Suzy Serneels
‘Het recht van de hoogste bieder mag nooit primeren op het recht van ieder mens om vrij van honger te leven
‘In krappe markten is de grimmige realiteit dat we gemakkelijker geld vinden om varkens en verbrandingsmotoren te voeden dan mensen’, schrijft Suzy Serneels van Broederlijk Delen naar aanleiding van Wereldvoedseldag. ‘Honger is ook het gevolg van historische, politieke en economische keuzes. Keuzes waarvoor wij, burgers en beleidsmakers van België en Europa, een zekere verantwoordelijkheid dragen.’
Terwijl volgeladen graanschepen in de file dobberen op de Zwarte Zee, nemen de berichten over dreigende hongersnood in Somalië en de Hoorn van Afrika toe. Het is maar de vraag of die graanschepen koers zullen zetten naar Afrika. In juli verheugde iedereen zich over de hervatting van de graanexport per schip over de Zwarte Zee: een ‘baken van hoop’ volgens VN-secretaris-generaal Antonio Guterres. Twee maanden na de befaamde graandeal tussen Rusland en Oekraïne is slechts 4% van de Oekraïense export terechtgekomen in landen die op de rand van een hongersnood staan.
De Europese Unie daarentegen nam 47% voor haar rekening, voornamelijk bestemd als veevoeder. De economische logica domineert: wie het meest biedt, krijgt het graan. Wat een schande in een wereld waar honger en ondervoeding al zeven jaar op rij onverbiddelijk toenemen. Die toename versnelde door de economische gevolgen van de Covid pandemie en explodeerde sinds de inval van Rusland in Oekraïne, die bijdroeg aan een ongekende stijging van voedsel- en grondstoffenprijzen op de wereldmarkten. Nochtans is er geen sprake van schaarste en produceren we meer dan genoeg voedsel om de binnenkort 8 miljard mensen die onze planeet zullen bevolken te voeden.
Eén op tien mensen lijdt nu honger en de vooruitzichten voor dit diepe onrecht zijn somber. Tegelijk zijn het abstracte cijfers, die ons te weinig raken. We zien de gezinnen niet die in extreme armoede zijn gevallen als gevolg van conflicten, klimaatverandering, ziekte, dalende inkomens of stijgende kosten. Het zijn mensen die hun laatste bezittingen moesten verkopen om het hoofd boven water te houden, en een volgende schok niet aankunnen.
Honger, dat is de Somalische moeder die, haar kudde gedecimeerd door de aanhoudende droogte, haar dorp moest verlaten en haar zoon zag sterven op weg naar een vluchtelingenkamp. Honger, dat is de Burkinese familie die haar akkers niet kon oogsten omdat een gewapende groep hun dorp innam. Honger, dat is de straatventer in Peru die zonder inkomen kwam te zitten toen covid-maatregelen zijn handeltje lamlegden. Honger, dat is het Bengalees, Egyptisch of Braziliaans gezin dat onvoldoende eten kan kopen door de stijgende voedselprijzen, veroorzaakt door een verafgelegen conflict en speculatieve spelletjes van financiële investeerders die al even ver weg zitten.
De afgelopen weken werd ook de verslechtering van het recht op voedsel in België onder de aandacht gebracht. Steeds meer mensen slagen er niet meer in om goed te eten en de rekeningen te betalen. Hier, net als elders in de wereld, zijn het de meest kwetsbaren die het eerst getroffen worden door de stille epidemie van ondervoeding.
Honger is ook het gevolg van historische, politieke en economische keuzes. Keuzes waarvoor wij, burgers en beleidsmakers van België en Europa, een zekere verantwoordelijkheid dragen. Keuzes die niet onomkeerbaar zijn. Denk maar aan ons landbouw- en handelsbeleid, dat leidt tot dumping van onze gesubsidieerde landbouwproducten in de landen van het globale Zuiden en dat de rol van vele landen als exporteurs van enkele grondstoffen versterkt, ten koste van hun voedselsoevereiniteit. Denk aan de klimaatverandering die, zoals dit jaar gebeurde in de Hoorn van Afrika of in Pakistan, het inkomen van de boeren en boerinnen verwoest, terwijl deze mensen een verwaarloosbare verantwoordelijkheid hebben in het probleem dat hen zo hard treft. Denk vooral aan alle landbouwgrondstoffen en gronden die nodig zijn om ons vlees en onze biobrandstoffen te produceren: onze gulzige consumptie- en vervoerspatronen leggen beslag op kostbare hulpbronnen die elders mensen beletten zich gewoon te voeden.
En hoewel de gevolgen van de oorlog in Oekraïne de aandacht op deze voedselcrisis vestigden, is het gebrek aan solidariteit in Europa stuitend. Geconfronteerd met stijgende prijzen, steunt Europa de aankoop van graan om onze kippen en varkens te voederen en blijven we biobrandstoffen op basis van granen in onze benzinetanks gooien, terwijl andere landen de middelen niet hebben om de aankoop van diezelfde granen te financieren om hun bevolking te voeden.
Het recht van de hoogste bieder mag nooit primeren op het recht van ieder mens om vrij van honger te leven. In krappe markten is de grimmige realiteit dat we gemakkelijker geld vinden om varkens en verbrandingsmotoren te voeden dan mensen. In België dalen de overheidsmiddelen voor de strijd tegen honger jaar na jaar onverbiddelijk. We hoeven deze realiteit niet te aanvaarden, we kunnen die veranderen als we willen. Daarvoor is politieke wil nodig om ongelijke en kwetsbare voedselsystemen te hervormen en de regels van de wereldhandel te herschrijven. En financiële middelen om de nodige antwoorden op korte en lange termijn te steunen die nodig zijn in de strijd tegen honger.
Suzy Serneels (Broederlijk Delen), François Grenade (Iles de Paix), Benoit De Waegeneer (SOSFaim) en Amaury Ghijselings (CNCD-111111) voor de Coalitie tegen Honger.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier