Wil de PS wel zélf Wallonië uit de miserie helpen?
PS-voorzitter Elio Di Rupo wil dat de wet die bepaalt hoeveel geld van de federale overheid naar de gewesten en gemeenschappen vloeit, wordt herzien. Maar de communautaire kwestie is geen verkiezingsthema, hoor.
Tijdens een interview van Elio Di Rupo met de zakenkrant De Tijd het afgelopen weekend kwam de aap uit de mouw: de PS-voorzitter wil een hervorming van de financieringswet. Die regelt hoeveel geld de gewesten en gemeenschappen van de federale overheid krijgen om hun bevoegdheden uit te oefenen. Opmerkelijk was dat die uitspraak niet de papieren editie van De Tijd haalde, maar alleen op haar site verscheen. De andere Vlaamse kranten pikten het bericht niet op, met uitzondering van Het Laatste Nieuws, dat er, weggestopt op bladzijde zes, een minimaal stukje aan wijdde. Nochtans kan de uitspraak van Di Rupo in volle verkiezingscampagne tellen: de ex-premier neemt de vlucht vooruit, want de Franstalige Gemeenschap en het Waals Gewest hebben het financieel erg moeilijk en dat zal de volgende jaren niet beter worden, integendeel.
Uit de campagne van de PS blijkt alvast niet dat ze zélf iets wil doen om Wallonië uit de miserie te helpen.
Alle Franstalige partijen en ook de meeste Vlaamse partijen willen niet weten van een nieuwe staatshervorming – alleen N-VA en Vlaams Belang schuiven het thema naar voren. Di Rupo verklaarde recent geen voorstander te zijn van confederalisme ‘omdat er gevoelens aan België verbonden zijn, en er zijn voor 5 miljard euro transfers in de sociale zekerheid die naar Wallonië en Brussel gaan’. Maar dat alles wil nog niet zeggen dat er geen communautaire thema’s op tafel zullen komen. Is het niet tijdens de campagne, dan wel tijdens de regeringsonderhandelingen.
Met de zesde staatshervorming, die in 2011 werd goedgekeurd, gaf de federale overheid extra bevoegdheden aan de deelstaten op het stuk van arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg en de overheveling van de kinderbijslag, maar de middelen werden slechts voor 85 procent overgeheveld. Het gevolg daarvan is dat alle entiteiten het financieel lastig hebben. De Franstalige Gemeenschap, onder meer bevoegd voor onderwijs, gezondheidszorg en cultuur, zit al jaren in slechte papieren. Nu krijgt het Waals Gewest, bevoegd voor zaken zoals economie, werkgelegenheid, landbouw en lokale besturen, het ook moeilijker.
Wat is er aan de hand? Er spelen twee zaken. Eén: de financiering van de gewesten is gebaseerd op de opbrengsten van de personenbelasting. Hoe meer die opleveren, hoe meer geld het gewest krijgt. De opbrengsten van de personenbelasting houden verband met de economische prestaties: gaat het goed, dan liggen de opbrengsten van de personenbelasting en dus de financiering van de gewesten hoog. In tegenstelling tot wat velen hadden gehoopt, slaagt Wallonië er niet in de economische kloof met Vlaanderen te dichten. Die wordt eerder groter. Begin dit jaar citeerden we hier al Philippe Destatte, directeur van de Waalse denktank Institut Destrée: ‘Wallonië slaagt er maar niet in recht te krabbelen. Er worden al jaren buitengewone inspanningen geleverd, maar het Waalse bruto binnenlands product per inwoner vertoont geen teken van leven, alle maatregelen ten spijt.’ Er is nog een tweede zaak die speelt: in de financieringswet in is een overgangsmechanisme voorzien dat de overheveling van minder geld moet compenseren. Dat compensatiemechanisme bedeelt Wallonië goed. Maar vanaf 2025 neemt dat met 10 procent per jaar af, zodat er tegen 2034 een eind aan komt. Dat is geen prettig vooruitzicht voor Franstalig België.
We zullen niet verbaasd moeten zijn als de Franstalige partijen bij de federale regeringsvorming meer geld zullen vragen.
Daarom wil Di Rupo dus een hervorming van de financieringswet tegen 2024. En dan moet volgens de PS-voorzitter niet alleen rekening gehouden worden met de economische prestaties van een regio via de opbrengsten van de personenbelasting, maar ook met de oppervlakte. Aangezien Wallonië 52 procent van het Belgische grondgebied beslaat, is dat voor de regio voordelig, of wat had u gedacht?
‘Wallonië kan zich alleen overeind houden dankzij de geldstromen vanuit Europa en Vlaanderen, en omdat we de buikriem aanhalen’, zo verklaarde Destatte. De Waalse politici beseffen dat de geldtransfers vanuit Vlaanderen niet blijven duren, en dat die uit Europa zullen verminderen. We zullen niet verbaasd moeten zijn als de Franstalige partijen bij de federale regeringsvorming meer geld zullen vragen, of op z’n minst uitzicht willen krijgen op een hervorming van de financieringswet. Ondertussen blijkt uit de campagne van de PS alvast niet dat ze zélf iets wil doen om Wallonië uit de miserie te helpen. De Franstalige socialisten stellen een vierdaagse werkweek voor mét behoud van loon, ze wil de pensioenleeftijd opnieuw verlagen van 67 naar 65 jaar, en tegelijkertijd ijveren ze voor gratis openbaar vervoer en gratis bezoek aan huis- en tandartsen. Een kniesoor die vraagt waar het geld vandaan moet komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier