Vrije Tribune
‘Zal technologie de kinesitherapeut vervangen?’
Prof. dr. Annick Timmermans onderzoekt of en wanneer games, robots of andere technologieën beter werken dan een strenge kinesist.
Iedereen heeft wel eens klachten van het spierskeletsysteem. Vaak worden patiënten met pijn naar een kinesitherapeut verwezen die de problemen in kaart brengt en oefeningen aanleert in functie van het specifieke probleem. Die oefeningen helpen wel, maar de effecten ervan blijken matig te zijn. Men blijft daarom op zoek naar innovatieve therapievormen om therapie effecten te verbeteren. Voor het slagen van oefentherapie is het belangrijk dat de patiënt de oefeningen die door de kinesitherapeut worden aangeleerd veelvuldig herhaalt om een goed leereffect te bekomen. Daarom moet er ook thuis veel geoefend worden.
Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat tot 70 procent van de mensen hun oefeningen thuis niet doen of niet goed doen. Een van de redenen is dat men de oefeningen die de kinesitherapeut aanleert niet goed herinnert of dat men niet aanvoelt hoe deze correct moeten uitgevoerd worden. Technologie kan helpen door het aanbieden van oefeninstructies; door het aanbieden van een motivationele omgeving die uitnodigt tot veel herhaling; en door het geven van feedback op de kwaliteit van uitvoering van oefeningen.
Technologie als hulpmiddel voor oefeninstructies
Technologische ondersteuning kan heel eenvoudig zijn. Zo heeft Joke Spildooren drie keer per week gedurende een half uur video’s getoond via een TV scherm in de living van een bejaardentehuis. De video’s werden vergezeld door muziek uit de jaren waarin deze mensen jong waren. We vonden dat mensen met dementie meededen met bijna 90 procent van de oefeningen terwijl deze afspeelden en dat ze na 6 weken oefenen een verbetering vertoonden in spierkracht van de benen en in evenwicht ten opzichte van het startniveau.
Maar oefeninstructies kunnen ook door een robot gebeuren en onderzoeken tonen aan dat bijvoorbeeld oudere mensen het motiverend vinden om met een robot te oefenen
Een andere manier om bewegingen aan te leren is in een spelomgeving waarbij de patiënt bewegingssensoren draagt die een spel aansturen. De spelomgeving dwingt dan de juiste beweging af. Verschillende toepassingen bestaan voor ondersteuning van oefeningen voor het onderste lidmaat, het bovenste lidmaat, of de lage rug.
Technologie als hulpmiddel voor feedback
Het is niet altijd makkelijk voor een patiënt om een houding of juiste beweging te leren en aan te voelen. Technologische systemen kunnen houding of beweging nauwkeurig registreren en terugkoppelen zodat de patiënt leert om bij te sturen. Dit kan door avatars die de beweging van de patiënt nabootsen in vergelijking met een correcte beweging, of door auditieve feedback bij correcte of incorrecte bewegingen, of bijvoorbeeld doordat sensoren beginnen te trillen bij incorrecte bewegingsuitvoering. Verschillende onderzoeken tonen aan dat mensen door feedback een juiste houding of beweging kunnen aanleren.
In zijn doctoraatsonderzoek vond Thomas Matheve dat gezonde personen en mensen met lage rugpijn, al na 18 keer een buiging uit te voeren met feedback op de houding; ze de rug beduidend meer stabiel konden houden. Mensen die geen feedback kregen of een spiegel gebruikten om de houding van de rug te controleren slaagden er niet in om na het oefenen de rug stabieler te houden tijdens de buiging.
Nog een andere manier van feedback geven is haptische feedback waarbij een technologisch systeem aan de patiënt het gevoel geeft dat hij aangeraakt wordt. Een robot die de arm van mensen na een beroerte ondersteunt en begeleidt om optimaal te bewegen, kan wanneer de arm afwijkt van het optimale pad, het gevoel geven dat de arm botst deze tegen een harde wand en wordt teruggetrokken door een veer. Een studie in Adelante Revalidatiecentrum te Hoensbroek (NL) bestudeerde of mensen na een beroerte met beperkingen in kracht en coördinatie bij het bewegen van de arm en hand, beter vooruit gingen wanneer ze trainden met een robot en video instructies in vergelijking met video instructies alleen. Deze patiënten bleken geen meerwaarde van de robot te ervaren omdat ze enige functionaliteit hadden en meer baat leken te hebben met oefenen in een vrije omgeving eerder dan binnen de beperkingen die de robot oplegde. Terwijl deze robotica wel een meerwaarde kunnen vormen voor patiënten met minder functionele mogelijkheden. Dit toont aan dat het erg belangrijk is om de juiste technologie te kiezen voor de juiste persoon
Motivatie via patiënt gericht oefenen met technologie
Spelomgevingen kunnen zorgen voor motiverende trainingsmogelijkheden. Maar voor de motivatie van de patiënten is het eveneens erg belangrijk dat oefeningen afgestemd worden op de persoonlijke doelen. Maar indien je thuis wil oefenen met technologie, is het handig indien therapeuten zelf technologie kunnen programmeren zodat de aangepaste oefeningen aangeboden worden.
Er zijn reeds verschillende projecten waarbij technologieontwikkelaars programmeer omgevingen creëren waarin kinesitherapeuten oefeningen programmeren en waarbij de haalbaarheid en motivatie door kinesitherapeuten ook positief beoordeeld werd. Zo bestaan er omgevingen waarin kinesitherapeuten kunnen programmeren welke zones oplichten op interactieve oefenborden en op welke alledaagse objecten deze reageren. Maar er bestaan ook projecten waar therapeuten oefeningen kunnen programmeren om te revalideren met een Microsoft Kinect camera of waar robots door therapeuten kunnen geprogrammeerd worden om oefentherapie te demonstreren.
Taakinvulling van de kinesitherapeut
Neen, technologie zal de kinesitherapeut niet vervangen. De kinesitherapeut zal steeds een essentiële schakel zijn om de problematiek van de patiënt goed in kaart te brengen, en om de patiënt te begeleiden in zijn revalidatieproces. Wel zal de taakinvulling van de kinesitherapeut er in de volgende decennia anders gaan uitzien.
Naast de taken die kinesitherapeuten nu reeds uitvoeren; zullen ze ook technologische systemen gebruiken in hun revalidatieomgeving om voortgang van patiënten op te volgen en om het oefenaanbod uit te breiden en trainingsomgevingen meer motivationeel te maken.
Ze zullen leren om zelf oefeningen en oefenprogramma’s voor technologische systemen te programmeren.
Ze zullen over een goede kennis moeten beschikken van de verschillende technologische toepassingen die bestaan zodat ze ook het meest optimale systeem kunnen adviseren aan elke patiënt, en ze zullen de juiste manier van oefenen met het systeem moeten aanleren aan de patiënt.
Maar ook voor de patiënt verandert er een en ander. Hij zal op termijn mogen beslissen of hij het ok vindt dat zijn kinesitherapeut vanop afstand perfect kan meevolgen of en hoe hij de oefeningen gedaan heeft, en het oefenprogramma van op afstand kan afstemmen op de voortgang.
Technologische ontwikkelingen openen een nieuwe wereld van mogelijkheden om het revalidatielandschap te verrijken en therapeuten en patiënten te ondersteunen.
Annick Timmermans is verbonden aan de UHasselt |
Ze is er hoofddocent -Associate Professor Musculoskeletal Rehabilitation |
en Coordinator Musculoskeletal Rehabilitation, Education & Research |
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier