een taalgemeenschap van 17 miljoen Nederlanders en meer dan 6 miljoen Vlamingen; samen 23 miljoen. Daardoor wordt het Nederlands een middelgrote taal in Europa.
Het derde objectief van het bevorderen van de Nederlandse standaardtaal in Vlaanderen was de superioriteit van de Franstaligheid te bedwingen en te streven naar evenwaardigheid. Voor de Vlaamse beweging is dit laatste streefdoel heel belangrijk geweest. Zolang Vlaanderen door talrijke dialecten werd overheerst, kon de kardinaal van België het zich aan het begin van de 20e eeuw veroorloven om ex cathedra te verklaren dat het Vlaams geen taal is waarmee men zich wetenschappelijke kan uitdrukken, en dus niet geschikt is om universitair onderwijs in te verstrekken. Tegelijk waren de Franstaligen, die eindelijk hadden begrepen dat ze in België ook Nederlands moesten leren en kennen, verbaasd om te constateren, na de door hen geleverde inspanning, dat het Nederlands als taal door de Vlamingen eigenlijk niet werd gesproken.
(Lees verder hieronder.)
Dit was en is nog steeds een zware nederlaag voor de Vlaamse beweging en haar ambitie om te behoren tot de Nederlandse cultuurgemeenschap in Europa. Als collegestudent na WOII was ik lid van de zogenaamde ABN-kernen, studenten die werden ingezet voor de verspreiding van het algemeen beschaafd Nederlands en het geleidelijk doen verdwijnen van de dialecten die onder de leerlingen werden gesproken, voornamelijk op de speelplaats. Met enige cynische ironie werd het onderscheid gemaakt tussen AOV en ABN, Algemeen Onbeschaafd Vloms en Algemeen Beschaafd Nederlands.
Geleidelijk aan is het Algemeen Beschaafd Nederlands uitgegroeid tot de standaardtaal, die feilloos werd en wordt gehanteerd, onder meer In de gesproken media. Ik denk dan vooral aan de nieuwslezers op radio en televisie. Maar in heel wat andere programma’s laat het taalgebruik veel te wensen over, voroal dan in de zogenaamde feuilletons. Voor een Franstalige Belg of een vreemdeling is het wel vreemd dat de gesprekken die daar worden gevoerd in zogenaamd Vlaams, ondertiteld worden in correct Standaardnederlands. Zij besluiten dan ook dat de taal die zij zo moeizaam hebben aangeleerd, namelijk het Standaardnederlands, in België niet wordt gesproken. En uiteraard is dat een wat overdreven conclusie, maar het is er wel één die de Franstalige openbare opinie ertoe aanzet om in het onderwijs in Wallonië en Brussel, het Nederlands te weren als tweede taal en te vervangen door het Engels.
De Nederlanders op hun beurt hebben nog steeds de neiging te stellen dat In Vlaanderen Vlaams wordt gesproken en zeker geen Nederlands. De Vlaams-dialectische uitdrukking: “Allei, Allei, da go de gai toch niet toen, zeikes!” klinkt hen zoetgevooisd in de oren als een variante van één van de 348 Indonesische streek-talen zoals onder meer Balinees, Bandjarees, Biatah, Bukitaans en Kelabit, die hen herinneren aan het paradijselijke Oost-Indië dat zich daar slingert rond de evenaar als een gordel van smaragd.
Het Standaardnederlands geeft de Vlamingen een plek, samen met de Nederlanders, tussen de middelgrote cultuurgemeenschappen van Europa. De Vlaamse beweging was in eerste instantie een cultuurbeweging. En het is onaanvaardbaar dat die zou eindigen bij wijze van orgelpunt, op een dissonant, namelijk met hoofdzakelijk deelnemers en leden, die enkel tussentaaltjes (in het meervoud) wauwelen. Want een bezwarende omstandigheid is dat van die zogenaamde tussentaal geen standaardversie bestaat maar enkel plaatsgebonden dialectische varianten.
Het is bovendien slechts een magere troost dat in Franstalig België de correcte kennis van het Frans ook achteruit boert, vooral onder invloed van de moderne media en instrumenten, zoals de smartphone, Ipad en de laptop, die de leescultuur verdringen.
Een van de meest essentiële taken van ons onderwijs bestaat erin de jonge mensen correct te leren spreken en schrijven. Dit is een essentiële roeping voor onze ministers van cultuur en onderwijs en alle beleidsmensen die invloed uitoefenen op onze media.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier