Pol Deltour
‘Centen voor stilte: hoe DPG Media de omerta over zichzelf afroept’
DPG Media houdt een boek over zichzelf tegen, van de hand van Guido Van Liefferinge. Hoe ver mag een zwijgclausule gaan, vraagt Pol Deltour zich af.
Hoe bizar kan een nieuwsbericht worden: DPG Media, het machtigste mediabedrijf in de Lage Landen, houdt een kritisch boek over zichzelf uit de rekken. De Brusselse ondernemingsrechtbank ging in op het verzoek van DPG en zusterbedrijf Epifin om een publicatieverbod uit te vaardigen. De beschikking dateert al van 23 juli, maar lekte nu pas uit via de onderzoeksjournalistieke nieuwssites Apache en Follow the Money.
Het geviseerde boek is van de hand van een nobele bekende in de sector: Guido Van Liefferinge. Hij werkte zowat een kwarteeuw voor De Persgroep, de rechtsvoorganger van DPG Media, tot hij er in 2000 buiten de deur werd gezet door eigenaar en topman Christian Van Thillo. Dat ging gepaard met een dading, die voor Van Liefferinge een financiële compensatie inhield voor de lucratieve nieuwsmerken die hij voor De Persgroep uit de grond had gestampt. Maar in de dading zit ook een verregaande zwijgclausule. Precies dat spreekverbod – of althans het doorbreken ervan – voert DPG Media nu aan om Van Liefferinges nieuwe boek uit de openbaarheid te weren.
Non disclosure agreements (of nda’s) zijn in de bedrijfswereld schering en inslag. Ze dienen om aanvullende zwijgplichten op te leggen boven op wetgeving die al allerlei geheimen beschermt. Denk aan de wetten met betrekking tot staatsgeheimen, bedrijfsgeheimen en beroepsgeheimen, of aan reglementen en cao’s die ambtelijke of arbeidsrechtelijke discretieplichten opleggen. Nda’s voegen daar nog extra omerta’s aan toe. Vaak situeert dit zich in een ontslagcontext, en als keerzijde voor een of andere extralegale afscheidsvergoeding. Centen voor stilte.
Maar meer dan eens schieten nda’s sterk door, en is de afgedwongen zwijgplicht vrijwel totaal. De betrokkene wordt dan verondersteld nooit meer enige negatieve of kritische uitlating over de ex-werkgever te doen en zich er zelfs nooit meer over uit te spreken tout court – zelfs niet verdoken of impliciet. In dat geval neigt het spreekverbod soms naar een beroepsverbod. En staat het haaks op het publieke belang, dat gediend kan zijn met de informatieoverdracht en meningsuiting van de ex-medewerker. Het resultaat is een bijzondere vorm van censuur: een die wordt afgekocht.
Muren van geheimhouding
Als er een sector is waar je dergelijke nda-praktijken niet meteen verwacht, is het de mediasector wel. (Nieuws)media leven van journalisten, en journalisten teren op transparantie. Ook DPG Media-journalisten worden verondersteld voluit maatschappelijk relevante feiten achterna te gaan en halsstarrig belangrijke waarheden te onthullen – desnoods via informele kanalen om en dwars door muren van geheimhouding heen. Dat speelt a fortiori ten aanzien van overheden en private actoren met macht. DPG Media en zijn leidende figuren zijn ontegensprekelijk voorbeelden van zo’n machtsbastion.
Des te vreemder is het dat uitgerekend DPG Media en Epifin, de aandeelhoudersvennootschap achter DPG die wordt toegeschreven aan de familie Van Thillo, zich aan dergelijke taboepraktijken te buiten gaan. De geheime dading die de bedrijven medio 2015 sloten met Guido Van Liefferinge, en die nu via de openbare beschikking van een Brusselse kortgedingrechter toch bekend is geraakt, bevat naast een financiële regeling ten belope van afgerond 4 miljoen euro ook een reeks verregaande onthoudingsplichten. Het begint er al mee dat over de dading zelf niet mag worden gecommuniceerd, zelfs het bestaan ervan moet geheim blijven. Verder mag Van Liefferinge geen herdruk of herwerkte versie uitbrengen van het boek Glamour en glitter, geld en macht, welkom in medialand, dat hij publiceerde in 2006. In dat boek hekelde hij de commercialisering van de nieuwsmedia, en laakte hij het bedrijfsmanagement van zijn voormalige werkgever DPG (toen nog De Persgroep) in het bijzonder.
Daar blijft het niet bij. Van Liefferinge moet zich ook onthouden – synchroon met DPG Media zelf, dat wel – van het ‘besmeuren’ van de naam van de tegenpartij. Evenmin mag hij zich nog ‘op enige andere wijze kritisch uitlaten’ over het management en de aandeelhouders van DPG en Epifin. En het kan nog algemener, want volgens artikel 8.2 van de dading verbindt Van Liefferinge er zich toe voortaan kortweg ‘geen uitspraken meer te doen of standpunten in te nemen over De Persgroep, haar redacties, management en aandeelhouders’.
Het is niet de enige keer dat DPG Media, dat over een royale spaarkas beschikt, dergelijke zwijgplichten weet af te kopen. DPG Media heeft jammer genoeg ook geen monopolie op deze praktijken. Ook andere Vlaamse mediabedrijven dwingen met enige regelmaat verregaande nda’s af bij (ex-)managers en hoofdredacteuren. Het verklaart en versterkt de boutade dat nieuwsmedia sterk zijn gesteld op openbaarheid, behalve als het over hun eigen reilen en zeilen gaat.
Die zwijgcultuur moet toch eens worden doorbroken – ook in het algemeen belang. Nieuwsmedia spelen een ongelooflijk belangrijke rol in het maatschappelijke gebeuren, en terecht eisen ze daarbij van publieke en private actoren maximale transparantie. Die transparantie moeten ze dan wel ook zelf aan de dag leggen, zeker vandaag, nu onpeilbare machten en onzichtbare algoritmen almaar meer ook het nieuwsproductieproces bepalen. In hun verhouding met big tech en artificiële intelligentie hebben nieuwsmedia er alle belang bij open kaart te spelen over hun eigenaarschap, ideologische keuzes, bedrijfsmodellen en technologische applicaties.
De Vlaamse Rupert Murdoch
Uiteraard heeft Guido Van Liefferinge die dading in 2015 wel getekend. En pacta sunt servanda, zegt DPG Media om zijn vordering te ondersteunen: een publicatieverbod van het boek Man bijt Van Thillo, waarvoor uitgeverij Epo begin 2024 een promoactie was begonnen. Die promoactie was op zich al een inbreuk op de dading, zegt DPG. Voor elk fysiek exemplaar van het boek dat alsnog zou worden verspreid, eist het bedrijf 1000 euro, en voor elke dag dat het digitaal beschikbaar zou zijn 10.000 euro. Dat in afwachting van het proces ten gronde over de legitimiteit van de publicatie.
Van Liefferinge zelf ziet het anders. Hij ontkent de dading te schenden, omdat hij enkel Van Thillo viseert, en niet de bedrijven DPG en Epifin. Bovendien gaat zijn nieuwe boek vooral over de maatschappelijke impact die Van Thillo had, door ‘de Vlaamse media in een nieuwe bedding te leggen en te vervellen tot het Vlaamse antwoord op Rupert Murdoch’. Tegelijk beroept Van Liefferinge zich op het recht om de dading van 2015 ter discussie te stellen. ‘Terugkomen op gemaakte afspraken is niet alleen uw privilege’, heet het in een brief die hij schreef aan DPG en die wordt geciteerd in de kortgedinguitspraak. ‘Een aantal clausules is wellicht niet eens wettelijk.’
De dienstdoende voorzitter van de Brusselse ondernemingsrechtbank zit met zijn beschikking van 23 juli niettemin op de lijn van DPG en Epifin. Als kortgedingrechter moet hij in de eerste plaats onderzoeken of de eisende partij een voldoende ‘schijn van recht’ heeft. Dat is inderdaad het geval, heet het. ‘Prima facie blijkt dat de publicatie van het boek Man bijt Van Thillo een inbreuk vormt op de contractuele verbintenissen die de heer Van Liefferinge aanging onder de dading.’ Overigens kunnen contractspartijen wel degelijk beperkingen afspreken met betrekking tot hun grondrechten, aldus nog de rechterlijke beschikking. Ook voor de vrijheid van meningsuiting is dat het geval.
Een rechter in kort geding moet vervolgens uitmaken of er voldoende ‘urgentie’ is om voorlopige maatregelen uit te spreken. En ook op die vraag is het antwoord bevestigend. De beschikking echoot de argumentatie van DPG en Epifin: de publicatie van het boek dreigt de afgesproken geheimhouding substantieel te ondermijnen en onherstelbare reputatieschade toe te brengen. Vandaar een formeel, zij het voorlopig publicatieverbod. De dwangsommen reduceert de rechter wel tot 500 euro per fysiek exemplaar dat zou worden verspreid en 5000 euro per dag dat het boek of promotiemateriaal ervoor online zou circuleren.
Preventieve censuur
Hoe dan ook heeft DPG Media toch nog eens uit te leggen dat het in kort geding een publicatieverbod afdwingt. Dit is het bedrijf dat zich eerder dit jaar met hand en tand verzette tegen een publicatieverbod dat het zelf opgelegd kreeg. Dat verbod kwam er op initiatief van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau, die niet wilde dat een proces-verbaal over uitlatingen van hem op café in Sint-Niklaas eerder in Het Laatste Nieuws en op VTM zouden verschijnen dan dat hij er kennis van had. DPG beriep zich toen op het onwrikbare verbod op overheidscensuur, verankerd in artikel 25 van de Grondwet.
Omzeggens geen spoor daarvan in de zaak die het bedrijf nu zelf aanspande tegen een voormalige partner. Of toch: fraus omnia corrumpit, heet het in de vordering. Anders gezegd: door zijn handelswijze zou Van Liefferinge zijn recht om zich op het grondwettelijk censuurverbod te beroepen hebben verloren. Hoe dan ook een vreemde stellingname voor een nieuwsmediahuis dat verondersteld wordt ook journalisten te verdedigen.
Uitgeverij Epo werd door DPG en Epifin mee in de zaak betrokken wegens ‘medeplichtigheid aan contractbreuk’, maar wordt in de rechterlijke beschikking niet expliciet geviseerd. Niettemin besliste de uitgever om ‘opportuniteitsredenen’ de publicatie voorlopig in te houden. De uitspraak ten gronde over de legitimiteit van het boek Man bijt Van Thillo wordt verwacht in de loop van volgend jaar. Intussen tekende Guido Van Liefferinge wel hoger beroep aan tegen de kortgedinguitspraak.
Pol Deltour is docent en publicist. Onlangs verscheen van zijn hand het boek Recht voor de pers, over mediarecht en journalistieke deontologie (uitgeverij Owl Press/Borgerhoff & Lamberigts)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier