Eric Vrijsen
‘Monsterzege BBB voert regering-Rutte naar de rand van de afgrond’
De monsterzege van de BBB en de deconfiture van het CDA drijven het kabinet-Rutte IV naar de rand van de afgrond. De BoerBurgerBeweging is – op basis van exitpolls – bij de Statenverkiezingen van woensdag 15 maart als grootste partij geëindigd. Partijleider Caroline van der Plas reageerde op haar overwinning: ‘Nederlanders hebben laten zien dat ze het zat zijn. De Haagse trein denderde maar door. Wij stoppen die trein.’
Regeringspartij VVD verliest fors ten opzicht van de Kamerverkiezingen (2021), maar houdt de schade beperkt vergeleken met het resultaat van de vorige provinciale verkiezingen (2019). De VVD verliest waarschijnlijk twee zetels in de toekomstige Eerste Kamer. Voor D66 is het verlies pijnlijker. Ook de ChristenUnie krijgt een tik. Het CDA komt zwaar gehavend uit de strijd. In de meeste provincies wordt de partij meer dan gehalveerd.
Het kabinet-Rutte IV had al geen meerderheid in de Eerste Kamer, maar daar gaan nog eens vier zetels vanaf. De coalitie steunt straks waarschijnlijk op 24 zetels in de senaat en dat zijn er veertien te weinig voor een meerderheid. De coalitie kan over links – GroenLinks en PvdA komen op veertien – maar ook over rechts.
BBB komt de Eerste Kamer binnen met vijftien zetels. JA21 had zeven zetels in de senaat en houdt er vermoedelijk drie over.
(Lees hieronder verder.)
Historische zege
De zege van de BBB is historisch. Feitelijk raapt de partij twee groepen kiezers op: een belangrijk deel van de kiezers op het platteland én een groot deel van de rechtse proteststemmers. Vier jaar geleden boekte FVD van Thierry Baudet een spectaculair resultaat, maar daar is weinig meer van over. Ook de PVV deed het – ondanks een voor Statenverkiezingen opmerkelijk hoge opkomst – minder goed dan verwacht.
De uitslag van de Statenverkiezingen lijkt veel op die van de laatste gemeenteraadsverkiezingen, met dien verstande dat de aanhang van de lokale partijen zich dit keer enthousiast schaarde achter BBB.
Sweet Caroline
Terwijl haar aanhangers in zaal Boone aan de Brink in Bathmen luidkeels het lied Sweet Caroline meezongen, toonde BBB-leider Caroline van der Plas zich onthutst door de score van haar partij. Zij zei dat haar partijgenoten klaar stonden om deel te nemen aan het dagelijks bestuur van de provincies. ‘Het gaat niet alleen om het stikstofbeleid, maar om de leefbaarheid van het platteland.’
Het lijkt uitgesloten dat het stikstofbeleid van het kabinet met deze uitslag kan worden doorgezet. In de meeste provincies is een groot rechts blok dat niet bereid is tot de gedwongen onteigening van boerenbedrijven. Ook de streefdatum van de ambitieuze reductiedoelstelling – het jaar 2030 – is weinig realistisch meer.
Rutte geeft geen krimp
In hun eerste reactie gaven premier Mark Rutte (VVD) en vicepremier Sigrid Kaag (D66) geen krimp. Zij willen doorgaan, maar erg overtuigend klonk dat niet. CDA-leider Wopke Hoekstra sprak van ‘een bittere pil’ en ‘een slechte uitslag’. In CDA-kringen was de afgelopen weken gespeculeerd over zijn aftreden als partijleider, maar daar maakte Hoekstra geen woorden aan vuil. Hij concentreerde zich op het kabinet dat zou moeten blijven volhouden, omdat er nu eenmaal ‘een grote verantwoordelijkheid op ons rust’. Hoekstra zei dat het CDA ‘straat voor straat en huis voor huis’ het vertrouwen moet herwinnen.
Kritische CDA’ers hielden zich in. Vooraf hadden zij gezegd dat ‘we moeten breken met het kabinet, omdat er anders over een half jaar geen CDA meer bestaat’. Nadat Hoekstra had gesproken, wilden zij ‘geen olie op het vuur gooien en hun uitspraken niet publiekelijk herhalen’.
Als het CDA eind mei inderdaad vijf zetels in de Eerste Kamer overhoudt, valt dat de meeste CDA’ers niet tegen. Het had slechter gekund. Maar de veenbrand in het CDA is zeker nog niet geblust.
Voorschot op val kabinet
De parlementaire geschiedenis kent voorbeelden van provinciale verkiezingsuitslagen die uiteindelijk leidden tot de val van een kabinet. Bij de Statenverkiezingen van 1958 kreeg de PvdA een forse tik, waardoor de sociaal-democraten zich onverzettelijk opstelden in de onderhandelingen met coalitiepartner KVP over de belastingverhogingen. In december dat jaar strandde het rooms-rode kabinet-Drees.
In 1966 herhaalde zich dit scenario. De PvdA verloor bij de Statenverkiezingen fors. De KVP kreeg in het kabinet-Cals geen bewegingsruimte meer en struikelde later dat jaar tijdens de Nacht van Schmelzer.
In 1982 kreeg de PvdA – in die episode ook weer de tweede regeringspartij – een electorale afstraffing bij de Statenverkiezingen. Enkele maanden later verlieten de PvdA-ministers het kabinet-Van Agt II uit ongenoegen over het bezuinigingsbeleid.
In 1991 leed de PvdA ook een groot verlies bij de Statenverkiezingen. Het leidde tot een paniekerige ‘WAO-zomer’ in de partij, waardoor het kabinet-Lubbers III langs de rand van de afgrond scheerde. PvdA-leider Wim Kok belegde een speciaal partijcongres in Nijmegen waar hij nipt het vertrouwen van zijn partij kreeg, waardoor het kabinet kon doorgaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier