Bert Bultinck
‘Het idee dat Poetin beschadigd uit de coronapandemie is gekomen is kortzichtig en contraproductief’
Hoe gaat het met Poetin? Voelt hij zich in het nauw gedreven? Is hij met zijn ‘gedeeltelijke mobilisatie’ nu werkelijk van het paadje af? Het zijn de verkeerde vragen, vindt de Amerikaanse historicus Timothy Snyder: te veel gepsychologiseer, te weinig inzicht. Wie echt wil begrijpen wat er aan de hand is, moet voorbij de zielenroerselen van het moment durven te kijken.
Het is maar een van de stellingen van Snyder in zijn razend interessante openingscollege over de geschiedenis van Oekraïne en natievorming aan de gerenommeerde Yale University. De Oost-Europa-expert zet de komende weken het vak The Making of Modern Ukraine integraal op YouTube – gratis te bekijken dus. Snyders klacht past in een langzaam veranderende visie op de oorlog in Oekraïne. Traag maar zeker graven de analyses in het Westen wat dieper: minder gedachten lezen, meer militair, logistiek, economisch en geopolitiek nadenken.
Dat was in het begin anders. Drie dagen na de invasie, op 27 februari, zei Jen Psaki, de woordvoerster van het Witte Huis, dat ze zich niet kon uitspreken over Poetins geestelijke stabiliteit, maar dat zijn ‘retoriek en wat hij doet’ zeer ‘zorgwekkend’ was. Een dag eerder had de Amerikaanse senator Marco Rubio op Twitter aangestipt, met enig gevoel voor complotdenken, dat hij ‘graag wat meer zou kunnen vertellen’, maar dat het voor veel mensen nu wel duidelijk is dat er ‘iets mis is’ met de Russische president. De toenmalige Britse premier Boris Johnson gaf aan dat Poetin mogelijk niet meer rationeel handelt.
Het idee dat Poetin beschadigd uit de coronapandemie is gekomen is kortzichtig en contraproductief.
Het idee dat Poetin zich tijdens de coronapandemie tussen de geschiedenisboeken heeft begraven en daar beschadigd en oorlogszuchtig is uitgekomen: het is spannend, maar kortzichtig, en vooral contraproductief. Een tiran irrationeel of zelfs krankzinnig noemen is in het beste geval toegeven dat je niet weet wat de man in kwestie bezielt.
Weg van de psychologie van de koude grond biedt een inzicht in Poetins wereldbeschouwing al iets meer houvast. In zijn artikel met als titel ‘Wat denkt Poetin?’ schreef The New Yorker-hoofdredacteur David Remnick eind maart al over de visie van de Russische president, een ex-KGB’er die zijn natie naar zijn eigen opvattingen heeft geboetseerd: ‘anti-liberaal, imperialistisch en rancuneus tegenover het Westen’. In het spoor van de slavofiele fascist Ivan Iljin – een figuur uit de eerste helft van de vorige eeuw – is de president ervan overtuigd dat Oekraïne een artificiële constructie is. Of zoals voormalig Donald Trump-handlanger Steve Bannon het recent nog verwoordde: ‘Oekraïne is zelfs geen land.’ Is het daarom dat de Russen het zo enthousiast kapot schieten?
Maar zelfs dan. Ook die focus op de wereldvisie is te eng als de analyse niet met andere inzichten wordt uitgebreid. Voor het verdere verloop van de oorlog zijn, bijvoorbeeld, aanvoerlijnen, militaire strategie en de positie van China minstens even belangrijk. Of neem het weer. De Duitse minister van Economie Robert Habeck zei recent nog dat we de winter best comfortabel zullen doorkomen ‘als we een beetje geluk hebben met het weer’. Voor de positie van Europa is het kwik cruciaal.
Het wordt ronduit dramatisch wanneer stukken over het hoofd van Poetin in het hyperindividualistische Westen niet alleen een brede blik, maar ook mogelijke oplossingen in de weg staan. Zo was er te weinig aandacht voor het diplomatieke overleg van de afgelopen maanden. Dat heeft, naast schijnvertoningen en andere spectaculaire mislukkingen, ook twee kleine succesjes opgeleverd. Er was de deal waarbij 55 Russen werden geruild voor 215 Oekraïense soldaten en 10 buitenlanders, een operatie die in goede banen werd geleid door Turkije en Saudi-Arabië. Nog belangrijker was het gedeeltelijk vrijgeven van de graanhandel vanuit de Zwarte Zee, waardoor Oekraïens graan eindelijk weer kon worden verscheept.
Voelt Poetin zich in het nauw gedreven? Het is niet onbelangrijk om daar een inschatting van te maken, maar voor een heldere blik is het niet genoeg, en om uitwegen te zien zeker niet. Analisten, die per definitie vertrekken van wat ze in de recente geschiedenis gezien hebben, zullen de komende tijd met veel aplomb blijven beweren dat er geen overleg op gang kan komen. Tot er plotseling overleg op gang komt.
Wie breder kijkt, vindt misschien een sprankeltje hoop. Een sprankeltje is niet veel. Maar wie zich verliest in eindeloze speculaties over het hoofd van Poetin, heeft zelfs daar geen uitzicht op.