Katrien Schaubroeck
‘De nieuwe wetten van de liefde: oude wijn in nieuwe zakken’
Hoogleraar Wijsbegeerte Katrien Schaubrouck staat stil bij vier gevestigde en diep ingesleten sociale normen die niet uitgedaagd worden door online dating maar net bevestigd, hoewel ze veel morele vragen oproepen.
Ik las deze zomer The new laws of love van de sociologe Marie Bergström, gespecialiseerd in online dating (Polity Press, 2022). Het artikel van Han Renard ‘Waarom vrouwen online dating beu zijn’ (Knack 16 augustus) intrigeerde mij. Er komen vele perspectieven op het fenomeen van online dating aan bod, waaraan ik graag een ethisch perspectief toevoeg. Terwijl uit de getuigenis van Esther Perel een sterk gevoel van existentiële crisis sprak omwille van een uitholling of verandering van normen en waarden, valt uit het onderzoek van sociologen af te leiden dat online dating voor het grootste deel bestaande normen over relaties, seksualiteit en liefde herhaalt en bevestigt.
Hier zijn vier gevestigde en diep ingesleten sociale normen die niet uitgedaagd worden door online dating maar net bevestigd, hoewel die veel morele vragen oproepen: mannen horen het initiatief te nemen, de sexualiteit van vrouwen wordt sociaal streng gereguleerd, seksueel geweld van mannen op vrouwen is een realiteit waar vrouwen zich tegen dienen te beschermen, daten met iemand uit een andere sociale of culturele klasse is uitzonderlijk.
Bergströms boek laat aan de hand van statistieken en interviews zien dat in de online setting (heteroseksuele) gedragscodes uit de offline setting gekopieerd worden: vrouwen en mannen verwachten dat de man vraagt om af te spreken, en wanneer vrouwen afspreken doen ze dat overdag in een publieke plaats of nemen ze andere maatregelen om zich te beschermen tegen het risico op seksueel geweld. Maar ook op een andere manier worden bestaande gedragscodes in stand gehouden, namelijk door de afgeschermde omgeving van een dating platform te gebruiken om ze te omzeilen in alle discretie. Vrouwen vertelden Bergström hoe Tinder en andere platforms hen de mogelijkheid gaven om seksueel veel actiever te zijn dan ze aan hun sociale omgeving willen tonen.
De privacy die dating platforms bieden zijn inderdaad een zegen voor mensen die hun seksualiteit niet kunnen of willen openbaren, zoals ook voor seksuele minderheden geldt. Maar tegelijk roept deze oplossing ook vragen op bij het probleem dat minderheden zich in het donker moeten bewegen. Bergström wijst mij er terecht op dat verkennen in het donker niet per se een reactie op sociale onderdrukking moet zijn, het kan ook een fase van zelfverkenning zijn. Dat is de voornaamste boodschap die ik uit haar onderzoek meeneem: dat jongeren massaal online daten is een logisch gevolg van hun sociale positie die gekenmerkt wordt door ‘uitgesteld volwassenschap’ en ‘lang leren’.
Jongeren hebben nu in tegenstelling tot 50 jaar geleden jaren de tijd om relationele normen te verkennen, af te tasten, te internaliseren. Die normen zelf zijn tamelijk onveranderd ten opzichte van 50 jaar geleden, maar de context waarin ze (privaat) verkend worden is anders. Dating platforms zijn een soort school voor het leven, lijkt Bergstrom te zeggen, je leert er welke reacties, formuleringen, snelheden sociaal aanvaard zijn. Een norm die wel sterk veranderd is ten opzichte van 50 jaar geleden is de rol die seks speelt. Intimiteit en ‘commitment’ zijn losgekoppeld van elkaar. Met statistieken laat Bergström zien dat mensen die elkaar online daten veel sneller overgaan tot seks dan mensen die elkaar in de vriendenkring of op de werkvloer ontmoeten. Dat komt (deels althans) omdat de aard van de relatie sneller duidelijk is: wie op Tinder zit is aan het flirten, er is geen grijs gebied tussen flirten en vriendelijk zijn.
Van het internet werd gedacht dat het alle grenzen tussen groepen zou doen vervagen omdat er geen fysieke afstanden meer te overbruggen zijn, maar de fenomenen van echo-kamers en sociale bubbels hebben die verwachting weerlegd. Ook voor online dating geldt dat mensen weliswaar buiten hun directe sociale kring kunnen afspreken (wat vaak ook de aantrekkingskracht is van het medium, no strings attached) maar dat ze zich meestal blijven begeven in dezelfde sociale klasse, dezelfde etnische groep. Meer nog: online dating suggereert dat het normaal is om expliciete voorkeuren voor bepaalde uiterlijke kenmerken zoals type kledij of huidskleur te hebben. Ethisch gezien zijn deze seksuele voorkeuren op basis van identiteitskenmerken problematisch, al erken ik dat ze bestaan.
Geheel in lijn met de hypothese dat online dating platforms een soort sociale laboratoria zijn waar jongeren aloude sociale codes leren, zij het in een nieuw jasje, stelt Bergström dat gebruik van de platforms piekt tijdens schoolvakanties. Als leerkracht zou ik erg benieuwd zijn naar wat jongeren geleerd hebben in de zomer, maar allicht en terecht zullen ze niet alles aan onze neus hangen.
Katrien Schaubroeck is Hoogleraar Wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier