Vlinks
‘Misschien kunnen we als mens nog wel wat leren van My Octopus Teacher’
Dierenarts Tim Waelbers heeft geen respect voor de mensen in de Pano-reportage over illegale jachtpraktijken, die niet het minste medeleven schijnen te voelen met angstige, weerloze, voelende dieren.
In een recente onthulling heeft het onderzoeksteam van “Pano” het licht laten schijnen op de clandestiene activiteiten van jagers die illegaal dieren in het wild loslaten in Vlaanderen. Een nachtelijke controle (na een tip) van een team van de natuurinspectie leidde tot de aanhouding van twee individuen die fazanten “aan het lossen” waren. Bij huiszoekingen die het gevolg waren van deze actie werden er nog meer fazanten gevonden in jute zakken. Uit verder onderzoek bleek dat er diezelfde dag nog gejaagd zou worden. Ondanks deze ogenschijnlijk effectieve interventies blijft dit slechts het topje van de ijsberg in het wijdverspreide probleem van illegale jachtpraktijken.
Naast het gevaar voor de inspecteurs; ze zijn gewapend op pad en moeten een kogelwerende vest dragen, zijn er nog wel meer problemen die dergelijke praktijken met zich meebrengen: verstoring van de biodiversiteit, het gebruik van antibiotica bij de gekweekte dieren, negatieve impact op de waterkwaliteit, genetische vervuiling, zijn slechts enkele aspecten die door Frederik Thoelen, een bioloog, worden aangekaart. Het lijdt met andere woorden geen twijfel dat dergelijke misdrijven zwaar bestraft moeten worden en Vlaams Minister van Natuur Zuhal Demir lijkt daar inderdaad ook werk van te maken. Dat de Hubertusvereniging zich verzet tegen een collectief jachtverbod voor de jachteenheid is ook niet bepaald een verrassing.
Ik zou het hier echter liever over het ethische aspect hebben. Eens te meer worden de dieren (fazanten in dit geval) behandeld als objecten, die enkel en alleen in dienst staan van “het plezier” van de mens. Er wordt totaal voorbijgegaan aan het feit dat deze dieren voelende wezens zijn, die net zoals de mens stress, angst en pijn kunnen ervaren.
De visie op dierenwelzijn in onze maatschappij verandert traag maar gestaag. Waar er vroeger enkel aandacht was voor het vermijden van “dierenleed”, wordt de laatste jaren vaker gekeken naar zaken die men zou kunnen omschrijven als “positief welzijn”; ervaringen met andere woorden die het dier als positief ervaart en die het leven voor het dier de moeite waard maken. Wanneer we een dier doden, ontnemen we dit dier dus per definitie alle positieve ervaringen die het dier nog had kunnen beleven, wanneer wij als mens niet ingegrepen zouden hebben.
Laat mij de vrijheid om ervoor te kiezen dat voor mijn voeding geen dieren gedood hoeven te worden. Laat mij eveneens de vrijheid om het vreemd te vinden plezier te beleven aan het doden van een dier. Ik respecteer mensen die wat dat betreft andere keuzes maken. Ik heb zelfs een zekere vorm van respect voor een jager die een haas niet schiet, omdat die zich vlak naast een maïsveld bevindt. Dit zou namelijk (vermijdbaar) leed kunnen veroorzaken, wanneer het dier aangeschoten maar niet gedood wordt, zich verschuilt in dit maïsveld en niet teruggevonden wordt. Ik kan echter geen respect opbrengen voor de mensen in de Pano-reportage, die niet het minste medeleven schijnen te voelen met angstige, weerloze, voelende dieren. In dergelijke situaties is het wat mij betreft terecht de taak van de maatschappij om in te grijpen en streng te straffen.
Om af te sluiten nog dit: onlangs zag ik de documentairefilm “My Octopus Teacher”. In deze film zien we de octopus, die de hoofdrol vertolkt, op een gegeven moment “jagen” op een schooltje vissen. Het bijzondere is echter dat zij, want het is een vrouwelijk dier, hoewel zij verschillende keren de mogelijkheid heeft om een vis te vangen, dit bewust niet doet. Ze vindt het blijkbaar fijn om met dat schooltje vissen te “spelen”, zonder hen leed te bezorgen.
Misschien kunnen we als mens nog wel wat leren van dergelijke “primitieve” dieren.
Tim Waelbers is dierenarts en gastschrijver voor Vlinks.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier