Waarom we allemaal een beetje klimaatontkenner zijn
‘Wat houdt ons tegen?’ is de centrale vraag in de vijfdelige reeks op Canvas over de situatie van en oplossingen voor de huidige klimaatcrisis. Het antwoord is: meer dan je durft toe te geven.
De wetenschappelijke consensus is overweldigend: de klimaatverandering is vandaag een onderdeel geworden van ons dagelijks bestaan en wordt ontegensprekelijk veroorzaakt door de mens. Klimaatjournalisten en -wetenschappers slagen er steeds beter in om de klimaatcrisis duidelijk aan de man te brengen en klimatologen spenderen meer tijd dan ooit om aan de hand van wetenschappelijke argumentatie de mening van klimaatontkenners onderuit te halen.
Toch blijven notoire klimaatontkenners spreken van fake news, een hoax of een Chinees complot. Zelfs Vlaams minister-president Jan Jambon liet zich in 2019, ondanks de wetenschappelijke consensus, ontvallen dat de openbare omroep maar beter wat vaker een klimaatontkenner aan het woord laat. ‘In een democratie mag je toch niet bang zijn voor een afwijkende mening’, zei hij daarover. ‘Een bepaald segment van de bevolking is achterdochtig en denkt: ze laten die klimaatsceptici nooit aan het woord, die zullen dus wel gelijk hebben’, klonk het nog.
Een klein deel van de bevolking wortstelt inderdaad met de klimaatcrisis. Vandaar dat correcte informatie cruciaal blijft. Sommigen ontkennen of betwijfelen de klimaatverandering zelf, anderen stellen de antropogene bron ervan in vraag of ontkennen de ernst en de gevolgen van de crisis. Uit een recente enquête van het onderzoeksbureau YouGov bij 30.000 mensen uit 28 landen blijkt dat 6 procent van de Amerikanen meent dat de klimaatverandering niet echt is en dat 9 procent vindt dat het niet de schuld van de mens is. In Saoedi-Arabië is dat respectievelijk 5 en 7 procent en in Australië in beide gevallen 5 procent. Ook opvallend 8 procent van de Noren en 6 procent van de Zweden verwerpt de menselijke oorzaak van de klimaatverandering.
Zelfs een deel van de wetenschappelijke wereld verkeert in dubio. Enkele jaren geleden stuurde een groep van 500 zelfverklaarde ‘prominente wetenschappers en professionals’ een brief naar VN-Secretaris-Generaal António Guterres met als titel ‘Er is geen klimaatnoodtoestand’. Ze wijzen erop dat er geen ‘urgentie’ is in het klimaatvraagstuk, maar uit onderzoek van ‘Climate Feedback’, het kanaal van een internationaal netwerk van wetenschappers met als doel feit en fictie te onderscheiden in het klimaatdebat, bleek al snel dat de geloofwaardigheid van de verklaring ‘zeer laag’ is. Het document zou bevooroordeeld, inaccuraat en misleidend zijn.
Scepsis, de motor van de wetenschap
Klimaatontkenning is geen nieuw fenomeen. Al in de jaren 70 was de fossiele brandstoffenindustrie in de VS op de hoogte van de vernietigende effecten van de CO2-uitstoot. Omdat ze geen belang had bij klimaatmaatregelen zoals een beperking van de CO2-uitstoot, zaaiden ze, net als de ‘Merchants of Doubt’ van de tabaksindustrie, publiekelijk twijfel via betaalde advertorials met misleidende informatie in bijvoorbeeld de The New York Times.
Uit angst voor milieumaatregelen die mogelijk het begin zouden inluiden van het zo gevreesde socialisme in de VS namen Amerikaanse conservatieve organisaties en denktanks geleidelijk de rol over van faciliteerders en promotoren van wetenschappers met een tegengestelde mening. Ze vielen de klassieke klimaatwetenschap aan, met als ultieme schietschijf het Intergouvernementeel PaneloverKlimaatverandering (IPCC), de instantie die wereldleiders moet adviseren over de te nemen maatregelen.
Jean-Pascal van Ypersele, voormalig vicevoorzitter van het IPCC, heeft zich van bij het begin altijd verzet tegen wat hij zelf noemt “klimaatverwarringzaaiers”. Hij gebruikt bewust niet de gangbare terminologie “klimaatsceptici” en “klimaatontkenners” omdat die volgens hem problematisch zijn. ‘Scepsis is de motor van de wetenschap, maar in het geval van de klimaatontkenners is het te veel eer om deze goede eigenschap van de wetenschap met dergelijke boze individuen te associëren.’
“Ontkenning” in de betekenis van het Franse “négationnisme” gebruikt van Ypersele ook liever niet uit respect voor de Shoah. ‘Vandaar dat ik liever spreek van “climate confusers” of “klimaatverwarringzaaiers”.’
Drie vormen van ontkenning
Hoe je ze ook noemt, klimaatontkenners zijn niet in één hokje te duwen. In zijn boek States of Denial onderscheidt de Zuid-Afrikaanse socioloog Stanley Cohen op basis van zijn analyse van de Holocaust drie vormen van ontkenning. Maar die kunnen evengoed toegepast worden op de individuele en collectieve inertie met betrekking tot een van de grootste uitdagingen van onze tijd: de klimaatcrisis.
De eerste vorm is de letterlijke ontkenning: de simpele en doelbewuste verwerping van iets wat gebeurt of aan het gebeuren is. Deze klimaatontkenners, die een kleine minderheid vormen, vatten de vreselijke realiteit wel degelijk, maar verdedigen zich ertegen door erover te liegen. Een van de factoren die hierbij een rol spelen, is persoonlijkheid. Wie neigt naar een status quo en niet vies is van enige hiërarchie, zal gemakkelijker de feiten ontkennen. Ook demografische factoren zijn van belang. Personen die ouder, religieuzer en minder goed opgeleid zijn, hebben de neiging om de klimaatverandering in diskrediet te brengen. Het geslacht en inkomen hebben een minder duidelijk effect.
Maar de belangrijkste factor is iemands politieke overtuiging. Uit een meta-analyse van bestaande studies blijkt dat waarden, ideologieën en politieke oriëntatie heel wat andere factoren overschaduwen. Zo toont een onderzoek van de Technische Universiteit Chalmers in Zweden aan dat rechtse nationalisten het vaakst klimaatontkenner zijn. Op wereldschaal is dan weer het geloof in de democratische waarden (of het gebrek daaraan in het geval van ontkenners) doorslaggevend.
De tweede vorm van ontkenning is interpretatieve ontkenning. In dit geval worden de feiten niet ontkend, maar wel op zo’n manier geïnterpreteerd dat ze een andere betekenis krijgen en ze dus ‘veiliger’ worden in de ogen van de klimaatontkenner. Zo kan iemand beweren dat de klimaatverandering deel uitmaakt van een natuurlijke cyclus of dat de opstapeling van broeikasgassen eigenlijk een gevolg en niet de oorzaak is van de stijgende temperaturen.
Dankzij de ontkenning van de implicaties maken we onszelf wijs dat het gebruik van een herbruikbare koffiekop, het recycleren van plastic en af en toe eens de bus nemen, voldoende is om de klimaatverandering tegen te gaan.
De derde en meest verraderlijke vorm van ontkenning is het ontkennen van de implicaties. Hier worden de feiten niet ontkend of anders geïnterpreteerd zoals in bovenstaande gevallen. Wat wel ontkend of geminimaliseerd wordt, zijn de psychologische, politieke en morele gevolgen van de feiten voor de mens. Men slaagt er niet in om die feiten, die als een olifant in de kamer voor onze neus staan, om te zetten in effectieve daden. We kiezen ervoor om het probleem te negeren omdat dat comfortabeler aanvoelt. ‘De manier waarop de Zweedse activiste Greta Thunberg op de korrel genomen wordt, is een illustratie van de derde vorm van ontkenning’, zegt de Australische psychologieprofessor Iain Walker op The Conversation.
Volgens Walker is deze laatste vorm van ontkenning er één waar bijna niemand aan ontsnapt. ‘Dankzij de ontkenning van de implicaties maken we onszelf wijs dat het gebruik van een herbruikbare koffiekop, het recycleren van plastic en af en toe eens de bus nemen, voldoende is om de klimaatverandering tegen te gaan. Maar ook dat is op termijn niet langer houdbaar, zoals blijkt uit het ontstaan van een organisatie als Extinction Rebellion.’
Te pijnlijk om dragen
Vanuit een psychologisch standpunt is ontkenning een logisch verdedigingsmechanisme. Het is een emotionele reactie die de inertie rechtvaardigt. Ook de manier waarop ons brein werkt, verklaart de inactiviteit van de mens in het licht van de klimaatverandering. De klimaatcrisis neemt geen menselijke vorm aan, terwijl we juist nood hebben aan een boze schurk om tot daden over te gaan, bijvoorbeeld een virus. Vooralsnog is het niet mogelijk om vaccins richting de klimaatverandering te sturen zoals we dat met het coronavirus hebben gedaan.
Daarnaast vindt ons brein het moeilijker om met trapsgewijze veranderingen om te gaan dan met snelle wijzigingen. De klimaatverandering heeft zich op een dergelijk trage manier ontwikkeld dat onze hersenen het fenomeen als normaal zijn gaan beschouwen. Dat gebrek aan rookmeldertje is precies wat de dreiging zo gevaarlijk maakt waardoor we rustig blijven doorslapen in een brandend bed.
Een andere verklaring voor ons immobilisme tegenover de klimaatcrisis is dat we evenveel bekommerd zijn om onze planeet als om onze eigen manier van leven. Het zit nu eenmaal ingebakken in de mens dat hij niet in staat is om op korte termijn iets van zijn luxe in te leveren voor het geluk van toekomstige generaties. En dat conflict is voor de mens te pijnlijk om dragen. We weigeren te aanvaarden dat onze volledige manier van ‘zijn’ tegenwoordig samengaat met de meest onwaarschijnlijke verwoesting op aarde. Wie daar niet mee om kan, komt vast te zitten.
Ook wanneer de klimaatverandering té dichtbij komt, gaat dit gepaard met intense emotionele reacties die tot vermijdingsgedrag kunnen leiden. Als mensen bang worden, kunnen ze niet meer rationeel nadenken en gaan ze het probleem ontkennen of bagatelliseren, worden ze kwaad op de boodschapper (Greta en Anuna), vervallen ze in fatalisme en hopeloosheid, of denken ze dat ze met een herbruikbare koffiekop hun steentje kunnen bijdragen.
Klimaatontkenning omzetten in daden?
Alle klimaatontkenners in de wereld het licht laten zien, is onmogelijk. Voor sommigen gaat een transitie naar een CO2-neutrale wereld nu eenmaal te hard in tegen hun eigenbelang, hoeveel wetenschappelijke feiten je er ook tegen aan gooit. Toch is verandering mogelijk.
Een kantelpunt in de strijd tegen klimaatontkenning is de manier waarop we over de klimaatcrisis praten. In plaats van telkens weer te focussen op de mogelijke nachtmerries die ons staan te wachten, zou de aandacht naar een nieuwe, positieve toekomst moeten gaan. Experimenten hebben uitgewezen dat als de risico’s van de klimaatverandering vertaald worden naar opportuniteiten, ontkenners hun mening zouden herzien.
Rechts nationalistische ontkenners gaan dan weer meer tot daadkracht over als de bescherming van het milieu wordt gereframed als een daad van patriotisme, het gehoorzamen aan een autoriteit en het verdedigen van de puurheid.
De klimaatcrisis heeft daarnaast visionaire klimaatleiders nodig die de gevoelens van de bevolking begrijpen en die emoties helder en met overtuiging kunnen beantwoorden om zo de mensen vanuit de hopeloosheid naar een hoopvolle toekomst te begeleiden. Daarvoor is grote internationale eensgezindheid nodig over hoe de crisis moet worden aangepakt.
Het Klimaatalarm van Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier