Bert Bultinck
‘Europa is weer eens wat het altijd al was: een manier om Duitsland in te tomen’
O, wat duurt het lang. Je zou denken dat de pandemie de Europese Unie beter zou hebben gemaakt in crisismanagement. Maar het is nu toch al meer dan een half jaar wachten op een sluitend antwoord op de stijgende energieprijzen. Niet dat er niets is gebeurd: het zogenaamde ‘Europees kader’ om bij energieproducenten superwinsten af te romen staat op punt. In eigen land grijpt energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) die maatregel gretig aan om de kas te spekken. Maar als het gaat over de Europese groepsaankoop van energie – en dan vooral van gas – op de wereldmarkt, dan blijft het wachten op witte rook. Ongeveer alle experts zeggen dat de winter van 2023 harder wordt dan de winter die eraan komt. Wacht Duitsland daarop?
Het getreuzel werkt op de zenuwen van Emmanuel Macron. De Franse president heeft alle moeite van de wereld om de Duitse bondskanselier Olaf Scholz tot enige clementie te bewegen. En dus stapte Macron dit weekend, in de aanloop naar de Europese top eind deze week, naar de Franse zakenkrant Les Echos. Hij hield de krachttermen op stal – het is niet het moment om de grote broer te schofferen – maar sprong creatief om met het klassieke Europese vocabulaire. Dat wil zeggen: Macron pleitte vóór meer Europese solidariteit (een typisch Frans argument), en tegen ‘verstoringen’ van de markt (een argument dat ook in Noord-Europa gehoord wordt). Alleen: eigenlijk bedoelde hij daar twee keer hetzelfde mee.
Duitsland is niet too big to fail, maar too big to succeed – het is niet de bedoeling dat het land te veel gaat overheersen.
Weken geleden al waarschuwde de onverdachte technocraat Mario Draghi, ook bekend als voormalig Italiaans premier en ex-voorzitter van de Europese Centrale Bank, dat er geen onderlinge verdeeldheid mag komen vanwege ‘de verschillende ruimte in de nationale begrotingen’. Lees: het is niet omdat de Duitsers zo rijk zijn, dat ze zich niets meer hoeven aan te trekken van de rest. Nog anders geformuleerd: het grote gevaar is nu, zoals ook minister Van der Straeten al heeft aangegeven, dat er een subsidieoorlog komt binnen de EU. Wie zoals Duitsland gigantische bedragen uitgeeft om de economie te ondersteunen, dwingt andere landen de facto om hetzelfde te doen, of economisch achter te blijven, met alle verlies van industriële power en jobs van dien. Landen die in slechte papieren zitten – en dan komt ook België in beeld – worden daar een beetje zenuwachtig van. Nog méér schulden maken? We moeten al flink meer betalen dan Duitsland – ja, alweer Duitsland – om onze staatsschuld te financieren. En het wordt er niet beter op. Het woord ‘spread’ is terug van weggeweest.
Dat Macron in het interview het woord ‘verstoringen’ – ‘distorsions’ in het Frans – als argument gebruikt, bewijst dat lippendienst aan een goede marktwerking niet altijd een hardvochtig, neoliberaal standpunt hoeft te zijn. Het klinkt niet zo, maar eigenlijk zegt Macron dat Scholz niet zomaar de vruchten mag plukken van het jarenlange zuinige begrotingsbeleid van zijn voorgangers, toen de zogenaamde ‘schwarze Null’ heilig was: een begroting zonder rode cijfers. Macron voegde nog toe dat Duitsland op het punt is gekomen ‘om van model te veranderen’. Dat was een duidelijke verwijzing naar de schulden die Duitsland nu wél wil maken, met onder meer een reddingspakket van 200 miljard euro, als dat nodig blijkt om zijn economie overeind te houden. Macron ziet dat als ongeoorloofde staatssteun. Bien joué: met een retorische judogreep gebruikt de Franse president de vrije markt tegen de marktkampioen bij uitstek.
Daarmee is Europa, weer eens, wat het altijd al was: een manier om Duitsland een beetje in te tomen. Duitsland is niet too big to fail, maar too big to succeed – het is niet de bedoeling dat het land te veel gaat overheersen. Dat het land aarzelt om minder spaarzame lidstaten uit de nood te helpen: het zal best. Dat Berlijn er zeker van wil zijn dat er geen bevoorradingsproblemen komen: het is zeer goed te begrijpen. Maar dat hoeft Duitsland niet tegen te houden om samen met de 26 andere landen als één team – als ‘buyers’ cartel’ – de wereldmarkt op te gaan en de best mogelijke deal te sluiten. Voor zichzelf, en voor Europa.
Dit is de zoveelste grote Europese crisis op rij. Dat Duitsland rekening houdt met zwakkere landen, is de prijs die het land betaalt voor zijn dominantie. Die van nu, en die van vroeger.