Sander Vanmaercke
‘Generatie na generatie woonwagenbewoners in ons land dreigt analfabeet te blijven’
‘Onderwijs is een mensenrecht, ook voor kinderen van woonwagenbewoners. Laat ons dat recht niet uit het oog verliezen, zeker nu het nieuwe schooljaar net terug gestart is en een hele groep kinderen voor de zoveelste keer niet naar school zullen gaan’, schrijft Sander Vanmaercke van Caritas Vlaanderen.
1 september, een datum die in ieders geheugen gegrift staat als de dag waarop het tijd is om terug naar school te gaan. Ook dit jaar was dat niet anders. Afgelopen donderdag trokken kinderen massaal richting de schoolpoort en ging het nieuwe schooljaar van start. Het lijkt wel een vanzelfsprekendheid dat elk kind op die eerste september zijn onderwijsactiviteiten aanvat. En toch is dat niet voor elk kind de realiteit. Kinderen van rondtrekkende woonwagenbewoners gaan namelijk niet naar school, meer nog, kunnen niet zomaar naar school gaan. Generatie na generatie woonwagenbewoners in ons land dreigt analfabeet te blijven omdat we er maar niet in slagen in ons schoolsysteem ook voor deze groep mogelijkheden te voorzien. Daardoor lopen ze én broodnodige educatie mis én wordt hun sociaal isolement versterkt.
Woonwagenbewoners zijn over het algemeen bijna constant on the move. Ze hebben vaak geen hoofdverblijfplaats en trekken het merendeel van het jaar rond. Een groot deel van hen doet dat uit noodzaak. Een gebrek aan vaste standplaatsen zorgt ervoor dat ze telkens maar korte periodes kunnen blijven op één locatie. Vaak zijn dat doortrekkersterreinen waar ze maar maximum drie weken mogen blijven staan voor ze terug verder moeten reizen. Het feit dat de meesten onder hen geen vaste plek hebben om met hun woonwagen te staan, maakt dat het niet lukt om hun kinderen te verbinden aan een school. Het is onmogelijk om elke zoveel weken van school te veranderen, waardoor ze simpelweg niet naar school gaan. Een probleem dat hen voor de rest van hun leven parten blijft spelen. Ze blijven analfabeet, bouwen buiten hun eigen gemeenschap geen sociaal netwerk uit en blijven fel achter op de arbeidsmarkt, waardoor financiële moeilijkheden voor veel gezinnen een dagelijkse realiteit zijn. Het is een vicieuze cirkel waar maar geen einde aan lijkt te komen. Door het analfabetisme van de ouders is het bovendien ook niet mogelijk om zelf thuisonderwijs te voorzien voor hun kinderen. Nochtans liggen twee belangrijke oplossingen voorhanden: het gebrek aan woonwagenterreinen wegwerken en de mogelijkheid scheppen om familievolgend onderwijs te voorzien.
Het gebrek aan terreinen waar woonwagenbewoners met hun familie terechtkunnen, maakt dat ze niet gedurende langdurige vaste periodes in het jaar op dezelfde plek kunnen verblijven, waardoor ze hun kinderen niet kunnen inschrijven in een nabijgelegen school. Het wegwerken van dat tekort aan terreinen kan de kern van het probleem aanpakken en de vicieuze cirkel waar families momenteel inzitten, doorbreken. Gedurende schoolperiodes kunnen ze dan op een vaste plek verblijven en in vakantieperiodes hebben ze nog steeds de mogelijkheid om rond te trekken als ze dat willen, waardoor hun nomadische cultuur niet in gevaar komt. Om dat probleem aan te pakken, zullen inspanningen vanuit verschillende actoren nodig zijn. De zoektocht naar geschikte terreinen kan best beginnen vanuit een lokaal bestuur of andere lokale eigenaars van gronden. Belangrijk is dat de regelgeving op o.a. lokaal en Vlaams niveau dan ook soepel genoeg is om snel terreinen te vergunnen en indien nodig financiële ondersteuning hiervoor vrij te maken, zowel voor de inrichting als de uitbating ervan.
Een tweede oplossing is om gezinnen, waarvoor het niet mogelijk is om een vaste verblijfsplek te vinden, te voorzien van familievolgend onderwijs. Binnen dat kader kunnen kinderen zich inschrijven in een reguliere school in de buurt van de plek waar ze het meeste verblijven, die dan dient als ankerschool. Op momenten dat ze samen met hun familie rondtrekken, wordt dat onderwijs aangevuld met of vrijwilligers die lesgeven op terreinen waar ze gedurende korte periodes verblijven of wordt er een mobiele school voorzien die naar verschillende terreinen kan afzakken om daar les te geven. Zo’n mobiele school bestaat bijvoorbeeld al in Wallonië, waar La Centre de Médiation des Gens du Voyage richting tijdelijke terreinen trekt om les te geven aan groepen woonwagenbewoners.
Onderwijs is een mensenrecht, ook voor kinderen van woonwagenbewoners. Laat ons dat recht niet uit het oog verliezen, zeker nu het nieuwe schooljaar net terug gestart is en een hele groep kinderen voor de zoveelste keer niet naar school zullen gaan. De oplossingen zijn voorhanden, maar de tijd tikt helaas genadeloos door. Het feit dat deze doelgroep door de mazen van het net blijft glippen, moet dringend weggewerkt worden. Een ambitieuze strategie voor de intergratie van woonwagenbewoners is daarom cruciaal. Op die manier kunnen we er samen voor zorgen dat er niet opnieuw een generatie analfabete woonwagenbewoners aankomt.
Sander Vanmaercke is beleidsmedewerker bij Caritas Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier