Dirk Draulans
‘Virussen en bacteriën kunnen ingrijpende maatschappelijke veranderingen in de hand werken’
De angst voor wereldwijde virale aanvallen zit er goed in. De grote aandacht voor een al bij al bescheiden uitbraak van het apenpokkenvirus illustreert die gevoeligheid. Dat virus circuleert al lang in ontwikkelingslanden als Congo, maar kreeg pas ernstig aandacht toen het opdook in Europa en Noord-Amerika. Het is een macabere illustratie van het principe dat iets niet bestaat als het niet in de ‘beschaafde’ wereld voorkomt. Het apenpokkenvirus heeft dezelfde uitvalsbasis als het coronavirus: het circuleert wijd in andere dieren dan de mens, en doordat wij steeds meer leefgebied van andere dieren inpalmen, verhoogt de kans op een transmissie naar onze wereld.
Momenteel circuleert er een nieuwe vorm van vogelgriep in Europa en Noord-Amerika, maar omdat die voorlopig geen mensen treft, is de aandacht ervoor bescheiden. Een recente genetische analyse in Nature Communications bevestigt wat al lang werd aangenomen, namelijk dat de Spaanse griep die in 1918 een ravage aanrichtte in onze wereld een vogelgriepvirus was, dat erin geslaagd was zich aan de mensheid aan te passen. Aan de hand van bewaarde longstalen van slachtoffers van toen, konden onderzoekers aantonen dat het virus destijds op min of meer dezelfde manier evolueerde als het coronavirus nu. De tweede golf was veel zwaarder dan de eerste.
Twee interessante verslagen in New Scientist werpen nieuw licht op de historische pestepidemieën – voor de duidelijkheid: de pest wordt niet veroorzaakt door een virus, maar door een bacterie. Het eerste verslag stelt dat de pest niet is uitgeroeid: ze circuleert nog altijd in ratten en andere knaagdieren in de hele wereld. Ze kan gecounterd worden door antibiotica, zolang de bacterie er geen weerstand tegen verwerft. Ze wordt beschouwd als een opnieuw opkomende (‘re-emerging’) ziekte, omdat er steeds meer nieuwe gevallen geregistreerd worden, ook weer als gevolg van het feit dat wij binnendringen in het leefgebied van andere dieren.
Overigens zou het een mythe zijn dat de pest in de middeleeuwen de helft van de Europese bevolking uitroeide. Dat zal zo geweest zijn in de steden, die toen meer nog dan vandaag onhygiënische broeihaarden waren, maar grote delen van het platteland zouden gespaard zijn gebleven. Het inzicht volgde onder meer uit een analyse van fossiel plantenmateriaal, waaruit bleek dat de landbouw in veel streken in de pestperiode niet stilviel.
Het tweede verslag ging in op grote culturele veranderingen die gepaard gaan met epidemieën. In het Oude Egypte zou een uitbraak van de pest geleid hebben tot een omwenteling, waarbij de toen heersende farao niet alleen verhuisde maar ook van een godsdienst met veel goden overstapte naar een vorm van monotheïsme. In het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog stemden verhoudingsgewijs meer mensen voor de nazi’s in steden die zwaar te lijden hadden gekregen van de Spaanse griep, dan op plekken die er grotendeels van gespaard waren gebleven.
Sommige wetenschappers trekken de parallel tussen virale mutaties en ‘ideologische mutaties’ die inspelen op de onrust van mensen. De historische gegevens wijzen uit dat zo goed als geen enkele samenleving volledig ten onder ging aan uitsluitend de gevolgen van een epidemie, maar virussen en bacteriën kunnen wel ingrijpende maatschappelijke veranderingen in de hand werken. Als je kijkt naar wat er momenteel in onze wereld speelt, met onder meer de uit de hand lopende aandacht voor fake news en desinformatie, kun je alleen maar hopen dat het gezond verstand zal blijven zegevieren. We zullen het nog hard nodig hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier