‘Wie in de regering-Michel heeft het talent voor een sociaal akkoord zonder gezichtsverlies?’
Het kernkabinet beslist vandaag over het sociaal akkoord waar vakbonden, werkgevers én coalitiepartner CD&V achter staan. Open VLD en N-VA zijn minder enthousiast. Drie vragen aan Walter Pauli over het sociaal overleg.
Het kernkabinet beslist vandaag over het sociaal akkoord waar vakbonden, werkgevers én coalitiepartner CD&V achter staan. Open VLD en N-VA zijn minder enthousiast. Maar, zo zegt Knack-redacteur Walter Pauli, zij hoeven geen verliezers te zijn. ‘Zonder gezichtsverlies toch een sociaal akkoord bereiken neemt de vakbonden hun grootste argument weg om de sociale vrede nog langer te verstoren, zorgt voor zekerheid bij de bedrijven en kmo’s, maar neemt ook het gevoel weg dat ‘onder de regering van verandering, het land toch wel vaak stilstaat.’
Drie vragen aan Walter Pauli over het sociaal overleg.
1. De perceptie is dat de vakbonden, ook al bij het akkoord van de ‘Groep van 8’ over onder andere de lonen, veel hebben binnengehaald en ‘de morele winnaar’ zijn. Klopt dat?
Walter Pauli: ‘Dit akkoord over de ‘bruggepensioneerden’ is voor de vakbonden veel belangrijker dan de al bij al zeer beperkte loonstijging die ze binnenhaalden – vergeet niet dat ze de indexdiscussie verloren omdat de regering gewoon voet bij stuk hield.
Maar het was duidelijk dat de regering ergens zou moeten tegemoetkomen aan het sociaal overleg. Dus niet alleen aan de vakbonden: ook de werkgevers – VBO, Unizo, de Boerenbond en de Union des Classes Moyennes zitten mee aan tafel.
Het akkoord om ouderen niet meer als gewone werklozen te beschouwen, is principieel belangrijk voor de vakbonden en een vorm van pragmatisme voor de werkgevers. Ze geven toe dat er in de praktijk ruim onvoldoende jobs zijn voor zo veel oudere werknemers, dus waarom die groep dan voortdurend laten solliciteren (en ook sanctioneren) op werkbereidheid? De redenering daar is: begin die mensen te activeren voor wie wel voldoende werk is, en schuif dan gradueel op.
Dus: enerzijds krijgen de vakbonden wat ze vragen en willen, en anderzijds geven de werkgevers toe op iets wat ze toch niet kunnen beloven noch realiseren: voldoende jobs voor oudere werknemers. Dat heet in het Belgische jargon ‘een akkoord’.
Verliezers: de idealisten en de harde lijn
De verliezers zijn de idealisten en zij van de harde lijn. De idealisten, die echt wel bestaan, vinden oprecht dat de uitstoot van oudere werknemers een schande is. Zij willen die groep zo veel mogelijk aan het werk zien, zodat België eindelijk dezelfde cijfers kan voorleggen als de meeste andere Europese landen). De mensen van ‘de harde lijn‘ willen ‘no mercy‘ voor oudere werknemers: ze moeten maar solliciteren tot hun pensioen. Er is tussen beide groepen een zekere overlap.
In de politiek belijden alle partijen (ook van de oppositie, misschien op de PVDA-PTB na) in principe de ‘idealistische’ lijn. De diehards (‘Waarom werken tot het pensioen? Dààrom!’) zijn vooral ter rechterzijde te situeren. Dus in zekere zin is dit sociaal akkoord inderdaad een politieke overwinning van de vakbonden – (centrum)links – tegen rechts.’
2. Nog voor de beslissing door de regering genomen is, deze voormiddag in het kernkabinet, dreigen de vakbonden al met acties en dienen ze massaal stakingsaanzeggingen in. Karel Van Eetvelt van Unizo reageerde dat de ‘oorlogstaal’ moest stoppen als de vakbonden het akkoord overeind willen houden en nieuwe akkoorden wil sluiten’. Wat daarvan te denken?
Walter Pauli: ‘Eerste vraag is: hoe normaal of abnormaal is de reactie van de vakbonden? Antwoord: beiden. Het is normaal dat de sociale partners hun akkoord verdedigen, anders is het ook geen echt akkoord.
Het viel trouwens op dat Karel Van Eetvelt een paar dagen terug in De Ochtend op de VRT-radio het akkoord loyaal verdedigde, zij het met een argumentatie die voor zijn eigen achterban bestemd was – maar ook voor de regeringspartijen en hun electoraat: ‘Laten we pragmatisch zijn. Laten we niet die groep activeren voor wie er toch geen werk is.’
Maar de vakbonden vullen ‘verdedigen’ van het akkoord veel gespierder in. Hun argumentatie is: ‘Het is een akkoord, dus de regering heeft niet anders dan te aanvaarden.’ En dat is net iets te kort door de bocht.
Vertrouwen vakbonden in Dehaene was groter dan dat in Peeters
In het verleden hebben regeringen eenmaal afgesloten akkoorden nog flink doorgepraat. Halfweg de jaren negentig heeft Jean-Luc Dehaene (CVP) de Groep van Tien eens een halve nacht opgesloten in de Wetstraat 16, incluis Willy Peirens (toen voorzitter van het ACV) en Mia De Vits (toen algemeen secretaris van het ABVV).
Het verschil met toen en nu is dat het vertrouwen van de vakbonden in Dehaene groter was dan in deze regering, ook al doet Kris Peeters (CD&V) zijn best om het aanspreekpunt te zijn. Maar Michel I is niet de favoriete regering van de vakbonden, zeker niet van het ABVV. Bovendien ziet men achter de schouder van Peeters voortdurend de contouren opdoemen van N-VA, en in mindere mate van MR en Open VLD. Dus ja, de afwijzing van de vakbonden heeft ook een partijpolitieke reden.
Wat er niet staat
Ook wat niet in een akkoord staat, heeft vaak een prijs
Tegelijk is er een inhoudelijk politiek element. Toen Dehaene aan de teksten begon te sleutelen en één en ander eerst eens zelf begon na te rekenen, deed hij dat met de Groep van Tien bij zich aan tafel – VBO-voorzitter Georges Jacobs en premier Dehaene zijn die bewuste nacht de resultaten van het overleg zelf komen toelichten, geflankeerd door de vakbondsvoorzitters. Elk akkoord is namelijk een precair evenwicht. Tussen maatregelen die opgesomd zijn – maar ook tussen eisen of eventuele stappen die niét genomen worden. Werkgevers zouden bijvoorbeeld niet graag een verplichting of quota of iets in die aard over oudere werknemers zien verschijnen in de teksten. Ook wat er niet staat, heeft vaak een prijs.
Als de regering vervolgens eenzijdig uit die akkoord de zaken pikt die haar aanstaan, weten de vakbonden ook dat dit vooral de eisen van de werkgevers zullen zijn. Dan zijn de evenwichten weg, en heeft het akkoord geen basis meer.
‘Alle ballen mis’
En die basis is er, en dat is eigenlijk uitzonderlijk, en zoù door een verstandige regering in haar voordeel kunnen gedraaid worden. Het is bijzonder opmerkelijk dat ook het ABVV dit akkoord heeft ondertekend – al meer dan tien jaar lang trekt de socialistische vakbond zich meestal terug, meestal ook vlak voor het bereiken van de ultieme consensus. Kris Peeters had een pluim op de hoed van de regering kunnen steken (en natuurlijk ook op zijn eigen petje).
Wat nu dreigt, is ‘alle ballen mis’. Een afgesloten akkoord wordt geweigerd – dat is niet goed voor het sociale imago van de regering, en dient vooral de diehard-fans. Resultaat is dat de sociale vrede voor onbepaalde tijd verstoord zal zijn – tot grote ergernis van de werkgevers, die hun best hebben gedaan om tot een akkoord te komen.
De regering houdt in theorie het gelijk aan haar kant, maar moet die ‘activering’ maar eens proberen uit te voeren, als zowel werkgevers als werknemers openlijk hebben laten verstaan dat dit op het terrein eigenlijk onhaalbaar is. De mogelijke electorale schade kan groot zijn. De regeringspartijen hebben de verkiezingen gewonnen met het argument dat wie werkt niet gestraft hoeft te worden, veel 58-plussers die hun hele leven gewerkt hebben, vinden zo’n late ‘activering’ een onterechte stamp langs achteren. Zeker als VBO en Unizo zélf zeggen dat er eigenlijk te weinig gepast werk is voor hen.
Wat nu dreigt, is ‘alle ballen mis’
Aan de andere kant hebben de vakbonden zo hard geroepen dat de regering niets meer in te brengen heeft, dat de verleiding heel groot is om dat toch te doen. Vraag is wie in de regering-Michel het politieke talent heeft om ‘iets’ te kunnen bijstellen dat de regering in haar waarde laat, en dat de sociale partners moeilijk kunnen laten schieten – de prijs is natuurlijk dat er dan géén akkoord is, dat ze dus alles kwijt zijn wat onderhandeld is.
Sociale verkiezingen
Niet vergeten dat de vakbonden nooit zo’n harde taal gesproken zouden hebben als ze niet weten dat hun eisen zéér breed gedragen zijn
Wat de zaken niet gemakkelijker maakt, is dat er volgend jaar sociale verkiezingen zijn. ACV, ABVV en ACLVB zijn niet alleen bondgenoten aan de onderhandelingstafel, maar straks op concurrenten op de werkvloer. Ze moeten zich allemaal profileren als besliste verdedigers van de werknemers.
Maar toch niet vergeten dat de vakbonden nooit zo’n harde taal gesproken zouden hebben als ze niet weten dat hun eisen zéér breed gedragen zijn. Dat laat zich gemakkelijk aflezen aan de sectoren die nu alvast een stakingsaanzegging hebben ingediend, ‘voor het geval dat’ de regering het sociaal akkoord negeert. Voorop staan de bediendenbonden BBTK en LBC – de kwestie van uitgebluste ‘oudere werknemers’ ligt zéér gevoelig in de (arbeidsintensieve) gezondheidszorg, en was ooit een van de oorzaken van de Witte Woede. Die kan zo terug opflakkeren.
Verder staan ook de socialistische Metaalbond en de Algemene Centrale voorop in het protest. ‘De Metaal’ vertegenwoordigt nogal wat bedrijven waar ofwel het terugkomen op oude afspraken over brugpensioen zéér gevoelig ligt – dat treft alle ex-werknemers van Opel en Ford – ofwel waar nog aan ‘de lopende band’ wordt gewerkt: daar geldt een hoog en vrij uniform arbeidsritme, wat aanleiding kan geven tot een vervroegde uitstoot van oudere werknemers. En de Algemene Centrale is bijvoorbeeld bevoegd voor de Bouw, bij uitstek een van de sectoren waar arbeiders jong beginnen aan een loopbaan vol zware fysieke arbeid, met jobs waarvan ook de werkgevers weten dat die amper vol te houden zijn voor zestigjarigen.
Maar in hun zog loopt natuurlijk het volledige peloton werknemers mee.
3. Het is een akkoord van de vakbonden én de werkgevers en wellicht is ook CD&V hier tevreden mee. Zoals Kris Peeters zei: ‘Wie laagdunkend doet over dit akkoord en het sociaal overleg, vergist zich’. Zijn Open VLD en N-VA dan de verliezers in dit verhaal?
Walter Pauli: ‘Ze hoeven dat niet te zijn. N-VA haalde zijn stemmen bij bijna één Vlaming op drie: reken zelf maar uit hoeveel tienduizenden 55-plussers op Bart De Wever en co hebben gestemd. Het is lang niet zeker dat die allemaal tot hun 60ste of nog langer aan de slag willen (en kunnen) blijven, en velen weten dat ze bij eventuele herstructureringen of afslankingen vooraan in de rij staan om eruit te vliegen. Zij willen dus blijven genieten van een sociale bescherming waarvoor ze hun hele leven bijdragen betaald hebben.
N-VA en Open VLD hoeven geen verliezers te zijn
Het is aan N-VA om een discours te vinden dat past bij het algemene verhaal van die partij: ‘Wij belonen en ondersteunen wie werkt’. Dat uitbreiden naar: ‘wie zo goed als zijn hele leven gewerkt heeft’, hoeft niet zo moeilijk te zijn.
Natuurlijk hebben de vakbonden het de N-VA en Open VLD niet gemakkelijk maakt om het akkoord zonder meer te aanvaarden. De opperste kunst zou erin bestaan om zonder gezichtsverlies toch een sociaal akkoord mogelijk te maken. Dat neemt de vakbonden hun grootste argument weg om de sociale vrede nog langer te verstoren, zorgt voor zekerheid bij de bedrijven en kmo’s, maar neemt ook het gevoel weg dat ‘onder de regering van verandering, het land toch wel vaak stilstaat.’
Men kan het sociaal akkoord opzeggen om Kris Peeters eens goed op zijn bek te laten gaan
En intussen kan (en moet) men nog altijd werken aan het verhogen van de activeringsgraad – men moet in de praktijk alleen wat minder concentreren op de alleroudste groepen die daarvoor in theorie in aanmerking komen.
Dat is alleszins het meest vredevolle scenario. Maar men kan het harder spelen, principiëler ook, en natuurlijk nog politieker. Men kan de vakbonden proberen uit te roken – ze kunnen niet onbeperkt blijven staken – men kan het sociaal akkoord opzeggen om verantwoordelijk minister Kris Peeters eens goed op zijn bek te laten gaan.
De Groep van Tien heeft zijn zeg gehad. Nu is het aan de regering Michel om te tonen hoe ze met dat akkoord kan omgaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier