Stijn Bex (Groen)
‘Dit is een eersteklas begrafenis voor de hervorming van het Vlaams openbaar vervoer’
‘Als we vandaag van openbaar vervoer niet de makkelijkste, meest comfortabele en goedkoopste keuze maken, wanneer dan wel?’, vraagt Vlaams Parlementslid Stijn Bex (Groen) zich af.
In een ontwikkeld land neemt arm en rijk het openbaar vervoer. Vlamingen nemen de tram of de bus enkel als ze echt niet anders kunnen. Negen op de tien Vlamingen die het openbaar vervoer gebruiken, hebben geen auto of rijbewijs. Terwijl een sterk openbaar vervoer een evidentie zou moeten zijn in een kleine, dichtbevolkte regio als Vlaanderen, sturen opeenvolgende mobiliteitsministers de bus een doodlopend straatje in.
Sinds 2019 belooft de Vlaamse regering ons een ambitieuze hervorming. Maar jaren voorbereidend werk hebben tot nog toe veel gekost en niets opgebracht.
Het lijkt erop dat ettelijke miljoenen belastinggeld verspild zijn, zonder resultaat.
Kostbare euro’s, die we hadden kunnen steken in vlot, toegankelijk en comfortabel openbaar vervoer. Dat falen verdient verder onderzoek. Het volledige Vlaams Parlement heeft zich dan ook achter het voorstel van Groen geschaard om het Rekenhof een grondig onderzoek te laten voeren naar dit fiasco.
Na Ben Weyts (N-VA) is Lydia Peeters (Open VLD) nu de tweede rechtse mobiliteitsminister op rij die ons belooft dat ze ons vlotter van A naar B zal brengen met tram en bus. Het was Weyts die het idee van de Basisbereikbaarheid lanceerde. Weg met bussen overal in Vlaanderen, maar een focus op de drukke lijnen en een meer individueel aanbod in eerder afgelegen gebieden. Op zich geen slecht idee, ware het niet dat een besparing, en niet de reiziger, centraal stond in het beleid van Weyts en diens voorganger Hilde Crevits (CD&V). Huidig minister Peeters verlaagde de budgetten niet verder, maar slaagt er tot nog toe ook niet in om het openbaar vervoer een nieuw elan te geven.
Haar grote hervorming is een absolute mislukking. Na drie keer uitstel kondigde de minister afgelopen zomer aan dat de hervorming per 1 januari alsnog ‘versneld uitgevoerd zou worden’. Een retorisch truukje om een eersteklas begrafenis te camoufleren. Want wat op tafel ligt, is hooguit een cosmetische ingreep.
Onderzoek van het Rekenhof moet helderheid verschaffen in het kluwen van zinloze uitgaven.
Lees verder onder het artikel
Potje rommelvoetbal
Peeters probeert nu al drie jaar een puzzel te leggen waarvan ze bij gebrek aan investeringen slechts de helft van de stukjes in handen heeft. Haar zoektocht naar taxi’s, belbusjes en deelauto’s of deelfietsen die geschrapte buslijnen moeten vervangen, is op een mislukking uitgedraaid. Van honderden cruciale overstappunten zijn er nog maar zeven aangelegd. Bij lokale besturen is het draagvlak voor de hervorming met gesloten portefeuille ver te zoeken. En terwijl De Lijn in de eerdere plannen buitenspel gezet dreigde worden door de administratie, moet minister Peeters nu op haar blote knieën aan de vervoersmaatschappij vragen om haar te hulp te schieten.
Het Vlaams mobiliteitsbeleid is een beschamend potje rommelvoetbal geworden, dat de reiziger nog geen meter vooruit heeft geholpen. Het werkingsbudget van De Lijn is op tien jaar tijd met één vijfde verminderd. De dienstverlening wordt steeds verder uitgekleed. De tevredenheid van de gebruikers van openbaar vervoer dendert achteruit. Net als het aantal mensen dat er gebruik van maakt. En omdat de Vlaamse regering haar plannen en spelregels constant verandert, is ze een onbetrouwbare partner geworden voor De Lijn, voor private mobiliteitsspelers en vooral voor de reiziger.
Het enige wat de Vlaamse belastingbetaler wél overhoudt aan dit beleid, is een fikse financiële kater. Denk aan de vele overuren die gemaakt zijn om al deze proefballonnetjes uit te denken, te plannen en voor te bereiden. Of aan de budgettaire kater van 100 miljoen euro door de Mobiliteitscentrale, die een veredelde telefooncentrale dreigt te worden. Terwijl De Lijn met de belbuscentrale al lang over zo’n dienst beschikt, waar mensen momenteel zitten te wachten op uitsluitsel over wanneer ze hun job verliezen.
Het onderzoek van het Rekenhof moet helderheid verschaffen in het kluwen van zinloze uitgaven. Voor Groen is het cruciaal dat het Rekenhof achterhaalt waar het fout liep met deze hervorming, welke lessen we daaruit moeten trekken, maar bovenal, welke elementen wel nog gered en verbeterd kunnen worden. Want de reiziger aan haar lot overlaten is voor ons geen optie.
Terwijl de Vlaamse regering een derde verloren legislatuur voor het openbaar vervoer beleeft, laten landen als Nederland, Duitsland en Spanje, maar zeker ook het Brussels Gewest, zien dat het anders kan. Daar zijn tram, bus en metro geen met haken en ogen aan elkaar geknoopt vangnet voor wie geen auto heeft. Openbaar vervoer is er de standaard voor een zorgeloze, snelle en goedkope verplaatsing.
Vlaanderen kan het mobiliteitsbeleid van de toekomst niet voor zich uit blijven schuiven. We beleven een energiecrisis die brandstofprijzen omhoog stuwt en de koopkracht van mensen aantast. De klimaatcrisis dwingt ons tot een shift naar duurzame mobiliteit.
Als we vandaag van openbaar vervoer niet de makkelijkste, meest comfortabele en goedkoopste keuze maken, wanneer dan wel?
Minister Peeters beloofde een een ‘sprong vooruit’ voor het openbaar vervoer. Maar zoals het er nu uitziet, zal er in 2024 na 10 jaar rechts beleid in Vlaanderen enkel stilstand te bespeuren zijn. Stilstaan in een wereld die verandert, is achteruitgaan. De reiziger in Vlaanderen verdient beter. Benieuwd of minister Peeters de kracht en de wil heeft om haar collega’s in de Vlaamse regering daarvan nog te overtuigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier