Dirk Draulans
‘Grote kuis in de natuur? Ook natuur moet proper zijn!’
Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans wijst erop dat ‘properheid’ geen kenmerk van een gezonde biodiversiteit is.
Het lievelingswoord van de burgemeester van het landelijke West-Vlaamse Anzegem is ‘proper’. Alles moet ‘proper’ zijn! Daarom liet hij onaangekondigd een bevriende aannemer los op een parkje in zijn gemeente dat al dertig jaar als natuurgebiedje beheerd wordt door de vereniging Natuurpunt. Alle dood hout ging eruit, alle houtwallen werden verwijderd, alle oude bomen gekapt – dat alles met zwaar materiaal dat de bodem zwaar beschadigde.
Het bosje, het Sint-Arnolduspark, was een van die kleine en fijne natuurgebiedjes die het leven van de natuurminnende mens rond onze gemeenten wat opvrolijken. Het huisde mooie diersoorten als hermelijn en vliegenvanger en had een flora met zeldzame soorten als zwarte rapunzel. In het voorjaar was het getooid met prachtige voorjaarsbloeiers als de boshyacint die elders als toeristische attractie worden gepromoot omwille van hun schoonheid.
Niet zo in Anzegem, daar moest het bosje ‘proper’ worden gezet. De burgemeester (van Open VLD-signatuur), met de in zijn geval slecht gekozen naam De Vogelaere, had er met niemand over gesproken. Het was pas nadat de natuurinspectie de zaak onderzocht dat de burgervaderlijke inbreng opdook. Om het helemaal ergerlijk te maken is Anzegem de gemeente waar Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout schepen is. Groen in een bestuur is geen garantie op een natuurvriendelijke aanpak – daar hebben we in andere gemeenten al schrijnende voorbeelden van gezien.
Naar eigen zeggen was de voornaamste reden van de burgemeester voor zijn solo slim dat er ratten in het bos gezien waren, en dat die geen deel uitmaken van ‘biodiversiteit’. Mag ik de burgemeester er als bioloog op wijzen dat ratten alomtegenwoordig zijn in ons landschap? En dat er meer ratten zitten in en rond tuinhokken, kippenhokken, hondenhokken en ander menselijk gehok dan in een natuurlijk bosje. In zijn visie van properheid zouden die hokken dus allemaal moeten worden opgekuist.
Mede onder druk van het groeiende succes van verenigingen als Natuurpunt krijgt de schaarse natuur die ons nog rest eindelijk de aandacht die ze verdient. Ook de kleintjes worden steeds meer geëerd, want kleine stukjes natuur bieden meerwaarde voor veel mensen, al was het maar ter bevordering van hun mentaal welzijn.
Maar voor velen blijft natuur nog altijd iets waar tegen gevochten moet worden. Het is onvoorstelbaar hoeveel mensen er op het platteland wonen die een hekel hebben aan echte natuur en ze met alle mogelijke middelen bestrijden. Als iemand mij vraagt wat de meest idiote machine is die de mensheid ooit heeft bedacht, antwoord ik zonder aarzelen: de bladblazer. Een luidruchtig toestel dat niets anders doet dan bladeren op een hoop blazen om ze efficiënt op te kunnen ruimen. Terwijl er niets beters als bodemverbeteraar is dan rottende herfstbladeren die de bosbodem versterken en de biodiversiteit van bodembevorderende beestjes als regenwormen verhogen.
In het West-Vlaamse Heuvelland was er enkele weken geleden een incident, waarbij boeren ’s nachts een graslandje van Natuurpunt illegaal omploegden en inzaaiden met graan. Het kaderde in hun protest tegen de milieuvriendelijke maatregelen die nu op de politieke tafel liggen om de natuurvernietigende impact van de boerenpraktijk binnen aanvaardbare perken te brengen.
Boeren en natuur: het is geen goed huwelijk, zelfs geen verstandshuwelijk, hoewel het voor iedereen, boeren inbegrepen, beter zou zijn als het dat wel was. Zelfs Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V- en Boerenbondsignatuur) verzuchtte onlangs dat we toch niet mochten overdrijven met het op het spel zetten van boerenwelzijn ‘voor wat plantjes’.
De harde realiteit is echter dat als we er niet in zullen slagen om de stikstofoverlast van vooral de landbouw op onze natuur terug te dringen, we evengoed kunnen stoppen met natuurbeheer, want al onze reservaten gaan dan overwoekerd worden door stikstofminnende succesnummers als bramen en brandnetels. Niks mis met bramen en brandnetels, zolang ze niet het equivalent van landbouwmonoculturen in onze bossen worden. Het mag wat meer zijn, zoals het mooie bosje van het Sint-Arnolduspark in Anzegem illustreerde.
De CD&V voert nu een grote mediacampagne in haar achterhoedegevecht tegen de stikstofplannen van de Vlaamse regering, waar ze zelf deel van uitmaakt. Hulde aan Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), omdat er eindelijk eens een minister is, die natuur herwaardeert en werk wil maken van zoveel mogelijk behoud van het schamele wat ons nog aan biodiversiteit rest!
Dat de CD&V nu schaamteloos de kaart van de zware emoties trekt door te wijzen op het leed van en gebrek aan respect voor onze boeren, is een schoolvoorbeeld van de ‘christelijke hypocrisie’ waar een nu oude CD&V-coryfee ooit mee schermde. Want dat het zover is moeten komen, is voor een groot deel een gevolg van het feit dat de CD&V de hete aardappel van de stikstof- en andere vervuiling door de Vlaamse landbouwactiviteit zo ver en zo lang mogelijk voor zich heeft uitgeschoven zonder ingrijpende maatregelen te nemen.
Nu er eindelijk eens een minister is die haar verantwoordelijkheid neemt voor onze natuur, schreeuwt de partij, die zelf bijna op apegapen ligt, moord en brand. De CD&V en de landbouwers moeten echter (net als burgemeesters) beseffen dat ze het rijk op het platteland niet langer voor zich alleen hebben. Aandacht voor natuur is een belangrijk maatschappelijk thema geworden, natuurverenigingen als Natuurpunt zijn uitgegroeid tot zwaargewichten in het debat. Die grote kuis kunnen we wel waarderen!
Nu nog de boodschap laten doordringen dat ze niet impliceert dat alles ‘proper’ moet zijn. De fameuze ‘hygiënehypothese’ van de medische wetenschap leert ons trouwens dat er steeds meer gevallen van allergie in onze bevolking opduiken, omdat mensen, zeker in hun jonge jaren, te ‘proper’ leven. Een beetje natuurlijke ‘vuiligheid’ is gezond!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier