Dirk Draulans

Wij zijn een goed geöliede machine

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het is verbazingwekkend hoe foutloos onze complexe lichamen functioneren.

Klagen en zagen dat de mensen kunnen! Hoe comfortabeler de maatschappij waarin iemand leeft, hoe groter het gezever. Een brandweerman van zestig zou te oud zijn om langs een paal naar beneden te glijden, een zeeloods van 55 te versleten om langs een touwladdertje een containerschip op te kruipen.

In Congo werken mensen tot op hoge leeftijd noodgedwongen lange dagen, zonder drie maaltijden per dag. Een rustige oude dag is zelden gegarandeerd, tenzij je genoeg kinderen hebt die in de buurt zijn blijven hangen om je af en toe wat toe te stoppen. Geïnstitutionaliseerde sociale zekerheid is er onbestaande. Het blijft werken om er niet bij neer te vallen.

In ontwikkelingslanden krijgen mensen ook te kampen met een weelde aan biodiversiteit, maar dat is niet uitsluitend een kwestie van vogelvlinders en geurige orchideeën. Het is evenzeer iets van mieren en muggen en van vervelende kleine zwarte bijtjes die de onhebbelijke gewoonte hebben in je traankanalen te duiken en daar enkele dagen vrolijk in rond te lopen.

Bij ons klagen en zagen mensen de hele tijd over een vallinkje, een moeilijk omschrijfbaar pijntje in de elleboog, een diffuus verteringsprobleempje na een zoveelste overdadige maaltijd. Steunen en kreunen dat er ’s ochtends bij het moeizaam uit bed kruipen gedaan wordt! We lijken soms wel slachtoffer van onze krakende lichamen te zijn.

Het is evident dat een lichaam het leven voor zijn drager moeilijk kan maken. Het genoom van niet alle individuen zorgt voor een gesmeerd functioneren – genetische afwijkingen zijn schering en inslag. Er zijn zelfs bij ons nog dodelijke ziektes, zoals kanker, en sommige crashes zijn zo dramatisch dat een lichaam ze niet kán opvangen.

Toch is het verbazingwekkend hoe een lichaam in vele gevallen probleemloos blijft functioneren. Als je afdaalt tot op het niveau van de genen zie je een voortdurende activiteit, van genen die aan gang worden gezwengeld of weer worden uitgeschakeld, van genen die geactiveerd worden door prikkels van buitenaf, of die de sprong wagen naar een andere plaats dan deze waar ze aanvankelijk zaten.

Er is de kwestie van de recombinatie bij de vorming van geslachtscellen, waarbij er op het genetische niveau geknipt en geplakt wordt dat het een lieve lust is, waarbij nieuwe genencombinaties worden gecreëerd, zo noodzakelijk om de variatie in stand te houden die een van de pijlers van de evolutie van het leven is. Zonder recombinatie zouden broers en zusters veel meer op elkaar gelijken dan nu het geval is, zou er veel minder diversiteit in de mensenwereld zijn. Maar knippen en plakken kan ook tot fouten leiden.

In de hersenen lopen massa’s boodschappers ononderbroken van hot naar her om de sturing van het lichaam aan te passen aan wat er via allerhande kanalen aan prikkels binnenkomt. In de darm wemelt het van de micro-organismen die ons als een veilige planeet beschouwen, een Moeder Aarde, terwijl zij voor ons voedsel verteren waar we zelf geen greep op hebben. De samenstelling van de darmflora kan een groter effect op onze individuele verteringskracht hebben dan de eigen genetische constellatie.

Er is geen enkele door de mensheid gemaakte machine waarvan de complexiteit die van een menselijk lichaam zelfs maar in de verste verte benadert. Als een ingewikkelde machine hapert, hebben ingenieurs dikwijls veel tijd nodig om uit te pluizen wat er mis is gegaan. De meeste fouten in ons lichaam herstellen vanzelf. De meeste medische ingrepen zijn niet meer dan wat routinematig versnellen van iets dat zich vanzelf zou hebben opgelost.

Voor minder in de adembenemende kracht van de natuur gelovende geesten is de fijne afstelling van ons lichaam een bewijs dat er een goddelijke hand aan het werk moet zijn geweest, want het proces van door variatie gestuurde selectie zoals de evolutietheorie het omschrijft zou nooit zo’n complexiteit in de hand hebben kunnen werken.

Die visie houdt echter te weinig rekening met het feit dat onze lichamen meestal toch niet perfect zijn – dat kan ook niet, want dan zouden ze minder gemakkelijk kunnen inspelen op veranderingen in hun leefomgeving. Chronische rugpijn, kwetsbaarheid voor virale aanvallen of de soms onhebbelijke neiging van mensen om naasten naar het leven te staan, wijzen erop dat een eventuele intelligente ontwerper de bal toch regelmatig goed mis heeft geslagen, wat op zichzelf al pleit tegen zijn bestaan.

Honderden miljoenen jaren van bijna blinde evolutie zijn efficiënter geweest in het stroomlijnen van gesmeerd lopende machines dan honderden jaren van menselijk vernuft. Het is nuttig dat af en toe eens onder de aandacht te brengen, als zelfrelativerende noot in een wereld vol van zowel menselijke overmoed als menselijk gezeur.

Dirk Draulans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content