Voedingsindustrie: waarom de grote doorbraak van kweekvlees uitblijft
Nog hooguit enkele jaren en er ligt een laboratoriumsteak op ons bord, zo is al vaak gezegd. Maar de realiteit verschilt danig van de hoerasfeer. ‘Kweekvlees zal de vleesindustrie niet verstoren de komende decennia.’
Eén plek ter wereld is er waar u momenteel kweekvlees kunt eten. Meer specifiek: kweekkip. Niet in Europa, niet in de VS, maar in Singapore. En dan nog. Denk niet dat u er een gecultiveerde kippenbil uit de koeling van de supermarkt kunt kiezen om bij u thuis in de pan te zwieren. Nee, enkel wie een plaats bemachtigt voor een van de occasionele events in restaurant 1880 kan er een portie kweekkip in de vorm van nuggets op zijn bord verwachten.
Kweekvlees, oftewel vlees dat in een laboratorium gegroeid is uit stamcellen van levende dieren, zou niet alleen het dierenleed dat gepaard gaat met de traditionele vleesindustrie kunnen beëindigen, het claimt ook een oplossing te zijn voor de grote klimaatimpact van veeteelt. Het lijkt, kortom, het nieuwe goud. Zo blijkt ook uit de talrijke berichten over investeringsrondes en kapitaalinjecties in de sector. De bedragen zijn hoog, de geldschieters rijk, beroemd en hip.
Enkele weken geleden nog werd bekend dat het Nederlandse bedrijf Meatable opnieuw 40 miljoen euro heeft opgehaald bij onder anderen de ex-ceo van Google Ventures en de ex-directeur van de Bill & Melinda Gates Foundation. In februari 2021 haalde Mosa Meat nog 70 miljoen euro op. Dat bedrijf van de Nederlandse professor Mark Post bracht in 2013 een product op de markt dat Post zelf omschreef als de eerste kweekvleeshamburger ter wereld. De hamburger had 250.000 euro gekost.
Op onze herhaalde vraag naar informatie over de samenstelling van de kweekkip van Eat Just kwam geen antwoord.
In 2019 gaf de Vlaamse overheid 3,6 miljoen euro subsidie aan een consortium waar naast het Stamcelinstituut van de KU Leuven ook het bedrijf Peace of Meat deel van uitmaakt. Onder leiding van Dirk von Heinrichshorst probeert Peace of Meat kweek-foie gras te ontwikkelen. Overzee zijn het ondernemers als Bill Gates en Richard Branson die al miljoenen dollars in het Amerikaanse Memphis Meats hebben gepompt.
Wanneer kweekvlees in de Belgische en Nederlandse keukenpotten zal kunnen sudderen, is een andere kwestie, ondanks de aankondigingspolitiek die de bedrijven enthousiast hanteren. In 2016 stelde Mark Post dat mensen de kweekvleeshamburger van Mosa Meat in 2019 voor 11 euro zouden kunnen kopen. In 2018 zei hij dat hij in 2021 kweekvlees op de markt zou brengen, en in september 2020 klonk het dan weer dat hun hamburgers en gehaktballen vanaf 2023 in de winkels zouden liggen. Ceo Krijn de Nood van Meatable vertelde in 2020 aan het Nederlandse tijdschrift Emerce dat ze in 2022 een proefproject online willen hebben, ‘en dan gaan we de eerste producten aan de consumenten kunnen aanbieden’.
Het is allemaal nog maar de vraag. Kweekvlees behoort tot de categorie van de zogenaamde novel foods en heeft de goedkeuring van de Europese Commissie nodig voor het op de markt gebracht wordt. De tijd tussen het indienen van een dossier en het eventuele goedkeuren ervan neemt gemakkelijk 1,5 tot 2 jaar in beslag. Novelfood Belgium, een dienst van Volksgezondheid, laat weten dat tot nu toe geen enkel dossier werd ingediend bij de Europese Commissie.
Zwangere koe
Het is geen toeval dat de kweekkip van hierboven in Singapore geserveerd werd. Eat Just, het Amerikaanse bedrijf van Josh Tetrick dat het kippenvlees geproduceerd heeft, gaf te verstaan dat de Singapore Food Agency nu eenmaal sneller toelating gaf voor consumptie. Europese en Amerikaanse voedselautoriteiten vragen een gedetailleerde procesbeschrijving en analyse over de samenstelling van het product om het proces van goedkeuring in gang te zetten. Misschien knelde daar het schoentje voor Tetrick. Er is namelijk zeer weinig bekend over de samenstelling van zijn kweekkip. Op onze herhaalde vraag of er daarover informatie beschikbaar is, kwam geen antwoord van het bedrijf. The Good Food Institute, een internationale non-profitorganisatie die plantaardig vlees, plantaardige zuivel en kweekvlees promoot als alternatief voor ’traditioneel’ vlees, zei dat het geen weet heeft van wetenschappelijke studies over de kip van Eat Just.
Aan Mosa Meat stelden we eveneens de vraag of er een gedetailleerde ingrediëntenlijst bestaat voor hun hamburger van 2023, en daar luidde het antwoord dat dit niet het geval is. En op onze vraag aan Meatable of er wetenschappelijke studies zijn die hun bevindingen en ontdekkingen onderbouwen, kon men geen antwoord geven, klonk het.
Dat gebrek aan transparantie over een toekomstig voedselproduct is een van de zaken die Lieven Thorrez, professor biomedische wetenschappen aan de KU Leuven, zorgen baren. Thorrez onderzoekt hoe menselijk spierweefsel gekweekt kan worden voor medische toepassingen, wat een vergelijkbaar procedé is met hoe kweekvlees zich kan ontwikkelen: stamcellen weghalen uit een levend dier of mens, die cellen in een kweekvloeistof laten vermenigvuldigen en ze zo opkweken tot spierweefsel, in een omgeving waarin het lichaam van een koe of mens zo goed mogelijk wordt nagebootst.
Die vloeistof is een eerste grote hindernis voor de kweekvleesindustrie. Wat zij tot nu toe gebruikte – en medische laboratoria overigens nog altijd gebruiken – is het zogenaamde foetal bovine serum (FBS), ook ‘kalverserum’ genoemd. Maar FBS is onverenigbaar met de claim die kweekbedrijven maken, namelijk dat ze komaf willen maken met dierenleed. FBS wordt verkregen door de foetus weg te halen uit de baarmoeder van een zwangere koe die wordt geslacht, waarna het foetale kalf zonder verdoving een hartpunctie ondergaat: in zijn hart wordt een naald gestoken die het bloed opzuigt, waarbij het kalf dus doodbloedt. De foetus moet hiervoor minstens drie maanden oud zijn. Een koe is negen maanden drachtig.
De eerste hamburger van Mosa Meat werd met FBS geproduceerd, net zoals de kip van Eat Just. De claim die ceo Tetrick maakte in verschillende interviews, namelijk dat zijn product ‘no-kill meat’ is, klopt dus niet. Bedrijven als Mosa Meat, Meatable en Peace of Meat zeggen dat ze zoeken naar een alternatief, en dat hun uiteindelijke product zonder FBS op de markt gebracht zal worden.
Volwaardige spieren
Om kweekvlees te maken isoleert men uit een stukje spierweefsel enkele cellen die vervolgens vermenigvuldigd moeten worden. Mark Post beweerde in 2018 dat met de stamcellen van 1 gram spierweefsel ongeveer 10.000 kilo vlees gemaakt kan worden, oftewel dat met stamcellen van 150 koeien de hele wereld gevoed kan worden. Dat zal volgens Thorrez niet eenvoudig zijn. ‘De zogenaamde voorlopercellen uit spierweefsel kunnen maar tot ongeveer 20 keer vermenigvuldigd worden. Om aan de hoeveelheden vlees te komen die een grote groep mensen kan consumeren, zullen er 30 à 50 celdelingen nodig zijn.’
Gevraagd naar een reactie antwoordt Tim van de Rijdt, chief business officer van Mosa Meat, per mail dat het bedrijf er al in geslaagd is om tussen de 30 en 50 celdelingen uit te voeren voor zowel spier- als vetweefsel. ‘De cellen worden hiervoor op geen enkele manier door ons aangepast.’
Ik ben geen tegenstander van kweekvlees, maar ik zou graag meer transparantie zien in het onderzoek.
Lieven Thorrez, professor biomedische wetenschappen (KU Leuven)
Er is ook nog de vraag hoe je volwaardige spieren kunt kweken, zegt Thorrez, en dus hoe je bijvoorbeeld een biefstuk of ribstuk kunt nabootsen. ‘Misschien staan we over 20 jaar verder, maar op dit moment slagen we er niet in om een spier na te maken zoals die in een dier of mens zit. Een spier wordt maar krachtiger omdat ze bewegingen maakt. Een spier die je in een lab creëert, zit vast aan een draagstructuur en wordt dus niet geoefend. Er bestaan wel verschillende methodes om de beweging van een spier na te bootsen, maar daar wordt nog volop academisch onderzoek naar verricht. Het zou straf zijn mocht een kweekvleesbedrijf de oplossing al wel hebben gevonden.’
Hamburger met broodkruim
Nochtans beweerde de Israëlische start-up Aleph Farms in 2018 dat hij een kweeksteak had geproduceerd. Tijdens een strak georganiseerde persconferentie konden enkele journalisten uit binnen- en buitenland zelfs een stukje proeven. Een heel klein stukje, want het ging slechts om een smal reepje van enkele millimeters dik. ‘Aleph Farms noemde het een steak, en de media hebben dat woord klakkeloos overgenomen. Net als de hamburger van Mark Post uit 2013. Terwijl die twee producten totaal niet lijken op wat je bij de slager koopt. De burger van Post bestond uit 10.000 minuscule stukjes weefsel waaraan hij broodkruim heeft toegevoegd om het geheel te doen te binden. Omdat die weefselstukjes geen bloed bevatten en dus wit zijn, heeft hij ook een mix van bietensap, saffraan en karamel gebruikt om ze kleur en smaak te geven. Vervolgens noemt hij dat een hamburger. Is het dat dan ook?’
It doesn’t look like meat, it is meat: de slogan die producenten van kweekvlees graag hanteren, is op zijn minst nog wat voorbarig.
Ecologische voetafdruk
De hoop op een doorbraak van kweekvlees is groot bij dierenrechten- en klimaatactivisten. En bij investeerders, uiteraard. Er zijn overigens ook al start-ups die zich bezighouden met kweekleer, kweekvis en kweekei. Als kweekvlees zijn beloften waarmaakt, kan het een fantastisch middel zijn om komaf te maken met dierenleed en om het klimaat minder te belasten. Begin maart nog lieten Gaia en The Good Food Institute door onderzoeksbureau CE Delft de milieu-impact van kweekvlees berekenen. De belangrijkste conclusie van de studie was: ‘Als kweekvlees geproduceerd wordt met hernieuwbare energie, vermindert de milieu-impact ten aanzien van conventioneel rundvlees met ongeveer 93 procent, ten aanzien van varkensvlees met 53 procent en ten aanzien van kip met 29 procent.’
Thorrez geeft aan dat deze studie – die geen peerreviews heeft gekregen – gebaseerd is op zeer veel aannames. We weten bijvoorbeeld nog niet hoe haalbaar het is om kweekvlees te produceren met hernieuwbare energie.
Over de ecologische voetafdruk van het kweekmedium is overigens nog weinig tot niets bekend, laat iemand uit de sector weten, die liever niet met naam vermeld wil worden. ‘Een van de componenten van dat medium is suiker, en dan is de vraag weer hoeveel ecologische schade wordt berokkend door de monoculturen die nodig zijn voor suiker.’
Thorrez stelt dat we op dit moment niet kunnen weten of kweekvlees met minder energie, water, plastic afval of antibiotica geproduceerd kan worden. ‘Zoiets kun je pas berekenen als je over alle gegevens beschikt van een concreet productieproces. En die gegevens zijn er niet. Men vertrekt in dergelijke studies te vaak van veronderstellingen die niet noodzakelijk realistisch zijn.’
Hoeraberichten
Fundamenteel onderzoek vordert erg traag. Belangrijke doorbraken gebeuren niet elke dag. Maar misschien staan start-ups en bedrijven verder in hun wetenschappelijk onderzoek naar kweekvlees dan universiteiten omdat ze over een veel hoger budget beschikken. Zo lijkt het alleszins als je de hoeraberichten uit de sector moet geloven.
Von Heinrichshorst van Peace of Meat is een van de weinige kweekvlees-ceo’s die zelf het enthousiasme temperen. ‘Ik kan nog geen datum plakken op wanneer de consument onze kweek-foie gras zal kunnen kopen. De uitdagingen van onze sector zijn enorm. We mogen niet verwachten dat een jonge kweekvleesindustrie de komende decennia de traditionele vleesindustrie zal verstoren.. Zelf sta ik ervoor open om ook met de huidige vleessector samen te werken. Waarom zouden we onze technologie en hun ervaring niet kunnen combineren om samen aan een betere toekomst te werken?’
Ondertussen is Lieven Thorrez samen met enkele collega’s van de KU Leuven en de UGent het project Customeat gestart. Het is niet noodzakelijk de bedoeling om kweekvlees te gaan produceren, benadrukt Thorrez, wel om oplossingen te zoeken voor de huidige barrières. De financiering gebeurt via een SBO-project (Strategisch Basisonderzoek) van de Vlaamse overheid. ‘Ik ben geen tegenstander van kweekvlees. Integendeel. Maar ik zou graag meer transparantie zien in het onderzoek dat verricht wordt. Vandaar onze bijdrage. Het zou mooi zijn mocht de academische wereld kunnen samenwerken met de bedrijven om vooruitgang te boeken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier