Wetenschappers slaan alarm: ‘België kan slagveld voor hommels worden’
Wetenschappers van verschillende Belgische universiteiten voorspellen de verdere achteruitgang van de Europese hommelpopulatie. Zo zou volgens een studie gepubliceerd in wetenschapstijdschrift Nature een groot deel van de niet-bedreigde Europese hommelsoorten 30 procent van hun geschikte biotopen verliezen tegen 2061-2080. De studie werd uitgevoerd door wetenschappers van VUB, ULB, UMons, UCL en KU Leuven.
De studie voorspelt dat tussen 32 en 76 procent van de niet bedreigde Europese hommelsoorten tegen 2061-2080 bijna een derde van de geschikte biotoop zullen verliezen, in vergelijking met 2000-2014. Er werd gewerkt met historische data uit verschillende waarnemingsperiodes tussen 1901 en 1970.
‘We bekeken aan de hand van 400.000 waarnemingen waar hommels vandaag nog in voldoende grote populaties voorkomen’, zegt medeauteur en VUB-klimaatwetenschapper Wim Thiery. ‘Op basis van die data hebben we voor elk van de hommelsoorten met artificiële intelligentie een ideale biotoop gedefinieerd.’
Daarbij blijken dat vandaag de meest geschikte biotopen zich bevinden in de Alpen, Benelux, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Polen. Warmere gebieden, zoals vooral in Zuid-Europa, blijken minder geschikt.
Ook tussen de periodes 1901-1970 en 2000-2014 was reeds een sterke daling waar te nemen. ‘Maar het zou wel eens van kwaad naar erger kunnen gaan.’
(Lees verder onder de preview)
Om de toekomstvoorspelling kracht bij te zetten werd gewerkt met verschillende mogelijke toekomstscenario’s, gebaseerd op de mate van klimaatverandering, het gebruik van het land, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, ontbossing en intensieve landbouw. ‘In het meest pessimistische scenario zien we dat de mogelijke overlevingsarealen voor hommels zich tot enkele plekken zullen beperken, vooral in Scandinavië en de Alpen.’
‘De Benelux wordt in dat scenario een slagveld. In het meest optimistische scenario, met een onmiddellijke stop van het verbranden van fossiele brandstoffen en zonder verdere ontbossing, zullen we het einde van de hommel in centraal Europa wellicht nog kunnen vermijden’, waarschuwt Thierry.
‘Wilde bijen en hommels zijn extreem belangrijk voor de bestuiving van wilde planten maar ook van voedingsgewassen. De aantasting van habitats en klimaatverandering zijn de belangrijkste oorzaken van de wereldwijde ineenstorting van populaties wilde dieren, en er zijn steeds meer aanwijzingen dat die erosie van de biodiversiteit de komende decennia zal versnellen’, stellen de auteurs in de studie.
Ze besluiten dat verdere beschermingsmaatregelen hand in hand moeten gaan met een streng wereldwijd beleid, met als doel de menselijke invloed op die cruciale bestuivers te beperken. Tegelijkertijd is een sterk aangescherpte regelgeving nodig voor landschapsbeheer op nationale en continentale schaal.
Maar volgens de wetenschappers toont dit bovenal de dringende noodzaak aan om de verbranding van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk uit te faseren. ‘Dat is alleen mogelijk als we allemaal besluiten om binnen de voorwaarden van het klimaatakkoord van Parijs te blijven en dit ook daadwerkelijk te realiseren’, besluit Thiery.