Aylin Koksal
‘Hoog tijd dat wij, Belgische Turken, erkennen wat er fout loopt in Turkije’
‘Het blijft vreemd dat wij hier in België beslissen over het lot van miljoenen Turken, zonder zelf de gevolgen van het beleid van Erdogan te hoeven ondergaan’, schrijft Aylin Koksal.
‘Laten we er geen doekjes om winden: wij Turkse Belgen zijn erg geprivilegieerd.’ Dat schreef ik in 2018, als piepjonge journaliste bij Knack.be, naar aanleiding van de toenmalige presidentsverkiezingen in Turkije. Erdogan won de verkiezingen toen met grote voorsprong. Opvallend, maar niet geheel verrassend, bleek de populariteit van de Turkse president bijna nergens zo groot te zijn als bij de Turken in België.
Dat niet minder dan driekwart van de Belgische stemmen toen in zijn voordeel ging, tartte mijn verbeelding. Wat hadden wij Turkse Belgen geluk met onze luxevakanties als we het vaderland bezochten. Wat konden we boffen dat we ons eurootje voor (toen nog) vijf Turkse lira konden inwisselen, terwijl het merendeel van de bevolking toen al met moeite de eindjes aan elkaar kon knopen. Het voelde op z’n minst hypocriet dat wij in België over het lot van miljoenen Turken beslisten zonder zelf de gevolgen van het beleid van Erdogan te hoeven ondergaan.
Precies vijf jaar later is een euro geen vijf, maar bijna 22 lira waard. Het merendeel van de gezinnen kan geen huur meer betalen, de kinderen van genoeg eten voorzien, geen vlees of basisgroenten als uien kopen. Honderdduizenden mensen hebben geen toegang tot gas of elektriciteit. In het zuiden van Turkije, een zone die onlangs nog getroffen werd door dodelijke aardbevingen, woont een groot deel van de slachtoffers nog steeds in tenten. Minstens 50.000 mensenlevens gingen verloren, en volgens meer dan 60 advocaten is dat een rechtstreeks gevolg van de nalatigheid, het ambtsmisbruik, het blokkeren van communicatiemogelijkheden en fraude van de Turkse president.
Maar dat de Turkse economie instabiel is, de democratie wankelt en mensenrechten worden geschonden, lijkt Belgische Turken niet te deren. De huidige verkiezingen in Turkije tonen wederom aan dat de Belgische steun voor Erdogan, hoe controversieel zijn daden ook mogen zijn, onverminderd groot blijft onder zijn achterban. Maar liefst zeven op de tien kiezers betuigen opnieuw hun onvoorwaardelijke steun.
Of ze nu in zalige onwetendheid verkeren over het leed dat onder het bewind van hun idool wordt veroorzaakt, of bewust weigeren de realiteit van Turkije onder ogen te zien, blijft een vraagteken. Maar de nooit aflatende, cult-achtige toewijding aan de Turkse president blijft wel een zekerheid, tot ergernis van wie Erdogan niet steunt.
Dat mocht ik aan den lijve ondervinden na mijn opiniestuk in 2018. Toen verweten fanatieke Erdoganisten me dat ik – staatsvijand, landverrader en geassimileerde Turk – mijn eigen land verloochende. Hoe durfde ik ook maar te insinueren dat hun almachtige president niet de held is die hij beweert te zijn? Want ‘de Turkse bevolking stelt het wél goed. Kijk maar naar de wegen en bruggen die hij heeft gebouwd. Kijk naar de gezellige drukte in restaurants en cafés in Antalya en Izmir, en in de winkelstraten in Istanbul! Dat moet allemaal toch iets waard zijn, niet?’’
Wat sommige fanatici niet begrijpen, is hoe gemakkelijk het is om het meest kwetsbare deel van de Turkse samenleving te negeren, wanneer de slachtoffers ervan systematisch worden gemarginaliseerd en onderdrukt. Gelukkig wordt hun aanwezigheid gereflecteerd in de voorlopige verkiezingsuitslagen. Voor het eerst in twintig jaar slaagt Erdogan er niet in om een absolute meerderheid te behalen, en wordt zijn positie en heerschappij bedreigd door zijn uitdager. Dit bevestigt opnieuw dat minstens de helft van het Turkse volk diep ontevreden is met de status quo. Het is hoog tijd dat wij – de bevoorrechte Turkse Belgen – dat ook gaan erkennen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier