Wie vervangt onze F-16 gevechtsvliegtuigen?
Het Belgische leger is dringend op zoek naar een nieuw gevechtsvliegtuig. Vorige week verstreek de deadline om offertes in te dienen: er blijven twee van de vijf kandidaten over. Of zijn het er toch drie?
Vorig jaar al werd duidelijk dat het Belgische leger vaart moest maken om de F-16 te vervangen: in 2023 worden de eerste toestellen van het type afgedankt. De vliegtuigen zijn immers al sinds het einde van de jaren 70 in gebruik. Intussen verstreek de deadline om te antwoorden op de aanbesteding van Defensie (Request for Government Proposal, of RfGP). De makers van de Zweedse JAS 39 Gripen E en de Amerikaanse F/A-18 Super Hornet, respectievelijk Saab en Boeing, haakten eerder dit jaar al af. Boeing zag naar eigen zeggen ‘geen mogelijkheid om te wedijveren’, en sprak zelfs van oneerlijke competitie.
De lobbymachine
Lockheed Martin, het Amerikaanse bedrijf dat de F-35 Lightning II bouwt, en het Brits-Duits-Italiaanse consortium dat de Eurofighter Typhoon aanbiedt, zijn dus de enige bedrijven die vorige week een dossier indienden bij Defensie. Daarnaast deed ook Frankrijk een aanbod buiten de competitie om, met de Rafale van Dassault. Van dat laatste voorstel wordt nog onderzocht of het juridisch mogelijk is.
Oorspronkelijk ging de aanbesteding over 2,4 miljard euro, nu al over ruim vier miljard. Door inflatie is het in ieder geval onduidelijk hoeveel de vervanger van de F-16 zal gaan kosten. Ook in Nederland kunnen ze daarover meespreken: daar kozen ze voor de F-35, maar door problemen bij de productie van het vliegtuig stijgt de kostprijs, en daalt het aantal vliegtuigen dat ervoor in de plaats komt. Zo zouden softwarefouten en problemen met het kanon, het belangrijkste wapen van het toestel, ervoor zorgen dat de levering vertraging oploopt. Bovendien zal de F-35 ook nooit zo responsief vliegen als de F-16.
Het verstrijken van de deadline betekent evenwel niet dat de bedrijven hun lobbyactiviteiten staken, wel integendeel: naast de kosten, zijn er ook baten voor België. Dat schreef ook De Standaard. BAE-systems, dat onderdeel uitmaakt van het Eurofighterconsortium, zegt dat het twee productie-eenheden in België zal bouwen als Defensie voor de Eurofighter kiest, Lockheed Martin beloofde ‘industriële participaties in de drie regio’s’. Dassault zei dan weer een nauwere samenwerking tussen de Franse en Belgische legers te bewerkstelligen.
‘Kwestie van prioriteiten’
De keuze is volgens Sven Biscop, professor aan de Universiteit Gent, naast de kosten-batenanalyse van de lobbymachine ook een kwestie van gevoelige politieke keuzes maken en prioriteiten stellen. ‘Kiezen voor het Franse vliegtuig is niet noodzakelijk om een samenwerking mogelijk te maken met Frankrijk’, meent hij, ‘De Frans-Duitse as wil al langer een geïntegreerd defensiebeleid op het niveau van de Europese Unie.’ Ook deze twee landen kozen echter voor verschillende vliegtuigen.
We onderscheiden ons binnen de NAVO door als een van de weinigen de capaciteit om kernwapens te dragen aan te bieden. Dat stopzetten, ligt politiek heel moeilijk.
Sven Biscop, professor UGent
‘Je moet ook de vergelijking maken met de Eurofighter Typhoon’, voegt Biscop toe. ‘De Eurofighter is geen Brits toestel, maar het zou wel een samenwerking met de Britse Royal Air Force (RAF) mogelijk maken.’ Of de brexit daar een impact op heeft? ‘De brexit verandert daar objectief niets aan, maar iedereen voelt natuurlijk aan dat het politiek wel moeilijker geworden is.’ Volgens hem biedt de Franse optie mogelijk wel een algemenere samenwerking dan de samenwerking met de RAF die Eurofighter biedt.
De F-35 van het Amerikaanse Lockheed is bij sommigen dan weer geliefd, maar ook gehaat, omwille van de capaciteit om atoomwapens te dragen. ‘Nucleaire afschrikking is jammer genoeg nog steeds nodig’, zegt Biscop. ‘We onderscheiden ons binnen de NAVO door als een van de weinigen die capaciteit aan te bieden.’
Daarmee stoppen ligt politiek volgens hem heel moeilijk. ‘Anderzijds kan je de vraag stellen of het ook nodig blijft om zo’n atoomwapen te kunnen vervoeren onder een vliegtuig, want dat staat ter discussie. Ook dat brengt een bijkomende moeilijkheid met zich mee.’
We kunnen niet langer wachten om een vervanger te kiezen.
Sven Biscop, professor UGent
Of de nucleaire capaciteit echter beperkt blijft tot de NAVO is nog maar de vraag. ‘Het debat hierover staat nog in de kinderschoenen, maar de Europeanisering van de Franse nucleaire capaciteit is niet ondenkbaar.’ Bij deze hypothese bieden de Fransen aan de landen die dat willen samenwerking op nucleair gebied aan. Is het dan niet te vroeg om een beslissing te nemen? ‘Neen’, besluit Biscop, ‘het debat daarover is nog onvoldoende gevorderd. We kunnen niet langer wachten om een vervanger te kiezen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier