Hafsa El-Bazioui
‘Ook voor de democratie is geld nodig: investeer wereldwijd in krachtige lokale besturen’
‘Misschien moeten we in plaats van feestdagen zoals Tax Freedom Day net stilstaan bij wat we allemaal terugkrijgen voor onze belastingen: publieke diensten, en democratie’, schrijft Gents schepen Hafsa El-Bazioui van de denktank Oikos. Lees hier alle andere bijdragen van onze zomerreeks De doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?
Opgelet! Hier volgt een onpopulaire mening: voor een rechtvaardige en duurzame toekomst hebben we ook een performante overheid nodig. Het is helemaal niet verkeerd dat een deel van ons geld naar die overheid gaat. Misschien moeten we in plaats van feestdagen zoals Tax Freedom Day net stilstaan bij wat we allemaal terugkrijgen voor onze belastingen: publieke diensten. En democratie.
Wereldwijde uitdagingen vragen lokale oplossingen
Op 1 januari 2022 werd ik schepen in Gent, ook van internationale solidariteit. Ik leefde in de hoop dat deze bevoegdheid me bij de les zou houden, dat ik nooit uit het oog zou verliezen dat er een grote wereld buiten het Stadhuis bestaat.
De voorbije maanden stonden meer dan eens volledig in het teken van wereldwijde uitdagingen, die we lokaal sterk voelen. De stijgende prijzen bij bouwprojecten, de grondstof-schaarste die ook heel wat aankopen bemoeilijkt, de energiecrisis, de impact van inflatie op een begroting, wat al deze onzekerheden doen met onze burgers, en ik kan zo nog een tijdje verder gaan.
Inkijk in onze lokale besturen én het leven van onze burgers toont aan dat we wereldwijd verbonden zijn met elkaar. We hebben geen campagnes meer nodig want mensen en gebeurtenissen wereldwijd zijn vandaag meer dan ooit geconnecteerd, ook de gevolgen ervan.
Lokale besturen zijn dagelijks bezig met het opvangen van de gevolgen van geopolitiek. Ze voel(d)en de impact van de pandemie op de organisatie van onderwijs aan kinderen en de capaciteit van onze ziekenhuizen. In steden en gemeenten kregen vaccinatiecampagnes en ondersteuning concreet gestalte. Oorlogsvluchtelingen opvangen, omgaan met stijgende grondstofprijzen door opeenvolgende crisissen, een stad klimaatrobuust maken en wapenen tegen te weinig of te veel water, het zijn allemaal globale uitdagingen die dagelijks op de lokale agenda staan. En dat is zo overal ter wereld.
In Europa en in ons land hebben we misschien het gevoel dat dit nieuw is. Rampen of crisissen waar we zelf geen vat op krijgen, overkomt normaal enkel ‘anderen’ en ‘elders’.
Voor heel wat bestuurders in landen in Afrika, Azië of Latijns-Amerika is dat opvangen van de gevolgen van falende geopolitiek al decennia dagelijkse kost. Zij worden reeds jarenlang geconfronteerd met de gevolgen van onstabiele voedselprijzen op de wereldmarkt of met gewapende conflicten in de strijd om schaarser wordende grondstoffen. Kinderen worden van school gehaald om te werken op plantages. Jongeren vertrekken op een gevaarlijke reis naar een onzekere toekomst overzee.
In onze steden krijgen globale uitdagingen een gezicht. Voor die globale problemen die zich lokaal uitkristalliseren moeten oplossingen bedacht worden door lokale besturen, vaak zonder voldoende middelen. In ons land is het meest nabije bestuursniveau het minst goed gefinancierd – de complexe staatsstructuur in België maakt die financiering dan ook … complex.
Maar op lokaal vlak tellen enkel concrete antwoorden en is een goede financiering dus extra van belang. In een dorp of stad is weinig plaats voor fake news. Of het dak van de school lekt, de straat is hersteld of het afval opgehaald wordt, dat kan iedereen met eigen ogen vaststellen. Dat ligt wat lastiger met het bruto-binnenlands product of “een positief investeringsklimaat”.
Lokale oplossingen kunnen de wereld redden, maar niet zonder middelen.
Velen in Europa geloven graag dat we de democratie ontwikkeld hebben. Vorige eeuw hebben Europese landen dat dan ook in alle hoeken van de wereld ingevoerd – ook al vinden we de democratie zelf soms ook maar “het slechts mogelijke systeem – met uitzondering van alle andere”.
Voor sommige ‘ontvangers’ wordt dat sterk als ‘opgedrongen’ ervaren, niet in het minst daar waar waardevolle lokale beslissingssystemen werden uitgeroeid. Die waren op lokaal niveau aanwezig bij heel wat oorspronkelijke bewoners op het Amerikaanse en Afrikaanse continent. Maar die principes van ‘mandar obediciendo’ en ‘ubuntu’ werden als onbeschaafd bestempeld, niet in het minst omdat ze niet te verzoenen vielen met een economische kijk op samenleven (‘voor wat ik geef moet ik minstens hetzelfde terugkrijgen’). Ze werden eerst door een tirannieke kolonisatie en nadien door een onvolledige democratie vervangen, telkens ontworpen om vooral rijkdom naar Europa te laten vloeien.
De wereldbank (nochtans niet onmiddellijk gekend als een grote pleitbezorger voor de overheid als een bepalende factor in hoe de wereld georganiseerd is) publiceert al jarenlang de World Governance Index. Daarin zijn transparantie, rechtszekerheid en verantwoordelijkheidszin van politici de pijlers. Leg deze cijfers naast een andere saaie tabel van % overheidsuitgaven ten opzicht van het bruto binnenlands product en het is snel duidelijk dat welvarende landen meer investeren in hun overheid (inclusief in de transparantie ervan en controle erop) en daar meer performante overheden en dus meer publieke dienstverlening voor terug krijgen.
Duidelijk dus dat waar het westerse overheidsmodel werd ingevoerd zonder de middelen die we onszelf wél gunden, het effect ook niet vergelijkbaar is. Met andere woorden: een democratie zonder middelen om de overheid te organiseren (en te controleren) werkt niet en is bijgevolg doorgaans ook geen echte democratie.
Internationale solidariteit tussen lokale besturen beperkt zich daarom best niet tot verzenden van afgeschreven brandweerwagens (hetgeen een financieel probleem tijdelijk oplost), maar hoort ook structurele on-evenwichten aan de kaak te stellen én te herstellen. Dat gebeurt op lokaal vlak (in beperkte mate) in campagnes voor eerlijke internationale handel maar ook in netwerken zoals de wereldwijde organisatie United Cities and Local Governments die zich als gesprekspartner van de VN heeft kunnen positioneren.
Investeer ook in inspraak
Omdat een democratie meer is dan verkiezingen, moeten politici ook de bravoure hebben om in gesprek te gaan – om aanspreekbaar en tegen-spreekbaar te zijn.
Dat vergt inspanningen op persoonlijk vlak, het vraagt een sterk engagement tegenover de democratie en … dat vergt ook middelen. Want niet alle burgers hebben dezelfde sociale rugzak meegekregen om zich te engageren, om hun zorgen en belangen te verdedigen. Wijkpanels, burgerparlementen, G1000s of adviesraden allerhande drijven in onze streken vaak op vrijwilligers, maar niet overal kunnen mensen zoveel tijd ‘kosteloos’ aanbieden. Ook hier moet gewaakt worden dat dit geen onzichtbare selectie-factor wordt. Net zoals we niet stemmen met onze portefeuille, stemmen we ook niet met onze tijd of met ons sociaal kapitaal.
In Gent experimenteren we met wijkbudgetten om buurtbewoners te laten mee beslissen welke investeringen de Stad doet in hun buurt. Maar er werd ook aan begeleiding gedacht want dat gaat een eerste keer niet vanzelf: ambtenaren moeten opletten zich niet in de plaats van buurtbewoners te zetten, buurtbewoners worden plots geconfronteerd met complexe administraties en besluitvorming, politici moeten de aandrang weerstaan om realisaties te claimen, …
Maar vooral moet het mattheüs-effect actief vermeden worden en dus moeten groepen die zich minder laten horen actief opgezocht worden.
De komende maanden zetten we in bepaalde wijken specifiek in op jongeren. Die worden te vaak als bron van overlast gezien en niet als oorsprong van ideeën. Jongeren, op hun beurt, ervaren het bestuur te vaak als een duffe boel voor “oude mensen”. Dit samenbrengen vergt een inspanning. En dus middelen. Als onze jongeren afhaken van onze democratie zitten we binnenkort helemaal in de rats. Waar geen middelen zijn om hen te betrekken, smelt het draagvlak voor beslissingen en groeit de frustratie ook op heel andere thema’s dan jeugdbeleid.
Het is dus van groot belang om te investeren in krachtige lokale besturen, overal ter wereld. Dat is goed voor een veerkrachtige en solidaire samenleving, voor een gezonde economie, voor echte democratie en zo voor duurzame vrijheid. Laat ons dan ook toelaten dat in de overheden wordt geïnvesteerd en daar niet schamper over doen.
Hafsa El-Bazioui (Groen) is Gents Schepen van Personeel, Jeugd, Facilitair Management, Internationale solidariteit. Ze is lid van de denktank Oikos.
De Doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier