Marij Preneel (Groen)
‘Stoere taal alleen zal Antwerpen niet redden’
‘Wat Antwerpenaren op dit moment nodig hebben, is een nabije overheid en een aanspreekbare politie’, schrijven districtsburgemeester van Borgerhout Marij Preneel en Antwerps gemeenteraadslid Karen Maes (Groen).
Het is een hete zomer, letterlijk maar ook figuurlijk. Antwerpen wordt opgeschrikt door drugsgeweld. In de getroffen buurten zijn de aanslagen het gespreksonderwerp nummer één – of net niet. Mensen zijn het aanhoudend geweld beu. Nu het geweld zich ook overdag afspeelt, sluipt de angst binnen. De problematiek van het drugsgeweld is bijzonder complex. Dat vraagt een doortastend beleid op korte en lange termijn. Daarover verder meer.
Maar wat Antwerpenaren op dit moment nodig hebben, is een nabije overheid en een aanspreekbare politie. In tijden van crisis is dat wat houvast geeft: dat je ergens terecht kunt, dat je gehoord wordt, dat je weet dat de overheid zorgt voor je veiligheid. Laat dat nu net zijn waar Bart De Wever de laatste jaren stevig heeft in gesnoeid: de aanwezigheid in de buurten. Het begon met het schrappen van de straathoekwerkers. Vervolgens gingen de wijkkantoren dicht (waar je terecht kon voor het opladen van je sorteerpas, maar ook om te melden dat er sluikstort lag op de hoek van je straat of gewoon voor een babbeltje). De lokale politie werd gecentraliseerd. In een politiekantoor geraak je enkel binnen op afspraak, politieagenten zie je voornamelijk in combi’s, zelden op de fiets of te voet.
Op een infovergadering die de burgemeester in juli naar aanleiding van de aanslagen in oud-Borgerhout belegde, vroeg een oudere dame wie ze kon aanspreken als ze iets verdachts zag in haar straat. Zonder ironie antwoordde de aanwezige agent dat ze op www.politieantwerpen.be te weten kon komen wie haar wijkagent was. Als ze iets te melden had, liefst mailen naar wijkwerking.city@politie.antwerpen.be. Of ze kon bellen naar De Blauwe Lijn. Benieuwd of de dame de weg naar de politie gevonden heeft.
Omdat Antwerpenaren niet meer weten waar ze terecht kunnen, komen ze met heel veel vragen naar het stadsloket (waar je naartoe gaat voor een reispas of als je gaat trouwen). Maar ook die loketten worden vanaf 1 december afgebouwd: er blijven er nog vier over voor meer dan een half miljoen Antwerpenaren. Wie er nog rest in de wijk, zijn de buurtregisseurs (voor heel Deurne zijn dat bijvoorbeeld slechts twee mensen), de stadswachters (herkenbaar aan de paarse outfit) en een politie in een combi. En zelfs aan de stadsachten heeft men gesleuteld ten koste van voortdurende aanwezigheden in de wijken. De vaste patrouilles van de stadswacht bijvoorbeeld zijn vervangen door interventies bij overlast of hotspots. Het stadsbestuur heeft zich stelselmatig teruggetrokken uit de wijken. Tijdens de coronacrisis liet zich dat voor het eerst scherp voelen. Het drugsgeweld maakt het nog pijnlijker duidelijk: wie kunnen bewoners in hun buurt vertrouwen en aanspreken? En minstens even belangrijk: wie in Antwerpen kent de wijken en haar bewoners nog op z’n duimpje?
De drugsproblematiek is complex. Ze vraagt ook om een veelzijdige oplossing. De eenzijdige stoere taal, het vingerwijzen, de videogame-aanpak van onze burgemeester heeft zijn beste tijd gehad. Het is duidelijk dat de methode niet werkt. Er is dringend bijsturing nodig om de rust te laten terugkeren in de Antwerpse wijken. Die bijsturing begint beter vandaag dan morgen en de stad heeft hier een belangrijke rol in te spelen.
Ten eerste zijn er duidelijke aanspreekpunten nodig voor de buurt. Overleg met de districtsbesturen, zij staan dichtbij de bewoners. Zorg dat buren signalen door kunnen geven zonder schrik voor represailles. De burgemeester heeft hiervoor de instrumenten maar hij gebruikt ze onvoldoende: de wijkagent en de stadstoezichters. Hierdoor hebben de criminelen de laatste jaren te veel ruimte gekregen in de wijken.
Ten tweede: investeer in extra manschappen op straat in de buurten die kreunen onder het geweld en die gekend zijn. Het gaat vaak om hetzelfde netwerk van doelwitten.
Zorg, ten derde, voor een goede samenwerking tussen lokale politie, gespecialiseerde teams binnen de lokale politie, de Federale Gerechtelijke politie, het havenbedrijf en de douane. Doorgedreven informatie uitwisseling is broodnodig om de netten te sluiten rond de criminele organisaties.
Ten vierde: werk de achterstand van personeel en middelen bij de parketten weg. De vorige federale regering heeft bespaard op alle administraties, inclusief politie en justitie. De huidige federale regering levert inspanningen om extra middelen vrij te maken.
Last but not least, is het zeker niet alleen een kwestie van veiligheid. Ook op vlak van preventie naar jongeren en gebruikers van drugs moet er dringend een tand worden bijgestoken. Die preventie is nu namelijk zo goed als onbestaand. Investeer opnieuw volop in straathoekwerk. Bespaar niet op jongerenwerkers, zoals vandaag jammer genoeg onder meer in Borgerhout gebeurt. Leer jongeren de gevaren kennen van het snelle geld, ga met hen in gesprek, bied alternatieven. En investeer in goede re-integratie-trajecten voor gebruikers en criminelen.
Marij Preneel is districtsburgemeester in Borgerhout.
Karen Maes is gemeenteraadslid voor Groen in Antwerpen en lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier