Martha Claeys
‘Het menselijke vrouwenlichaam wordt pas recentelijk niet langer gezien als een kleine versie van de man’
‘Kijk, hier raken onze vakgebieden elkaar!’ Ik stuur een link van National Geographic naar mijn vriend. Hij is bioloog met een bijzondere interesse in vogels, ik ben filosoof met een bijzondere interesse in feministische filosofie. De vogelstudie kampt met een bro-bias, kopt het artikel. In de vogelwetenschap gaat veel waardevolle kennis verloren omdat voornamelijk de mannetjes bestudeerd worden.
Vrouwtjes in de biologie werden lang beschouwd als afgeleiden van het mannetje. Het mannetje kon als prototype gelden, dacht men. Maar zoals onder meer Lucy Cooke in haar boek Bitch toont, opent de studie van vrouwtjes in de biologie een heel nieuw kennisdomein waarin stereotypen en zwart-witdenken snel sneuvelen.
Onderzoeker Joanna Wu vertelt dat de bro-bias in de biologie impact heeft op het behoud van sommige soorten. Van de geelvleugelzanger werd pas recent ontdekt dat vrouwtjes in lagere gebieden foerageren dan de mannetjes. Lager gelegen plekken zijn kwetsbaarder voor houtkap en andere vormen van habitatdestructie. Maar zolang de habitat van deze vogel gelijkgesteld wordt aan die van de mannetjes, lijkt het voldoende voor het overleven van deze soort om hoger gelegen gebieden te beschermen.
In de biologie is die bro-bias nog enigszins apolitiek te verklaren. Zeker bij vogels is het mannetje vaak opvallender van kleur, en daardoor makkelijker te herkennen. Bij de mens is dat niet het geval, en toch wordt het menselijke vrouwenlichaam pas recentelijk niet langer gezien als een kleine versie van de man.
Dankzij onderzoekers als Caroline Criado Perez is intussen goed geweten dat vrouwen onder meer in de medische wereld aan het kortste eind trekken omdat hun lichamen systematisch onderbestudeerd blijven.
We kunnen vrouwen gewoon vragen waarvan ze wakker liggen.
Over veel ernstige aandoeningen bij vrouwen, bijvoorbeeld endometriose, is weinig bekend, en mensen die eraan lijden worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Zelfs iets simpels als de autogordel redt meer mannenlevens dan vrouwenlevens, omdat die lange tijd enkel op grote dummies zonder borsten getest werden, zegt Criado Perez in haar bestseller Onzichtbare vrouwen.
Bij mensen kun je niet anders dan die tunnelvisie op mannen politiek te verklaren. Wetenschap was lang enkel voor mannen weggelegd, omdat vrouwen niet mochten studeren. Dat heeft een invloed op de keuze van wat onderzocht wordt, welke projecten subsidies ontvangen, en welke kennis vergaard wordt.
In de filosofie zie je bijvoorbeeld heel duidelijk dat wanneer vrouwen mochten studeren en promoveren, er plots heel wat meer over thema’s als de zorgethiek, feminisme, en ongelijkheid gepubliceerd werd.
Filosofe Miranda Fricker zou de hardnekkige bro-bias verklaren aan de hand van het begrip kennisonrecht. Dat speelt zich af op twee niveaus. We hebben historisch gezien minder kennis over vrouwen vergaard. Maar die gaten blijven vandaag bestaan doordat kennis van vrouwen over hun eigen lichamen minder serieus wordt genomen.
Neem het endometriose-voorbeeld: we weten weinig over de ziekte, maar als vrouwen aan de alarmbel trekken en hevige pijn rapporteren bij de dokter, wordt die vaak weggewimpeld of er wordt gesuggereerd dat die nu eenmaal bij een vrouwenbestaan hoort. Precies door die dynamiek, die ook geldt voor andere lichamen die afwijken van de norm, blijft verder onderzoek uit.
Om die vicieuze cirkel te doorbreken, moeten we meer over vrouwenlichamen te weten komen, maar ook beter luisteren naar de mensen in die lichamen. Dat laatste is alvast gemakkelijker dan bij vogels: we kunnen vrouwen gewoon vragen waarvan ze wakker liggen.
‘Is het niet weer eens tijd dat alle vrouwen het werk neerleggen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier