Bert Bultinck
‘Zowel De Wever als Magnette verdient lof, of toch een beetje’
‘Precies omdat De Wever (N-VA) en Magnette (PS) hun electorale krediet op het spel zetten, vielen er sporen te bekennen van wat in dit land weleens “politieke moed” wordt genoemd’, meent Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
Het was de zoveelste mislukking in deze demoraliserende regeringsformatie, maar het was de meest spectaculaire. N-VA-voorzitter Bart De Wever en PS-voorzitter Paul Magnette hadden de afgelopen weken een principeakkoord bereikt, een ‘basis’ in de woorden van De Wever, dat in de lijn lag van de historische akkoorden tussen het noorden en het zuiden van het land. Meer bevoegdheden voor de Vlamingen dus (bijvoorbeeld op het vlak van gezondheidszorg, justitie en veiligheid) in ruil voor een linkser sociaal-economisch beleid (met bijvoorbeeld hogere minimumpensioenen, werkloosheidsuitkeringen en lonen). Het ‘akkoord’, waarvan geen tekst uitlekte, werd ‘vaag’ genoemd en was misschien zelfs onvoldoende om later tot een echt regeerakkoord te kunnen komen. Maar het was wél een engagement, tussen twee partijen die elkaar jaren de duivel hebben aangedaan en tegelijk in hun eigen fief ondanks groeiende concurrentie de grootste waren gebleven. En dus gedoemd waren om samen een regering te vormen.
Zowel De Wever als Magnette verdient lof, of toch een beetje.
Zowel De Wever als Magnette verdient daarvoor lof, of toch een beetje: risicoloos is zo’n akkoord niet, hoe schetsmatig ook. Als toppolitici zijn ze allebei niet van hun eerste inhoudelijke bijsturing doodgegaan, maar dit was geen bocht meer. Dit was een breuk. Je kunt niet ongestraft jarenlang de ander wegzetten als luie profiteur of halve fascist en dan toch plots een acceptabele coalitiepartner in hem vinden. Maar precies omdat ze hun electorale krediet op het spel zetten, vielen er sporen te bekennen van wat in dit land weleens ‘politieke moed’ wordt genoemd. Na meer dan 400 dagen gênant gepoker verdiende dat, welja, een schouderklopje.
Al hadden ze wel een cruciaal dingetje vergeten. Het grootste minpunt was dat er met het principeakkoord nog geen meerderheid was gevonden – toch geen detail bij een regeringsvorming. Dat Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert zich niet zomaar liet losweken van de Franstalige liberalen was een streep door de rekening. Misschien nog belangrijker was de dringende vraag van de liberalen naar zéér grondige aanpassingen van de wankele ‘basis’ van het akkoord. De Open VLD én de MR meenemen én het akkoord gevoelig aanpassen: trop was te veel. Ook een doorzichtige poging om via de groenen druk te zetten, bracht daar geen verandering in. Afgelopen maandag moesten De Wever en Magnette de koning vertellen dat ook de elfendertigste formatiepoging was vastgelopen. Waarna die aan zijn zoveelste consultatieronde kon beginnen.
De Belg wacht niet op een begrafenis, maar op een wedergeboorte.
In volle coronacrisis blijven de potjes stratego van alle betrokken partijen van een criminele lichtzinnigheid. Niet alleen de liberalen, maar ook de N-VA, de CD&V, de SP.A, de PS en zelfs mineure spelers als het CDH en de groenen hebben boter op het hoofd. Alleen de PVDA/PTB en het VB zullen met recht en reden kunnen zeggen dat ze niet hebben meegedaan aan het trieste schouwspel, en zij zullen cashen bij de volgende verkiezingen. Als de partijvoorzitters sinds 26 mei 2019 al eens een minuscule portie courage toonden, dan was het altijd aarzelend, meer achterom- dan vooruitkijkend. Als er al eens eentje een stapje vooruit durfde te zetten, dan was het ‘dik tegen zijn goesting’. Waarom toch?
In Slow democracy, de zeer lezenswaardige verdediging van de natiestaat van David Djaïz, citeert de Franse politicoloog de Italiaanse filosoof Machiavelli: ‘Wil men een staat een lang bestaan garanderen, dan moet men die regelmatig terugvoeren naar zijn wortels.’ Het probleem in België is dat de belangrijkste Vlaamse partij zich zo snel mogelijk wil losmaken van die wortels, en dat de belangrijkste Franstalige partij er ook niet al te erg mee inzit om de staat België, die al eens een ‘historisch accident’ wordt genoemd, nog wat verder af te bouwen, als er maar genoeg geld naar het zuiden stroomt. In de eerste commentaren na het echec van De Wever en Magnette werd gesteld dat dit land zelfs niet meer de eigen begrafenis kan regelen – alsof het dat was waar de Belg zat op te hopen. De Belg wacht niet op een begrafenis, maar op een wedergeboorte. Niet van België, maar van de durf van het handvol rebellen dat in 1830 dit land op de kaart zette, met een visie die verbluffend modern mocht heten, inclusief de vrijheid van godsdienst en onderwijs en de kiemen van de verzorgingsstaat. De betrokken partijvoorzitters hebben nog een paar weken. De basis ligt er. Wie maakt het mogelijk?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier