Lia van Bekhoven
‘Bling heeft mijn blik verruimd. Sieraden hebben mijn verdraagzaamheid vergroot’
‘Als je voor het grootste moment in je koninklijk bestaan niet kan uitpakken met een nieuwe hoofdtooi, wanneer dan wel?’, schrijft Lia van Bekhoven vanuit Londen over het hoofddeksel dat Camilla in mei zal dragen voor haar kroning tot koningin.
Voor geval u erover heen gelezen hebt; koningin Camilla gaat voor de kroning in mei geen nieuwe kroon inslaan. Wat volgens mij de verkeerde beslissing is. Als je voor het grootste moment in je koninklijk bestaan niet kan uitpakken met een nieuwe hoofdtooi, wanneer dan wel? Zo vaak komen die plechtigheden niet voor. De laatste keer dat een Britse queen vers gekroond, gezalfd en gezegend Westminster Abbey uitliep was 70 jaar geleden. Maar nee, ‘in het belang van duurzaamheid en efficiëntie’ liet Buckingham Palace weten dat Camilla het zal doen met een afdragertje.
Het gekozen model (en dankzij de televisiereeks The Crown weten we dat de royals barsten van de bling, dus keuze genoeg) is een tweedehandsje geworden, destijds gedragen door koningin Mary bij haar kroning een dikke eeuw geleden. Probleem opgelost, zou je denken, maar nee. Mary’s hoofddeksel bezit, naast 2.200 doorsnee diamanten, de even omstreden als gigantische Koh-i-noor, een van de grootste geslepen stenen ter wereld.
Wie wil er in 2023 gekroond worden met dit symbool van ‘macht en koloniale superioriteit’ (van 1839, uit de tijd van de Britse Oost Indische Compagnie)? Een diamant die, zoals de beste spullen uit het Britse Imperium, met list en bedrog uit India, het land van herkomst, gesmokkeld werd? Camilla niet. En dus zal de Koh-i-noor vervangen worden door diamanten uit de verzameling van Elizabeth.
Ik voel Camilla’s pijn. Jarenlang lagen op mijn zolder sieraden te verwaarlozen die ik geërfd had van wijlen mijn schoonfamilie. Totdat een vriendin me ervan overtuigde de pocherige broches en ringen te laten ombouwen tot iets moderners, iets stijlvollers. Een superhippe goudsmid had enthousiaste plannen voor ringen, oorbellen en een ketting voor de grootste steen. Maar je hebt wel een probleem, zei ze toen ze de bruine envelop met inhoud had leeggeschud op de minimalistische toonbank. ‘Je hebt te veel diamanten en te weinig goud’. Zo’n probleem waarmee je overigens, met therapie en tijd, kunt leren leven.
‘Als je het hebt, dan moet je het dragen’, vond mijn schoonmoeder die geen aanmoediging nodig had dat advies in praktijk te brengen. In dat opzicht deed ze trouwens niet onder voor Camilla’s schoonmoeder. Met ringen als boksbeugels en oorbellen als kroonluchters is ze nu mijn lichtend voorbeeld.
Bling heeft mijn blik verruimd. Sieraden hebben mijn verdraagzaamheid vergroot. Die veelbesproken ruzie destijds tussen prins Harry en Buckingham Palace omdat Meghan Markle de koninklijke diadeem die ze wilde voor haar trouwerij niet mocht dragen? Alle begrijp voor Markle. Er zijn oorlogen om minder gevoerd.
’Was u gisteravond op TV?’ vroeg laatst een spoorwegbeambte aan het loket van het station in Utrecht bij wie ik kwam klagen over een treinkaartje. ‘Ik herken u aan uw ring. Ik zei tegen mijn man: zo’n ring wil ik ook’. Even voelde ik me hoe Liberace zich gevoeld moet hebben.
Ik kan overigens nog steeds echte diamanten niet onderscheiden van het spul dat ze bij Claire’s verkopen, maar wat ik wel weet is dat aan ingetogen elegantie geen lol te beleven is. Als ik Charles en Camilla was zou ik voor 6 mei het Jewel House van de Tower of London tot op de fluwelen bodem leeg halen. Zoals Mae West wist, teveel van het goede kan fantastisch zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier