Andreas Huysman

‘Hoe kunnen we desinformatie en pseudowetenschap bestrijden?’

Andreas Huysman Arts in opleiding aan Oxford University

Andreas Huysman zet drie voorstellen op een rij die kaderen in wat, analoog aan pandemic preparedness, misinformation preparedness genoemd kan worden.

Stelt u het zich eens voor, een onbekende persoon komt op TV en raadt u aan een medische behandeling te ondergaan. U bent overtuigd dat dit kan leiden tot kanker, dementie en onvruchtbaarheid, dus gaat u er niet op in. Een groot deel van de bevolking is wel van plan dat te doen, uw vrienden, familie en kennissen hebben al een afspraak gemaakt om die schadelijke behandeling te ondergaan.

Ieder zinnig mens zou van de daken schreeuwen die medische handeling niet te ondergaan, berichten op sociale media die hun punt ondersteunen gretig delen en, bijna verstoten uit de maatschappij, gelijkgestemden opzoeken.

Dit scenario hebben we natuurlijk leren kennen tijdens de afgelopen coronapandemie. Ook op kleinere schaal zie je dit scenario ook: in mijn (tot nu toe) korte loopbaan als arts ben ik door (familie van) patiënten meer dan eens verweten dat “we” de patiënt de dood injoegen of een genezing voor HIV achterhielden, wat uiteraard niet zo was.

Er komen nieuwe pandemieën aan: het aantal uitbraken van nieuwe ziektes neemt al jaren toe en dreigingen als vogelgriep liggen op de loer. Het zou naïef zijn om ons daar niet op voor te bereiden, dus zijn we daar ook effectief mee bezig: we brengen nieuwe potentiële ziekteverwekkers in kaart, schatten het risico op uitbraken in, dammen die zo mogelijk in en breiden ons vaccin-repertorium actief uit. Laat ons een vergelijkbare inspanning leveren om op misinformatie en pseudowetenschap te anticiperen en te bestrijden.

Hieronder staan drie voorstellen die kaderen in wat, analoog aan pandemic preparedness, misinformation preparedness genoemd kan worden.

1. Breng misinformatie en de gevolgen ervan in kaart

Meer en meer brengen we in kaart welke ziekteverwekkers in de toekomst pandemieën zouden kunnen veroorzaken. Op dezelfde manier moeten we misinformatie in kaart brengen: wie gelooft erin, waarom, wat zijn de gevolgen en wat kunnen we eraan doen.

Om nog een voorbeeld te geven uit de medische praktijk: we weten dat mensen met kanker die voluit voor alternatieve therapie kiezen in plaats van conventionele therapie sneller overlijden, maar dat is slechts een minderheid. Veel meer kankerpatienten combineren beiden (wat lang niet altijd onschadelijk is) en houden er onware ideeën op na over hun ziekte, maar het gevolg op levensduur en levenskwaliteit van zo’n praktijken en onware ideeën kennen we niet, hoewel die wel tot onnodige stress of schuldgevoelens kunnen leiden.

Een voorbeeld: ik hoorde meermaals van patiënten dat als een tumor “lucht ziet”, zoals tijdens een operatie, die sneller zou beginnen groeien. Dat is natuurlijk niet waar, maar toen bij één van die patiënten de ziekte erger werd, toevallig na een operatie, gaf die zichzelf wel de schuld gezien ze met de ingreep instemde.

2. Communiceer menselijk en empathisch

Het is, uit ervaring, veel gemakkelijker om diametraal tegenover misinformatie te staan, vanuit autoriteit een monoloog af te steken en het daarbij te laten. Zo werkt het echter niet. De praktijk leert dat empathie van onderschat belang is bij het bestrijden van misinformatie. De gemiddelde persoon die bijvoorbeeld een bericht met daarin misinformatie doorstuurt doet dat zelden uit kwaadwillendheid.

Als arts ga je een bezorgde familie ook niet beschuldigen van het verspreiden van misinformatie en daarna doodzwijgen. Als arts ben je op zo’n moment transparant over wat je doet, leg je de situatie uit en probeer je het vertrouwen terug te winnen. Misschien hanteren we die aanpak ook best als we, online of offline, met vaccintwijfelaars praten.

3. Wees als wetenschapper aanwezig op sociale media

Vaccintwijfelaars halen veel vaker hun (mis)informatie uit sociale media dan anderen, blijkt uit onderzoek. En hoewel vaccintwijfelaars minder vertrouwen in artsen en gezondheidswerkers hebben dan anderen, vertrouwen ze die nog steeds meer dan eender welke andere informatiebron. Artsen, gezondheidswerkers en wetenschappers hebben hiermee een fenomenale kans: vergroot de aanwezigheid van wetenschappers op sociale media en je brengt betrouwbare informatie efficiënter tot bij vaccintwijfelaars.

Dit is allemaal natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Sociale media kan een bijzonder toxische omgeving zijn waardoor slechts een minderheid van de bevolking zich comfortabel voelt in te gaan tegen inhoud waar ze het niet mee eens zijn. De sensatiebezuchte algoritmes maken het er ook niet beter op. Het lijkt er niet op dat die online cultuur snel zal veranderen, maar we kunnen dromen dat als meer wetenschappers online gaan die toxiciteit voldoende verdund kan worden de positieve geluiden overheersen.

Het aantal mensen dat nieuws deelt of ermee actief interageert daalt sinds de pandemie. In 2023 interageerde slechts 22% van de bevolking actief met nieuws, die groep bestaat niet noodzakelijk uit individuen met kennis van zake. Bij deze dus een oproep aan de diverse groep artsen en wetenschappers, al dan niet in opleiding, die ons land rijk is: laat u horen, communiceer over wetenschap op de publieke fora en help het tij te keren. We plukken er de vruchten van in de volgende pandemie.

Andreas Huysman startte drie jaar geleden als factchecker bij Factcheck.Vlaanderen, toen nog als student geneeskunde. Inmiddels is hij afgestudeerd als basisarts, en volgt hij een master in de immunologie in Oxford. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content