Geld en geluk (deel 1): waarom maakt geld ons niet zomaar gelukkig?

Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

In ’t kort

– Geld speelt een rol in de geluksbeleving van mensen, maar het is niet de enige of zelfs de belangrijkste factor.
– Mensen in landen met een hoog gemiddeld inkomen zijn gelukkiger dan inwoners van landen met een laag gemiddeld inkomen.
– Er is geen eenduidig antwoord op de vraag of er een drempelwaarde bestaat waarboven nog meer geld niet langer bijdraagt tot nog meer geluk.
– De politiek kan het geluk van de inwoners beïnvloeden door te investeren in goed bestuur, ambtenarij, vrijheid enzovoort.
– Sommige wetenschappers beweren dat vanaf een bepaald niveau de rijkdom niet meer zo fel bijdraagt tot geluk, anderen zeggen dat dit wel nog het geval is.

Het is een steeds terugkerende vraag: maakt geld gelukkig? Zijn rijke mensen gelukkiger? En indien ja, is dat dan omdat ze veel geld hebben? Wetenschappers onderzoeken die vragen al decennialang. Wat leren de recentste onderzoeksresultaten?


Het is een eenvoudige vraag, maar zoals zo vaak zijn juist die het moeilijkst te beantwoorden: maakt geld gelukkig? Je hebt de neiging te zeggen: ‘Natuurlijk wel.’ Maar is dat ook zo? Maakt meer geld ook meer gelukkig? Met andere woorden, zijn rijke mensen gelukkiger dan arme mensen? Volgens de Nederlandse journalist, schrijver en dichter Simon Carmiggelt is dat niet het geval. Hij schreef ooit: ‘Geld maakt niet gelukkig, dat heeft het met armoe gemeen.’

Hoe zit het nu met het verband tussen geld en geluk? De jongste decennia verschenen daarover talrijke studies van economen, die de prangende vraag elk vanuit hun eigen invalshoek bestudeerden. En die studies leveren een rist interessante inzichten op, ook al komen ze niet altijd tot dezelfde conclusie. Wat zegt het recentste onderzoek over het verband tussen geld en geluk?

Eindoordeel over je leven

Natuurlijk moet eerst worden bepaald wat ‘geluk’ of ‘gelukkig zijn’ inhoudt. Als je het woordenboek openslaat, gaat het over ‘de aangename toestand waarin je al je (aardse) wensen en verlangens bevredigd ziet’. Geluksprofessor Ruut Veenhoven, emeritus socioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, omschrijft geluk eenvoudig als ‘plezier hebben in het leven’. Voor Veenhoven gaat het daarbij niet over een tijdelijk prettige stemming, maar over levensvoldoening.

‘Je kunt je op een avond op café prima voelen, terwijl je je leven als geheel toch niet erg ziet zitten’, zegt Veenhoven. ‘Omgekeerd kun je veel voldoening uit je leven halen, maar met een chagrijnige kop uit bed stappen.’ Veenhoven heeft wat geluk is ook ooit wetenschappelijker omschreven als ‘overall appreciation of one’s life-as-a-whole’: geluk is de mate waarin je eindoordeel over je leven als geheel positief uitvalt.

Niet alleen economen en sociologen hebben onderzoek verricht naar het geluksgevoel, ook (neuro)biologen hebben zich over het onderwerp gebogen. Volgens het Amerikaanse vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences zie je bij geluk een verhoogde elektrische activiteit in de linker prefrontale lob van de hersenen. Die elektrische activiteit is meetbaar, en dat doen wetenschappers ook. Die metingen blijken goed overeen te komen met wat mensen rapporteren over hun geluk als daar tijdens onderzoeken naar wordt gevraagd.

Meer zon

Als we een goed idee hebben van wat geluk is, kan er vervolgens nagegaan worden of geld een rol speelt in die levensvoldoening. Die onderzoeksvraag kun je op verschillende manieren benaderen. Zo is er al heel wat onderzoek gedaan naar waar de gelukkigste mensen leven. Met andere woorden: zijn inwoners van rijke landen gelukkiger? Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie, publiceerde begin dit jaar een rapport met de nieuwste cijfers. Het werkt met een schaal waarbij 0 betekent dat je erg ontevreden bent over je levensvoldoening, terwijl het cijfer 10 uitdrukt dat je heel tevreden en dus heel gelukkig bent.

Volgens die pas gepubliceerde cijfers beoordeelden inwoners van de EU in 2022 hun algemene levenstevredenheid gemiddeld met 7,1 punten op die schaal. In 18 van de 27 EU-landen lag de algemene levenstevredenheid boven of op hetzelfde niveau als het EU-gemiddelde. Belgen zijn met 7,6 punten gelukkiger dan de gemiddelde EU-burger. Nog beter scoren Oostenrijk (7,9), Finland, Polen en Roemenië (telkens 7,7). Nederlanders zijn volgens het onderzoek gemiddeld even gelukkig als Belgen. Minder gelukkig zijn bijvoorbeeld de Fransen (7) en Duitsers (6,5). Het laagst scoort Bulgarije (5,6).

Tot voor enkele jaren waren vooral inwoners van landen die pas na 2004 aansloten bij de Europese Unie, de voormalige Oostbloklanden, niet zo gelukkig. Uit de cijfers blijkt dat dit ondertussen veranderd is. Zo zijn Polen en Roemenen (7,7 punten) zelfs een ietsiepietsie gelukkiger dan Belgen.

En mocht u het zich afvragen: het is niet zo dat inwoners van de landen waar de zon veel schijnt gelukkiger zijn dan die van de landen waar het weer grijs, nat en koud is. In Griekenland (6,7), Portugal (7), Spanje (7,1) en Italië (7,2) zijn de mensen minder gelukkig dan wij Belgen.

Veel zonneschijn brengt dus niet automatisch geluk met zich mee. Je kunt wel zeggen dat in de meeste arme Europese landen de mensen duidelijk gemiddeld minder gelukkig zijn dan de inwoners van de meeste rijke landen. Het geluksgevoel van de bevolking hangt dus nauw samen met de welstand van het land.

Oorlogen en conflicten

Dat zijn de recentste resultaten voor het geluksgevoel van de Europese inwoners, maar hoe zit het wereldwijd? Elk jaar stellen de Verenigde Naties in het World Happiness Report een ranglijst op van de gelukkigste landen ter wereld. Al jaren ziet de top 10 van gelukkigste landen er ongeveer hetzelfde uit: Finland staat bovenaan en wordt gevolgd door Denemarken, IJsland, Zweden, Israël, Nederland, Noorwegen, Luxemburg, Zwitserland en Australië. België staat op plaats 16.

Terwijl de top 10 van landen al jarenlang zo goed als ongewijzigd blijft, is er de jongste jaren wel veel beweging in de plaatsen tussen 10 en 20. Zo doken Costa Rica en Koeweit de top 20 binnen, op respectievelijk plaats 12 en 13. Ook in die ranglijst zien we dat de inwoners van de voormalige Oostbloklanden gelukkiger zijn geworden. Opmerkelijk is dat de Verenigde Staten en Duitsland uit de top 20 zijn gevallen, van respectievelijk plek 15 en 16 vorig jaar naar 23 en 24 dit jaar.

De VN merken zelf op dat geen van de grootste landen nog echt hoog scoort op het gebied van geluksbeleving. In de top 10 hebben alleen Nederland en Australië meer dan 15 miljoen inwoners. In de top 20 hebben alleen Canada en het Verenigd Koninkrijk meer dan 30 miljoen inwoners.

Ook de top 10 van landen met de ongelukkigste inwoners vertelt veel. Van de 143 landen die de VN bekeken, blijkt Afghanistan de ongelukkigste inwoners te hebben. Het is nauwelijks beter in Libanon, Lesotho, Sierra Leone, Congo, Zimbabwe, Botswana, Malawi, Eswatini (Swaziland) en Zambia. Het zijn allemaal arme landen, waar vaak ook hevige oorlogen en conflicten woeden.

Bono van U2

Om na te gaan of rijker ook betekent dat je gelukkiger bent, kun je de ranglijst van de VN koppelen aan het bruto nationaal product (bnp) per inwoner, zeg maar het gemiddelde inkomen. Dan kom je tot het besluit dat mensen in landen met een laag gemiddeld inkomen ongelukkiger zijn dan inwoners van landen met een hoog gemiddeld inkomen. Heel wat landen met een hoog bnp per inwoner hebben ook gelukkige inwoners, veel landen met een laag bnp per inwoner hebben ongelukkige inwoners. Dat stemt overeen met de Eurostat-gegevens over Europa: de inwoners van rijke Europese landen zijn gelukkiger dan die van arme Europese landen.

Mensen in landen met een hoog gemiddeld inkomen zijn dus gelukkiger dan inwoners van landen met een laag gemiddeld inkomen. Maar wil dat ook zeggen dat mensen in rijkere landen gelukkiger zijn omdat ze veel geld hebben? Dat is een ander paar mouwen.

De Nederlandse psycholoog en hoogleraar Ap Dijksterhuis spreekt daarbij over een ‘Bono-alert’. Enige tijd geleden gaf de Ierse rockgroep U2 een concert in het Schotse Glasgow. Op een bepaald moment vroeg zanger Bono, bekend om zijn maatschappelijk engagement, om een ogenblik stilte. Langzaam begon hij ritmisch boven zijn hoofd in zijn handen te klappen. ‘Every time I clap my hands, a child in Africa dies’, riep Bono. Het publiek was stil, maar een toeschouwer riep: ‘Well, stop fucking doing it then, you evil bastard!’

Natuurlijk zal de fan wel niet gedacht hebben dat het handgeklap van Bono leidde tot de dood van een Afrikaans kind, maar de boodschap is duidelijk: een samenhang tussen twee variabelen betekent nog niet dat de ene variabele (klappen in handen) de andere variabele (kind sterft in Afrika) veroorzaakt. Een correlationeel verband is nog geen causaal, oorzakelijk verband.

Wat wil dat zeggen voor de relatie tussen veel geld hebben en geluk? We kunnen niet zomaar concluderen dat mensen in rijke landen gelukkiger zijn omdat ze veel geld hebben. Geld speelt zeker een rol, maar er zijn ook andere elementen. Zelfs heel veel andere elementen, zo zegt Ruut Veenhoven aan Knack en hij somt op: ‘Het gaat ook om de kwaliteit van de overheid, of de ambtenarij goed werkt, of er deskundig wordt bestuurd, of er geen corruptie is, of er weinig verschil is tussen de regels en de praktijk, of er sprake is van vrijheid enzovoort. Dat speelt allemaal een rol in de geluksbeleving van de inwoners.’

Dus politiek kan het geluk van de inwoners beïnvloeden? ‘Zeker’, zegt Veenhoven. ‘Als je investeert in zeg maar ‘goed bestuur’, dan draagt dat ongetwijfeld bij tot een positief geluksgevoel.’ Dat alles verklaart allicht waarom mensen in bijvoorbeeld Hongkong, die rijk zijn, toch redelijk ongelukkig zijn: ze staan op plek 86 van de 143 landen van de VN-lijst.

Drempelwaarde

Maar hoe zit het met het verband tussen rijkdom en geluk bínnen een land, waar mensen allemaal met dezelfde kwaliteit van de overheid, ambtenarij, vrijheid enzovoort te maken hebben? Zijn rijke mensen in een land gelukkiger dan mensen die er wonen en over een gemiddeld of laag inkomen beschikken?

Nobelprijswinnaars Daniel Kahneman en Angus Deaton onderzochten in 2010 in de VS de relatie tussen geld en geluk. Daaruit bleek duidelijk dat inkomen een positief effect heeft op het geluksgevoel van mensen. Volgens de studie geldt dat tot een jaarlijkse inkomenshoogte van 75.000 dollar, pakweg 65.000 euro (waarde van geld van 15 jaar geleden: 65.000 euro van toen komt vandaag overeen met 90.000 euro). Boven dat bedrag vlakt het effect af.

Met andere woorden: als je in een jaar meer inkomen krijgt dan de toenmalige 75.000 dollar, neemt je geluksgevoel niet meer toe. Kahneman en Deaton spreken zelf van een drempelwaarde: ‘Een hoger inkomen zorgt dan niet langer voor meer mogelijkheden om dingen te doen die bijdragen aan het emotionele welzijn, zoals tijd doorbrengen met dierbaren, pijn en ziekte vermijden of vrijetijdsactiviteiten beoefenen.’

Dat zou een motivatie kunnen zijn om het inkomen van mensen op een of andere manier te beperken tot die 75.000 dollar per jaar, want meer geld maakt hen toch niet gelukkiger. Die richting ging filosofe Ingrid Robeyns recent uit in haar boek Limitarisme, waarin ze een pleidooi houdt tegen ‘extreme rijkdom’. Zij zegt dat er een grens, een limiet moet komen aan de buitensporige welvaart van de allerrijksten. Robeyns sluit zelfs niet uit dat rijkdom het welbevinden, het geluk negatief kan beïnvloeden, bijvoorbeeld bij wie opgroeit in een omgeving van overvloed. In internationaal wetenschappelijk onderzoek is van dat laatste niets terug te vinden.

Integendeel zelfs, want na het onderzoek van Kahneman en Deaton volgden er nog andere onderzoeken, die tot een andere vaststelling kwamen. Zo leggen de publicaties van Amerikaan Andrew Jebb en collega’s uit 2018 de drempelwaarde wat hoger: alles tot een jaarlijks inkomen van 95.000 dollar draagt bij aan meer geluk. Er zijn nog andere onderzoeken, van Betsey Stevenson en Justin Wolfers, en recenter ook van Matthew Killingsworth, die vonden dat geluk zelfs ook nog bij hogere inkomens toeneemt. Zij zien dus geen echte drempelwaarde: meer geld maakt superrijken nóg gelukkiger.

Dus op de vraag of geld gelukkig maakt, luidt het antwoord dat de rijken in een land over het algemeen gelukkiger zijn dan de armen. Of er een drempelwaarde bestaat waar nog meer geld niet langer bijdraagt tot nog meer geluk, is niet heel duidelijk. Dat zegt ook geluksprofessor Veenhoven: ‘Sommige wetenschappers beweren dat vanaf een bepaald niveau de rijkdom niet meer zo fel bijdraagt bij geluk, andere zeggen dat dit wel nog het geval is. Daar bestaat onder wetenschappers dus nog veel discussie over.’

Veenhoven besluit zelf nogal laconiek: ‘Ooit is er ergens wel een bovengrens aan hoe gelukkig je kunt zijn. Op een schaal van 10 kun je natuurlijk niet gelukkiger zijn dan 10. Maar hoeveel geld je daarvoor moet hebben, is niet duidelijk.’

Duidelijk is wel dat geld, economische groei en welstand een rol spelen in de geluksbeleving van mensen, maar het zijn zeker niet de enige of zelfs de allerbelangrijkste factoren die daartoe bijdragen. Daar gaan we morgen dieper op in. Dan kijken we of we vandaag gelukkiger zijn dan onze ouders gisteren: hebben meer comfort en welstand ook gezorgd voor meer geluk in ons land?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content