Vrije Tribune
‘Hoe bewaken we onze mentale gezondheid in tijden van polycrisis?’
De klimaatcrisis, oorlog in Europa, covid, de energiecrisis,… Hoe blijven we mentaal veerkrachtig in deze instabiele wereld?
Op 22 maart 2023 organiseerde een diverse groep Belgische academici een event over mentale gezondheid en veerkracht in tijden van polycrisis. Internationale en lokale experts kwamen samen met vertegenwoordigers van overheden en het middenveld om de impact van recente crisissen op de mentale gezondheid van de bevolking te evalueren en lessen te trekken voor de toekomst.
In deze open brief geven we een overzicht van inzichten die blijken uit onderzoek en hoe die kunnen bijdragen tot een betere geestelijke gezondheidszorg. Zo kunnen we ons voorbereiden op een volgende crisis en de mentale gezondheid van burgers optimaal versterken.
Eén op drie Belgen zal tijdens zijn leven een psychische aandoening ontwikkelen.
Waar loopt het mis?
1. Eén op drie Belgen zal tijdens zijn leven een psychische aandoening ontwikkelen. Uit gegevens van Sciensano blijkt dat 14% van de bevolking geestelijke gezondheidszorg nodig heeft. De economische kosten van psychische aandoeningen (inclusief kosten voor de gezondheidszorg, de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt) in ons land liepen in 2015 op tot maar liefst 5% van het Belgische bruto binnenlands product, een van de hoogste percentages van de OESO-landen.
Mensen met psychische aandoeningen hebben bovendien meer kans om in armoede of eenzaamheid te belanden, en om hart- en vaatziekten en kankers te ontwikkelen. Mensen met psychose leven 10 tot 20 jaar korter dan mensen zonder deze specifieke aandoening. Desondanks, gaat er te weinig budget naar onderzoek over mentale gezondheid. Bovendien gaat slechts 12% van het totale onderzoeksbudget naar preventie, gezondheidsbevordering en de vroege opsporing van mentale problemen.
2. Het verband tussen sociale ongelijkheid en mentale gezondheid is complex: mensen die kortgeschoold zijn of met een geringe financiële draagkracht profiteren doorgaans minder van investeringen in complexe en innovatieve behandelingen (zoals psychotherapie). En ook gender speelt een rol: zo rapporteren vrouwen meer depressieve gevoelens dan mannen. In landen met een grote genderongelijkheid is die kloof nog groter.
Tijdens crisissen blijken jongeren (die opmerkelijk meer stress ervaarden tijdens de COVID-19 pandemie) bijzonder kwetsbaar. De preventie van psychische problemen, de toegankelijkheid en het innovatieve karakter van zorg, evenals gemeenschapsversterkende initiatieven zoals stadsvernieuwing in kwetsbare buurten, moeten inspelen op gekende mechanismen van sociale ongelijkheid.
3. COVID-19 had negatieve gevolgen voor de mentale gezondheid van burgers. Een deel van de bevolking is er nog steeds niet volledig van hersteld. Dit toont ook de kwetsbaarheid van onze geestelijke gezondheidszorg, het onvermogen om snel te reageren en om steun te verlenen aan zij die er het meeste nood aan hebben (zoals jongeren). Hoewel de negatieve gevolgen op korte termijn voor sommigen erg ingrijpend waren, kunnen financiële steunmaatregelen onzekerheid verminderen, een schuldenspiraal helpen vermijden en mensen op de huurmarkt evenals verhuurders beschermen. Echter, in België is de evolutie naar een meer geïntegreerde patiënt- en gemeenschapsgerichte geestelijke gezondheidszorg, nog verre van gerealiseerd. Het ontbreekt aan de nodige middelen, een concreet plan van aanpak en er is onvoldoende monitoring van mentale problemen. Doordat de overheid verhoudingsgewijs weinig investeert in preventie leiden mentale problemen tot een toestroom aan potentiële cliënten die de geestelijke gezondheidszorg niet tijdig kan behandelen.
4. In tijden van oorlog neemt het aantal vluchtelingen toe. Hun ervaringen samen met de stressoren in het land waar zij nu leven (zoals armoede, discriminatie en een klein sociaal netwerk), maken hen meer vatbaar voor psychische problemen dan de algemene bevolking. Zo ligt de prevalentie van posttraumatische stressstoornis vier tot vijf keer hoger bij vluchtelingen (18% bij Syrische vluchtelingen in Nederland vs 4% in de algemene bevolking). Positief is dat er preventieve en psychologische interventies beschikbaar zijn om vluchtelingen te ondersteunen. Een gastland dat effectieve evidence-based programma’s inzet, en aandacht heeft voor een zo goed mogelijke opvang en ondersteuning van vluchtelingen vanaf hun aankomst, vermijdt niet enkel onnodig psychisch lijden, maar vergemakkelijkt ook de integratie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Dat biedt economische kansen voor zowel vluchtelingen als de gastsamenleving.
Er is een duidelijk verband tussen bijvoorbeeld de klimaatopwarming en het aantal zelfdodingen.
5. Ten slotte heeft ook klimaatverandering directe en indirecte gevolgen voor de mentale gezondheid van burgers. Er is een duidelijk verband tussen bijvoorbeeld de klimaatopwarming en het aantal zelfdodingen. Bovendien bemoeilijkt de klimaatcrisis de zorgverlening aan mensen met een psychische aandoening. Echter, wanneer we de koolstofuitstoot verminderen, verkleinen we de negatieve impact van de klimaatcrisis op mentale gezondheid. Die crisis biedt ook kansen om onze ecologische voetafdruk te verminderen en tegelijkertijd onze mentale gezondheid te versterken. Gezonde voeding (veel fruit en groenten, weinig vlees) en meer lichaamsbeweging (en dus minder transport) dragen bij tot een betere mentale én planetaire gezondheid. We mogen de verantwoordelijkheid echter niet enkel bij het individu leggen. De overheid moet het sociaal weefsel van onze samenleving versterken door te investeren in de leefbaarheid van stedelijke kernen en het platteland (bv. door betere fiets- en wandelvoorzieningen, meer parken en waterpartijen in de stad).
Wat kan beter?
Hoewel we in België en internationaal over toponderzoek naar geestelijke gezondheid beschikken, is er nog steeds een kenniskloof met betrekking tot de aanpak en maatschappelijke oorzaken van geestelijke gezondheidsproblemen (zie ook het uitgebreide rapport over onderzoek in de geestelijke gezondheid). We hebben onvoldoende betrouwbare gegevens over de toegang tot en het gebruik van geestelijke gezondheidszorg, nieuwe effectieve behandelingen en specifieke risicopopulaties. Ook de ondersteuning van een dashboard dat de mentale gezondheid van de Belgische bevolking voortdurend opvolgt , is essentieel. Wat betreft kwaliteitsmonitoring biedt de OESO een kader door het belang aan te stippen van persoonsgerichte zorg, toegankelijkheid, een multisectorale aanpak, inzetten op preventie, goed bestuur en innovatie. Zij bevelen een extra investering aan van 1,4% van het bbp voor gezondheids- en sociale zorg ten opzichte van 2019. Investeringen in zorgsystemen en meer onderzoek is op zich echter onvoldoende. We hebben in België ook nood aan een platform dat onderzoekers verbindt met beleidsmakers, gezondheidswerkers en ervaringsdeskundigen om zo de toegankelijkheid van kennis en expertise over mentale gezondheid te verbeteren. Enkel door de krachten te bundelen en mentale gezondheid te zien als een collectieve verantwoordelijkheid, zullen we klaar zijn voor de volgende crisis.
Wat hebben we nodig?
1. Het versterken van mentale gezondheid situeert zich op verschillende niveaus die aandacht verdienen: 1) de overheid moet investeren in preventie, 2) overheden en zorgverstrekkers moeten de toegankelijkheid en effectiviteit van de zorg bevorderen, en 3) lokale overheden, zorgverstrekkers en burgers moeten het sociaal weefsel versterken met aandacht voor structurele ongelijkheidsmechanismen (bv. in relatie tot gender, socio-economische klasse, leeftijd, etniciteit).
2. Zorgverleners moeten, met steun van beleidsmakers, werk maken van de implementatie van op wetenschap gestoelde ondersteuning en interventies die het psychosociaal welbevinden van vluchtelingen versterken en hun re-integratie (ook in de arbeidsmarkt) bevorderen.
3. Beleidsmakers moeten investeren in duurzaamheidsinitiatieven die de koolstofuitstoot verminderen, de levenskwaliteit in steden en buurten verbeteren, het sociaal weefsel versterken en daardoor burgers aanzetten tot een gezonde levensstijl en een betere mentale gezondheid.
4. De overheid moet extra investeringen doen in gezondheidssystemen (cfr. de aanbeveling van de OESO).
5. In tijden van ernstige crisis, worden financiële steunmaatregelen voldoende lang volgehouden om een maximaal effect te beogen.
6. Overheden en financiers van onderzoek moeten het verzamelen en ontsluiten van de nodige gegevens met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van geestelijke gezondheidszorg, effectiviteit van behandelingen, … mogelijk maken, zodat ze het beleid kunnen ondersteunen. Alle partijen moeten nadenken over hoe we specifieke kwetsbare groepen optimaal kunnen ondersteunen.
7. Er komt een structurele monitoring van mentale problemen in de bevolking.
8. We creëren een Belgisch platform dat beleidsmakers, gezondheidswerkers, onderzoekers en ervaringsdeskundigen verenigt.
Prof. Dr. Alexis Dewaele (UGent), Dr. Pierre Smith (Sciensano), Prof. Dr. Kris Van den Broeck (UAntwerpen), Prof. Dr. Inez Germeys (KU Leuven), Prof. Dr. Ann Desmet (Université Libre de Bruxelles), Prof. Dr. Olivier Luminet (UCLouvain)
Lees ook:
– ‘Ons nationaal geluk lijdt onder een zesjescultuur. Hoe erg is dat?’
– Klimaatangst: wat vertel je jongeren die psychologisch lijden onder voorspelde klimaatrampen?
– Angstexpert Bram Vervliet: ‘Het is gezond om je eigen zorgen te wantrouwen’
– ‘Het gebrek aan begrip voor mensen met psychische problemen is soms stuitend’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier