Voor de Universiteit van Vlaanderen staat neuroloog Sebastiaan Engelborghs (VUB en UAntwerpen) stil bij de werking van ons geheugen, en het geheugen bij baby’s en kinderen.
Als je terugdenkt aan de tijd dat je een baby was, dan herinner je je waarschijnlijk niet zoveel: je herinnert je eerste verjaardagsfeestje niet en je weet wellicht ook niet meer welke je eerste woorden waren. Maar, baby’s herkennen wel de stem van hun moeder, en moeten dus toch al een geheugenfunctie hebben!
Wat is geheugen?
Onder geheugen verstaan we het opslaan van nieuwe informatie en het oprakelen van geleerde informatie. Geheugen is dus een voorwaarde om te kunnen leren. Er zijn verschillende vormen van leren. Gaat het hierbij om het in verband brengen van twee prikkels, dan noemt men dit leerproces conditionering, zoals bv bij de experimenten van Pavlov: als we een hond herhaaldelijk eten aanbieden na een geluidssignaal, dan zal de hond ook na het horen van dit geluidssignaal zonder voedselaanbieding, speeksel produceren. Zo zal ook een zuigeling snel doorhebben dat huilen een manier is om aandacht te krijgen.
Hoe werkt ons geheugen?
Informatie bereikt ons via zintuigen. Goed werkende zintuigen zijn dus onontbeerlijk om informatie te krijgen. Informatie bereikt vervolgens een onmiddellijk geheugen dat ruis filtert van informatie en informatie een fractie van een seconde kan vasthouden alvorens deze eventueel door te geven aan het kortetermijngeheugen. Het kortetermijngeheugen kan tijdelijk informatie vasthouden en deze bewerken. Zonder inspanning gaat informatie al na enkele seconden verloren. Door herhaling kan het werkgeheugen informatie langer vasthouden. Vanuit het kortetermijngeheugen is er een overdracht naar het langetermijngeheugen waar informatie (in principe levenslang) kan worden vastgelegd. Welke informatie je wegschrijft in het lange termijngeheugen, bepaal je grotendeels zelf. Bij emotioneel aangrijpende gebeurtenissen of informatie die tot je interessedomein behoort, gebeurt dat haast vanzelf. Als je als student een cursus moet studeren, dan kost dat al heel wat meer inspanning.
Waarom herinner je je niets van je babytijd?
Als je je na een tijd iets wilt herinneren, dan haal je die informatie op uit dat langetermijngeheugen. Soms verloopt het ophalen van informatie moeizaam door interferentie: verschillende gelijksoortige gegevens zijn in het geheugen opgeslagen, en de zoekrobot in het brein weet niet welke informatie moet worden opgerakeld.
Het langetermijngeheugen is geen statisch gegeven: informatie wordt opgerakeld, bewerkt, en weer weggeschreven in het langetermijngeheugen. Daardoor blijft informatie actueel en paraat maar kunnen er ook valse herinneringen worden gevormd: herinneringen worden bv aangedikt waardoor ze na verloop van tijd niet meer overeenstemmen met de realiteit. Zo kan het dat je je meent te herinneren wat je eerste woordjes waren, terwijl je die informatie slechts uit de verhalen van je ouders hebt verkregen. En zeker als je je meent te herinneren dat dat eerste woord eerder complex was, dan wordt het wel een heel onwaarschijnlijke ‘herinnering’.
Alles draait rond… de hippocampus
De hippocampus ligt aan de binnenkant van de temporale kwab en is de motor van het kennisgeheugen. De hippocampus draagt nieuwe informatie over naar het lange termijngeheugen. Als de hippocampus hapert, zoals bij de ziekte van Alzheimer, dan wordt het moeilijker om nieuwe informatie in te prenten, dan wordt het moeilijker om te leren. Men vergeet dus wat er net verteld werd. Eenzelfde vraag wordt wel 10x herhaald en het antwoord wordt telkenmale als verrassend nieuws ervaren. Herinneringen die stevig ingeprent zijn in het permanente geheugen kunnen wel met veel details herinnerd worden. Men leeft daardoor dus meer en meer in het verleden.
Ontwikkeling van de hersenen: myelinisatie en andere processen
Hoe is het nu met het geheugen van baby’s gesteld? Alles valt of staat met de ontwikkeling van het brein. Hersencellen hebben lange zenuwuitlopers waarmee contacten gemaakt worden met andere hersencellen. Zo wordt een breinnetwerk opgebouwd. Die lange zenuwuitlopers kan je vergelijken met elektriciteitskabels. De prikkelgeleiding in die kabels verloopt vlot als deze kabels geïsoleerd zijn. In het brein zorgt de myelineschede rond deze zenuwuitlopers voor deze isolatie. Een heleboel zenuwuitlopers zijn na de geboorte nog niet gemyeliniseerd. Dat myelinisatieproces treedt voornamelijk op tijdens het eerste levensjaar waardoor de snelheid en de efficiëntie van de prikkelgeleiding in het breinnetwerk fors toeneemt.
Ontwikkeling van het geheugen bij kinderen
Vlak na de geboorte zijn de hersendelen die een rol spelen in geconditioneerde responsen al voldoende ontwikkeld. Een baby leert als snel dat huilen aandacht oplevert. De hippocampus, de motor van het kennisgeheugen, is nog onvoldoende ontwikkeld tijdens het eerste levensjaar. Opslag van feitenmateriaal lukt dus nauwelijks. Een techniek om informatie toch te bewaren, is het herhalen van oefeningen of taken. Zo kunnen kinderen van 7 maanden wel het onderscheid maken tussen categorie dieren en categorie vervoersmiddelen, wat essentiële basiskennis is. Kinderen van twee jaar staan al iets verder in het proces van de breinontwikkeling. Zij kunnen al persoonlijke feiten opslaan in het kennisgeheugen: de hippocampus kwijt zich van zijn taak! Meestal gaan herinneringen (of toch de details van een gebeurtenis) weer verloren na enkele maanden, doordat de myelinisatie van het breinnetwerk nog onvoldoende is. Pas vanaf 3 en zeker 4 jaar, is de ontwikkeling van het brein voldoende gevorderd om een echt kennisgeheugen op te bouwen.
Ook de taalontwikkeling neemt een vlucht vanaf een leeftijd van 3 à 4 jaar, parallel met de opbouw van een kennisgeheugen. Dat is uiteraard geen toeval. Door de mogelijkheid om een kennisgeheugen op te bouwen, kan je woordenschat leren, of grammaticale regels onthouden. Anderzijds gaan kinderen, door het stellen van vragen aan hun ouders, het kennisgeheugen verder uitbreiden en opbouwen.
Waarom herinner je je niets van je babytijd?
Het is niet zo dat baby’s geen geheugen hebben. Ze herkennen de stem van hun moeder al tijdens de eerste levensdagen. Maar pas vanaf 3 à 4 jaar is ons brein voldoende ontwikkeld om een kennisgeheugen op te bouwen. Een proces dat nooit meer stoppen zal, tenzij … men een ziekte van Alzheimer krijgt.
Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs is diensthoofd neurologie in het UZ Brussel. Hij is gewoon hoogleraar neurologie en neurowetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en gewoon hoogleraar neurowetenschappen en neurochemie aan de UAntwerpen.
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier