Wanneer planten en dieren uit de doden opstaan
Het weer tot leven klonen van uitgestorven dieren zoals de dinosauriërs in ‘Jurassic Park’ wordt steeds realistischer. Maar ook organismen als planten, bacteriën en dieren die tot miljoenen jaren in een slaaptoestand geconserveerd bleven, kunnen nu gewoon worden wakker geschud.
In sommige gevallen kunnen de organismen zelfs herrijzen zonder de hulp van wetenschappers. Het komt vandaag de dag steeds meer voor dat slapende organismen weer tot leven komen. Dat geeft wetenschappers een andere kijk op de biodiversiteit van regio’s en zou zo kunnen helpen bij de bescherming van bedreigde diersoorten. ‘We kunnen alles wat in ijs of bezinksels is opgeslagen als een soort back-up voor biodiversiteit gebruiken’, zegt wetenschapster Luisa Orsini van de Universiteit van Birmingham in de New York Times. ‘Maar we moeten heel erg voorzichtig zijn met het terugbrengen van iets uit het verleden.’
Verrijzenis van organismen
Organismen moeten niet noodzakelijk gekloond worden om weer tot leven gewekt te worden. Binnen de zogenaamde ‘herrijzenisecologie’ worden planten, dieren en andere organismen teruggebracht die gedurende een heel lange periode verdwenen leken.
Dat gebeurde onlangs nog op het eiland Signy dat op 600 kilometer van Antarctica ligt. Het eiland is volledig bedekt met een dikke laag mos waarvan enkel de bovenste dunne laag groeit. De onderste oudere lagen krijgen onvoldoende zonlicht, kleuren bruin en bevriezen uiteindelijk permanent. De uitgestrekte lagen permafrost groeien al duizenden jaren op het eiland, maar nu hebben onderzoekers van het Britse Antarctic Survey er iets vreemd in ontdekt: in de ijslaag zijn uitlopers van het mos te zien.
Normaalgezien worden planten afgebroken tot een organisch goedje als ze in permafrost veranderen, omdat dat nu niet het geval was, wilden de onderzoekers, die hun bevindingen neerschreven in het vakblad Current Biology, nagaan of het oude mos van Signy – na eeuwen in het donker bevroren te zijn – toch terug kon groeien. Een weer tot leven gewekte staal van het mos, dat ongeveer een meter onder de oppervlakte groeide, werd via C14-datering 1.500 jaar oud geschat.
700 jaar lang broeden
Het mosonderzoek op het eiland Signy is slechts een van de vele recente studies in de permafrost. Zo vonden Russische wetenschappers in 2012 zaden in 32.000 jaar oude permafrost en slaagden ze erin bloemen uit de oude zaden te laten bloeien. In ander Siberisch permafrost van ongeveer 30.000 jaar botsten Franse virologen nog recenter op een reuzenvirus dat na al die jaren dood te zijn, opnieuw amoeben kon infecteren.
Maar ook eieren kunnen er blijkbaar even tussenuit met een dutje. Eieren die gedurende 700 jaar op de bodem van een meer in Minnesota hadden gelegen, zijn met de hulp van enkele wetenschappers begin 2014 met succes uitgekomen. Zij zagen watervlooien eeuwen later geboren worden. Volgens de studie in Ecology Letters zijn het waarschijnlijk de oudste eieren die ooit weer tot leven zijn gebracht.
Bacteriën keren na miljoenen jaren terug
Maar de ware meesters in de herrijzenisecologie zijn toch wel bacteriën. De organismen brengen veel van hun tijd door in een soort van slaaptoestand. In 2007 brachten onderzoekers van de Rutgers University bacteriën, die gedurende 8 miljoen jaar gevangen zaten in het ijs van Antarctica, weer tot leven.
Aanvankelijk werd dat onmogelijk geacht: een blootstelling van miljoenen jaren aan straling van de omgeving zou de essentiële moleculen in bacteriecellen aantasten. Maar enkele studies suggereren dat de schade niet altijd dodelijk is. In 2007 ontdekte een team van Nederlandse en Russische wetenschappers dat 500.000 jaar oude bacteriën hun beschadigde moleculen nog steeds konden herstellen.
‘Jurassic Park’, maar dan echt
Ondertussen hebben wetenschappers hun dromen om preshistorische wezens naar de moderne tijd terug te brengen nog steeds niet opgeborgen. In de film ‘Jurassic Park’ uit 1993 gebeurde het al. DNA in bloed van dinosauriërs was bewaard gebleven in muggen die in hars versteend waren. Met dat DNA werden de reuzen uit een ver verleden weer tot leven gekloond en op enkele eilanden geplaatst.
In de realiteit is het natuurlijk niet zo simpel. Er is immers een levensvatbare cel nodig die teruggevonden kan worden in een goed bewaard karkas. Of DNA van de soort kan in de cel van een levend organisme worden aangebracht. Toch duiken er soms goed bewaarde overblijfselen van uitgestorven dieren op, wat de hoop op klonen doet oplaaien.
Recent ontleedden enkele Russische wetenschappers nog een 43.000 jaar oude mammoet die in 2013 gevonden werd. De spieren, lever, maag en ingewanden waren nog intact en er is mogelijk zelfs bloed bewaard gebleven in het dier. De kans dat er levensvatbare cellen in de restanten zitten, is klein, maar de onderzoekers zijn optimistisch over het vinden van bruikbaar DNA, wat de stap naar het klonen van een mammoet in de nabije toekomst heel wat kleiner maakt. In 2011 kondigden Japanse wetenschappers al aan dat ze binnen de vijf jaar een mammoet zouden klonen.
Neanderthaler klonen
Daarnaast wordt ook gedacht aan het terugbrengen van de Tasmaanse tijger die in de jaren 1930 in Australië uitstierf, de moa – een gigantische vogel die 600 jaar geleden van de aardbol verdween, de dodo, de Ierse eland (volgens recente DNA-analyses eigenlijk een hert) die na een ijstijd het leven liet en in permafrost geconserveerd bleef. Om de huia, een vogel die begin 20ste eeuw uitstierf, terug te brengen, werd recent een kloonproject goedgekeurd. En ook over het terug tot leven wekken van de Neanderthaler, onze uitgestorven voorouder, wordt nagedacht. Het is maar de vraag of dat een goed idee zou zijn.
Tot nu toe blijft de Pyrenese steenbok – waarvan de laatste in 2000 stierf door een omgevallen boom – het eerste uitgestorven dier dat ooit weer tot leven werd gebracht. De gekloonde foetus die in de baarmoeder van een levende geit was aangebracht, overleefde echter slechts zeven minuten. Het dier overleed aan longproblemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier