Dirk Draulans
‘Wetenschappers zijn geen sadisten met dieren’
Als reactie op de groeiende controverse rond het gebruik van proefdieren in het wetenschappelijk onderzoek zet de KU Leuven de deuren van haar laboratoria open voor een filmploeg.
Het lijkt de jongste jaren bon ton in kringen van activisten, wereldverbeteraars die zelden bruikbare alternatieven aandragen voor wat ze menen af te moeten breken, om wetenschappers af te schilderen als onverlaten die hun ziel verkopen voor wat zilverlingen en die in hun megalomanie het welzijn van de wereld op het spel zetten. Soms zijn ze stromannen van vuige kapitalistische bedrijven (zoals de Amerikaanse zaadgigant Monsanto in de context van de strijd tegen genetisch gemanipuleerde gewassen), soms zijn ze sadisten die dieren martelen voor een vaag omschreven medisch-farmaceutisch doel.
‘Wetenschappers pervers noemen, is een grote stap te ver’
Dat is niet mijn ervaring met wetenschappers. In de kleine veertig jaar dat ik in de academische wereld rondloop, heb ik gemerkt dat de meeste onderzoekers gepassioneerde mensen zijn die geloven in wat ze doen, en die dikwijls met te weinig middelen, maar met véél inzet, hun doel nastreven. Dat doel is niet altijd realistisch, en er is uiteraard ook slechte wetenschap, maar wetenschappers in het algemeen als pervers of onverantwoord afschilderen is een héél grote stap te ver.
Als twintigjarige student biologie heb ik op een practicum geweigerd kikkers te spinaliseren – dat betekent dat je met een naald in hun ruggenmerg gaat en eens goed draait, zodat de diertjes verlamd zijn en je er rustig mee kunt experimenteren. Er was een bak kikkers beschikbaar, maar mij leek het zinloos de diertjes op te offeren voor iets waar de meeste studenten niets aan hadden. Een onaangename assistent wees me daar scherp voor terecht – hij dreigde er zelfs mee om me te laten buizen. Het is de enige academicus die ik ooit zag, waarvan ik vond dat hij met zichtbaar genoegen dieren verminkte, maar het kan zijn dat mijn herinnering me misleidt omwille van het relletje dat ermee gepaard ging.
Geen proefdieren in het onderwijs
Vandaag is gebruik van proefdieren voor onderwijs bijna volledig afgeschaft. Er worden in ons land wel nog meer dan 600.000 dieren voor experimenten in vooral de biomedische sfeer ingezet. Het leeuwendeel daarvan zijn muizen en in mindere mate ratten (die zijn groter en vergen dus meer kosten voor huisvesting en onderhoud). Voor veel mensen zijn muizen en ratten ongedierte dat verdelgd moet worden, maar voor activisten zijn het diertjes die lijden en opgeofferd worden voor zinloze experimenten. Hoe dikwijls kijken mensen thuis echter niet geamuseerd naar de kat die met een zielig muisje speelt – slechts weinigen zullen in de scène leed van een muis zien. Katten worden evenmin altijd behoorlijk behandeld. Er komt een massa poezen in asielen terecht, waar er regelmatig een ‘opkuisactie’ (lees: het doden van overtollige diertjes) nodig is omdat de instroom niet af te remmen valt. Maar een wetenschapster die een handvol katten pijnloos half blind maakt en na een maand doodt voor onderzoek naar de invloed van blindheid op de hersenen, wordt zonder meer in de banvloek van de activisten geslagen.
Onder impuls van de vicerectoren Wim Robberecht en Liliane Schoofs van de KU Leuven, besliste de universiteit in de lente om haar laboratoria te openen voor een filmploeg. Er groeit onder wetenschappers een tendens om proeven met dieren aan het publiek te tonen, zodat ze beter kunnen uitleggen waar ze voor dienen. Gedaan met de waas van geheimzinnigheid die activisten extra munitie gaf, omdat ze bijna ongehinderd desinformatie konden spuien, dikwijls geïllustreerd met op het sentiment spelende beelden van onduidelijke herkomst.
Apenopvangcentrum in Nederland
De activisten mikken met emotionele argumenten op een slecht geïnformeerd publiek, en bestoken beleidsvoerders in de hoop dat die regelgeving zullen doordrijven waarmee ze wetenschappelijk onderzoek aan banden kunnen leggen. Een organisatie als Gaia gaat nog in discussie met wetenschappers, maar de Anti-Dierproevencoalitie (ADC) die vooral in Leuven actief is, weigert deel te nemen aan een debat dat de KU Leuven over apenproeven organiseert. Mensen aanklampen in een winkelwandelstraat is natuurlijk van een andere orde dan voor een volle zaal tussen beslagen wetenschappers gaan zitten.
We hebben voor Canvas zelfs de apenproeven van de KU Leuven kunnen filmen. De onderzoekers hebben er geen belang bij dat de dieren zich niet goed voelen, want dan leveren ze geen bruikbare resultaten op. De dieren worden na afloop niet langer gedood, maar krijgen een waardige oude dag in een apenopvangcentrum in Nederland, wat een extra kostprijs is die de onderzoekers (graag) in hun budget inschrijven, want ze gaan wel degelijk mee met hun tijd. Maar ze weerleggen de argumentatie dat de proeven niet nodig zijn om te begrijpen hoe de hersenen functioneren: de hersenen zijn zo’n complex orgaan dat ze niet met eenvoudige modellen na te bootsen zijn. Het uitvoeren van proeven op menselijke vrijwilligers, zoals sommige activisten bepleiten, ligt ethisch en deontologisch nog veel moeilijker dan experimenten op ‘onschuldige’ apen – het is ook nooit duidelijk of de activisten zelf kandidaat-vrijwilliger zijn. Voor de meeste wetenschappers staat de mens, inbegrepen de activist, toch een trapje hoger op de ladder van het dierenrijk dan een aap.
‘Dieren Als Instrumenten’: een 50 minuten lange documentaire over het proefdierengebruik aan de KU Leuven, op 18 november om 20u40 op Canvas. Op 19 november komt er ook een ruime reportage in Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier