Bjorn Anseeuw (N-VA)
‘Zal Oostende er beter van worden nu Johan Vande Lanotte de Wetstraat achter zich laat?’
‘Oostende blijft jammer genoeg een stad waar de vele mooie dingen in schril contrast staan met het spuuglelijke van de miserie’, schrijft Björn Anseeuw, de fractieleider van N-VA in de Oostendse gemeenteraad. Hij heeft geen goed oog in het voornemen van Johan Vande Lanotte om zich toe te leggen op het burgemeesterschap van de kuststad.
Oostende heeft heel wat troeven. Het is de enige echte stad aan zee met een zeehaven, een luchthaven en goed ontsloten bedrijventerreinen. Om nog maar te zwijgen van ons prachtig erfgoed. Maar voor alles zijn er de Oostendenaars die van aanpakken weten. En toch gebeurt er met die troeven bitter weinig.
Neem nu de haven: al jaren legt Oostende bijna alle eieren in de mand van de offshore-activiteiten, zeg maar de windmolens. Offshore activiteiten zijn echter erg weersafhankelijk en dus seizoensgebonden. Een ferry-verbinding is er al helemaal niet meer en de sectoren van de visserij en scheepsherstelling werden en worden al te lang stiefmoederlijk behandeld. Nochtans: we hebben een unieke door de jaren heen zorgvuldig opgebouwde cluster van kennis en kunde in die deelsectoren. Als je de mensen die instaan voor die economische activiteiten (jobs!) jarenlang in het ongewisse laat over het al dan niet verder kunnen werken, dan blijven investeringen uit en moet het wel van kwaad naar erger gaan.
‘Zal Oostende er beter van worden nu Johan Vande Lanotte de Wetstraat achter zich laat?’
Al jaren zwaaien socialisten hier de plak. Al jaren weten ze onze troeven niet uit te spelen om zo de vele uitdagingen van de stad het hoofd te bieden. De Oostendse luchthaven lijkt eindelijk een tweede adem te vinden. Maar een mobiliteitsplan, waarmee de stad zich voorbereidt op een nieuwe cluster van bedrijvigheid (jobs!) rond die luchthaven, is er niet.
Oostende blijft jammer genoeg een stad waar de vele mooie dingen in schril contrast staan met het spuuglelijke van de miserie. Er is de torenhoge werkloosheid – ruim 12% in Oostende, in de meest nabije centrumstad Brugge is dat amper de helft – en ondernemers mijden Oostende als de pest. Ze creëren hun nieuwe jobs liever in andere steden. Voor 100 Oostendenaars op beroepsactieve leeftijd zijn er 84 jobs. Gemiddeld zijn dat er in vergelijkbare Vlaamse steden 104. Belastingen zijn een traditioneel socialistisch recept. Welnu: nergens in Vlaanderen heb je meer soorten belastingen op ondernemen dan in Oostende. En natuurlijk: nergens in Vlaanderen is de verwevenheid van politiek met ondernemen zo groot als in Oostende, maar dat wist u al.
Bloedend economisch weefsel
Oostende is een centrumstad en zou dus een knooppunt moeten zijn van bedrijvigheid. Welnu, de netto-groeiratio van onze bedrijven, zeg maar de groei van ons economisch weefsel, is negatief: -0,6 (nooit gezien!) waar het Vlaams gemiddelde +0,8 is. Het Oostends economisch weefsel bloedt onder de rode heerschappij langzaam maar zeker dood. Vlaanderen schreeuwt om bedrijventerreinen, Oostende heeft ze en toch geraken de vele bedrijventerreinen op Plassendale niet ingevuld.
De armoede, en in het bijzonder de kinderarmoede, piekt in Oostende. Laat nu net de aanpak van die kinderarmoede de absolute prioriteit zijn van de huidige Oostendse bestuursmeerderheid. 1 miljoen euro trekt ze er voor uit. Maar ook hier werken de rode recepten duidelijk niet. In het keizerrijk kiest men voor afhankelijkheid. Een uitkering moet soelaas bieden. Van een brede ondersteuning -met als doel het sterker maken van de meest kwetsbaren- is geen spoor.
Dat de leefbaarheid van heel wat Oostendse buurten niet je dat is, hoeft ons dan ook niet te verwonderen. En het geld? Wel dat is nu echt wel op. Investeren lukt bijna niet meer en straks komt ook nog de gepeperde rekening van de Oosteroeverprojecten op ons af.
Zorgen voor later
Om de rekening van 2014 te doen kloppen heeft Oostende het investeringsbudget moeten halveren. Als je het gat in je dak vandaag niet kan herstellen, zit je binnenkort geheid met een rot dak. Maar dat zijn zorgen voor later, moet de huidige meerderheid gedacht hebben.
Nog vervelender is de zoektocht naar 28,5 miljoen euro die de stad vandaag op tafel moet leggen om gronden te verwerven die ze moet inbrengen in twee PPS-projecten op de Oosteroever. Dat geld is er niet. Iemand zal dus voor bank moeten spelen voor de stad, alleen is die iemand nog niet gevonden, m.a.w. de banken willen niet. Als je dan nog eens weet dat beide projecten niet zijn gegund aan de meest biedende, smaakt dit toch wel een beetje wrang. Er wàs namelijk een bod dat ruim 12 miljoen hoger lag dan het bod dat uiteindelijk is aanvaard. Alleen in Oostende mogelijk, met dank aan Johan Vande Lanotte.
Nu komt de Keizer dus neergedaald uit het verre Brussel, om te doen wat hij altijd al heeft gedaan: de lakens uitdelen. De geschiedenis leert ons dat onze stad daar niet beter van wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier