Evita Willaert (Groen)
‘Problemen kinderopvang: een sector in crisis verdient meer dan wat ballonnetjes’
‘We schieten niets op met “ideetjes”die de situatie nog erger maken’, schrijft Gents schepen Evita Willaert naar aanleiding van de oplossingen die de Vlaamse regering deze week presenteerde voor de problemen in de kinderopvang.
Actievoeren loont! Gisteren organiseerden ouders en medestanders hun eigen noodcrêche ‘Crisis Crèche Crevits’ op het kabinet van de minister. Prompt verschenen er in de krant ballonnetjes over “oplossingen” voor de crisis in de kinderopvang. Je zou denken: ‘Hoera, er is witte rook!’ Maar daarna verslik je je in je koffie. De minister stelt kleinere groepjes voor baby’s voor. Zeer goed. Die kleinere groepjes zijn wel niet alleen nodig voor baby’s, maar voor alle kleine hummeltjes tot 3 jaar.
Maar dan komt het: er wordt gewerkt aan een kader voor ‘noodopvang’ voor baby’s en peuters. Dus als je crèche eens een dag moet sluiten of als de openingsuren moeten worden ingeperkt wegens een tekort aan kinderbegeleiders dan gaan we die ukjes afzetten in de nood-op-vang? We spreken over kinderen tussen pakweg 3 weken tot 3 jaar oud! Dat zijn geen pakjes suiker die je op ’t schap kan gaan zetten bij een onbekende zodat je naar je werk kan gaan.
En die noodopvang moet georganiseerd worden door de steden en gemeenten. Want die kunnen dat. Ze hebben tijdens de coronperiode bewezen dat ze zich dubbel kunnen plooien om noodopvang te organiseren voor schoolgaande kinderen, dus dan kunnen ze op dezelfde leest verder werken. Maar is de kern van het probleem eigenlijk wel gekend bij de bedenker van dit ballonnetje? De kinderopvang kampt met een personeelstekort. Als de kwalitatieve begeleiders al niet gevonden worden in de reguliere, omkaderde contexten van onze kinderdagverbijven, wie haalt het dan in zijn hoofd om te denken dat de steden en gemeenten zo’n voorraadje kinderbegeleiders liggen hebben?
Het zou grappig zijn, mocht het niet om te wenen zijn.
De sector heeft nood aan stabiliteit en vertrouwen. Aan het opkrikken van de kwaliteit. Aan minder kinderen per begeleider. Aan een degelijke opleiding en voldoende coaching op de werkvloer, betere arbeidsomstandigheden en een betere verloning. En aan respect. Deze voorstellen getuigen van het tegendeel. Want zo’n noodopvang inrichten, dat is makkelijk, toch?
Dit is geen oplossing, dit is toegeven dat je het niet opgelost krijgt. Die “ideetjes” maken de situatie nog erger. Dit is de moegetergde ouders en oververmoeide begeleiders in hun gezicht uitlachen. We hebben een echt plan nodig, een Marshallplan.
Zijn we eigenlijk akkoord over de uitgangspunten?
- Dat het organiseren van groepsopvang voor de “eerste leeftijd”, zoals dat heet, een maatschappelijke taak is? En dat die bevoegdheid toegewezen werd aan het Vlaamse niveau, aan de bevoegde minister en het agentschap Opgroeien? Want wat we zelf doen, doen we beter, toch?
- En zijn we het er over eens dat kwalitatieve opvang meer betekent dan “noodopvang” of – begot – het schrijven van een handleiding voor ouders? Wouter Beke suggereerde dat ouders maar moesten thuisblijven om voor hun kinderen te zorgen, bij dit ideetje krijgen ouders er als upgrade nu ook een handleidingetje bij. Straks moeten we nog blij zijn dat het woord “ouders” gebruikt wordt, want het rook ook al even naar “moeder aan de haard”. Wie als (groot)ouder zijn of haar kind wil opvangen, kan dat zeker doen. Maar we gaan deze maatschappelijke taak toch niet in de nek schuiven van mensen die tegelijk ook elders verwacht worden. Ik hoorde die andere Vlaamse minister, dhr. Diependaele, ook gisteren op de radio zeggen dat alle werknemers moeten bijdragen zodat we alle crisissen kunnen bezweren. Vlaanderen moet eens kiezen: willen ze ouders activeren of willen ze ouders thuis houden om het ontbrekende beleid in de kinderopvang te maskeren?
- Zijn we het er over eens dat we structureel moeten inzetten op een kinderopvang die onze baby’s en peuters van 0 tot 3 jaar begeleidt en vormt, zowel met emotionele als educatieve ondersteuning, zodat kinderen niet alleen goed verzorgd worden in een veilige context, maar dat ze ook op pad gezet worden naar verkenning, naar uitbreiding van hun taalkennis, naar het stimuleren van vaardigheden?
- Zijn we het er over eens dat deze kwalitatieve kinderopvang in handen moet zijn van goed-opgeleide en gewaardeerde kinderbegeleiders, die daar de nodige ondersteuning en middelen voor krijgen, zodat zij in staat zijn om hun taak uit te voeren zoals ze dat ook zelf willen: met expertise en veel liefde voor ‘hun’ kinderen.
Het is die combinatie die de basis vormt voor een kinderopvang die baby’s en peuters doet groeien en bloeien en die gelijke kansen stimuleert. Die ouders ontzorgt zodat zij met een gerust gemoed hun eigen traject kunnen volgen. En ja, meneer Diependaele, zodat ouders kunnen bijdragen. Is het in coronatijden niet afdoende bewezen wat voor essentiële sector de kinderopvang was? De kinderbegeleiders zijn er blijven staan, de hele crisis lang, om met veel liefde de kinderen op te vangen van al wie noodzakelijk was op de werkvloer.
Zij zorgen voor ons hoogste goed, wie zorgt voor hen? Dit soort van “ballonnetjes” kan de sector missen als kiespijn. De kinderopvang is in crisis en er is geen simpele oplossing. Er is niets dat we vandaag kunnen doen, dat morgen soelaas brengt voor alles. Daarvoor is de situatie te lang op zijn beloop gelaten. We hebben degelijke oplossingen nodig, en we moeten daar vandaag aan beginnen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier