Hermes Sanctorum
‘Zolang mensenrechten altijd boven dieren staan, is fundamentele vooruitgang voor dieren onmogelijk’
Bio-ingenieur en Vlaams Parlementslid Hermes Sanctorum (vroeger Groen, sinds 2016 onafhankelijk) brengt met Eigen soort eerst een boek uit over dierenleed. Voor Knack reflecteert hij over de rechten die dieren hebben en verdienen.
In de dertiende eeuw ontstond in Europa een eigenaardig juridisch fenomeen: processen waarbij dieren terechtstonden. Dieren werden beschuldigd, veroordeeld en gehangen of levend begraven. De procedures verliepen met de hoogste sérieux, met advocaten, rechters en academische nabesprekingen.
Zolang mensenrechten altijd boven dieren staan, is fundamentele vooruitgang voor dieren onmogelijk.
Dat klinkt natuurlijk absurd. Een varken dat terechtstaat, heeft geen benul van wat er gebeurt, dus is het volstrekt zinloos. In het moderne recht is zoiets niet meer mogelijk. De reden dat dierenprocessen niet meer kunnen gebeuren is echter dezelfde reden dat dieren volgens de wet zo anders worden behandeld dan mensen. Een mens heeft rechten, maar ook plichten. Geen rechten zonder plichten. Dieren kunnen niet vatten dat ze een plicht zouden hebben ten aanzien van anderen, dus verdienen ze ook geen rechten. Die redenering zit diep verankerd in de fundamenten van onze rechtstaat. Verlichtingsfilosofen beschreven de mens als beschaafd die dankzij een ‘sociaal contract’ kunnen samenleven. Het dier is een wild en dom wezen dat achterblijft in de duisternis, de wrede natuur.
Is de natuur wreed? Dieren eten elkaar op, ze verdringen elkaar voor voedsel en ze sterven vaak door ziekte en ontbering. Maar is de natuur alleen maar die horror? Chimpansees bijvoorbeeld zijn vruchteneters (en dus veganist), maar soms krijgen ze een klein aapje te pakken dat ze dan levend verscheuren en met veel plezier oppeuzelen. Tegelijkertijd dragen ze intense zorg voor elkaar, ze ondersteunen ook blinden en aapjes met het syndroom van Down in hun groep. En het blijft niet bij mensapen. Veel andere dieren dragen zorg voor elkaar. De hond, onze trouwste gezel, is een opmerkelijk voorbeeld. Honden hechten zich meer aan mensen dan aan andere honden, hun eigen soort. Dat doen ze echt niet alleen omdat ze eten van ons wensen. Ze hechten zich, ze voelen zich verbonden met ons.
Bij al deze dieren is geen sprake van ‘beschaving door een sociaal contract’. Maar is dat een redelijke vereiste? Dieren kennen wel wederkerigheid en inleving. Vatten die onze menselijke samenleving niet beter dan een ‘sociaal contract’? Het begrip ‘contract’ is kil en doet ons oneer aan. Inleving en het zich kunnen verplaatsen in de andere, vormen het cement van onze samenleving. En inleving bestaat ook bij dieren.
Moeten dieren dan dezelfde rechten krijgen als mensen? Zeker niet. Een varken heeft geen nood aan recht op onderwijs. Een varken heeft wel behoeften die wij niet hebben. De gigantische verscheidenheid in de dierenwereld maakt het bijzonder moeilijk om te vatten wat nu belangrijk is voor wie. Bij het bepalen van mensenrechten was dit al een hele karwei, om al die culturele verschillen te overstijgen. Die verdwijnen in het niets bij soortelijke verschillen.
Wat wel universeel geldt is dat dieren (en mensen) een bloeiend leven, zonder leed nastreven. Leed vermijden willen we allemaal. De precieze invulling van het recht op een bloeiend leven kan voor iedereen verschillen. Dat is niet erg, het mag zelfs voor discussie en interpretatie vatbaar zijn. Mogen dieren bijvoorbeeld gedood worden om op te eten? Velen zullen zeggen dat doden gelijk staat aan het ontnemen van een bloeiend leven. Maar je kan ook argumenteren dat zolang het leven van een dier voldoende lang heeft geduurd, het ook pijnloos mag sterven om opgegeten te worden door ons. Net als onze mensenrechten kunnen dierenrechten een verschillende invulling krijgen én voor interpretatie vatbaar zijn. Maar het biedt een basis.
De gigantische verscheidenheid in de dierenwereld maakt het bijzonder moeilijk om te vatten wat nu belangrijk is voor wie.
Die basis ontbreekt vandaag. Dieren en hun recht op een bloeiend leven zonder leed, zijn niet opgenomen in de Grondwet. Dat is een groot probleem voor dieren. Een van de weinige decreten die in het Vlaams Parlement zonder tegenstem werden goedgekeurd, is het verbod op onverdoofd slachten. Dat moet een gigantische hoeveelheid leed bij dieren onmogelijk maken. Het heeft decennia geduurd om deze politieke beslissing te nemen. Toch is die beslissing fragiel. Religieuze organisaties stapten naar het Grondwettelijk Hof waarbij ze zich beroepen op hun grondwettelijk recht op religieuze vrijheid, om te blijven slachten zonder verdoving. De kans bestaat dus dat het parlement wordt teruggefloten en onverdoofd slachten ‘moet’ doorgaan. Verankeren van dieren in de grondwet gaat niet over symboliek. Zolang mensenrechten altijd boven dieren staan, is fundamentele vooruitgang voor dieren onmogelijk.
Wetgevend werk is belangrijk, maar alleen daarmee komen we er niet. Hoe kunnen we bijvoorbeeld het leed in de vleesindustrie aanpakken? Een typisch antwoord luidt: we voeren dierenwelzijnsregels in die een goed leven voor elk dier garanderen. Laten we dat eens vereenvoudigd bekijken voor de kip. Kippen zijn sociale dieren die voldoende ruimte nodig hebben, anders pluimen ze elkaar uit frustratie. Stel dat we het recht op een goed leven naar de kip vertalen – door hen in groepjes van vijf te houden op een kwartare – en we houden de Vlaamse productie van kippenvlees op hetzelfde peil als vandaag. Hoeveel ruimte nemen die kippen dan in? Het antwoord luidt: de helft van het Vlaamse grondgebied. Dat zal nooit een maatschappelijk draagvlak krijgen.
Diervriendelijke vleesproductie voor iedereen? Forget it. Tenzij we allemaal vegetariër of veganist worden – en er is geen enkele aanwijzing dat dat zou gebeuren – zullen we vlees op een radicaal andere manier moeten maken, zonder dieren. Kan dat? De techniek om echt vlees zonder dieren te maken, die bestaat. De zoektocht die nu gebeurt, is: hoe kan de techniek opgeschaald worden en kunnen dus grote hoeveelheden vlees goedkoop geproduceerd worden, zonder dieren? Om aan de vleesvraag te voldoen. Een overgang van geslacht vlees naar slachtvrij vlees zal niet op één twee drie gebeuren. Maar er zullen generaties opgroeien met de keuze: vlees uit dieren die onder pijnlijke en onhygiënische omstandigheden het leven laten, of vlees dat als het ware ‘gebrouwen’ wordt. Daarmee kan het grootste dierenleed wereldwijd worden opgelost.
Om zowel van wetgeving als van technologie een succes te maken en te zorgen voor een beter leven voor dieren, is een politiek ingrediënt onontbeerlijk: politieke wil. Zonder politici met politieke wil, geen goede wetten en geen goede randvoorwaarden om van technologie een succes te maken. Als er iets is dat ons echt onderscheidt van dieren, is dat we de samenleving als geen ander kunnen kneden tot iets beter dan voordien. Laat ons als mens deze unieke eigenschap dan ook gebruiken, ook in het voordeel van andere soorten dan de onze.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier