Virologen Ab Osterhaus en Steven Van Gucht over vijfde golf: ‘Sluit de grens voor korte tijd’
Waren wij beter ook in lockdown gegaan of overdrijven ze schromelijk in Nederland? Wij vroegen het aan Ab Osterhaus en Steven Van Gucht, een Nederlandse en een Belgische topviroloog. ‘Ik begrijp niet dat er niet sterker wordt ingezet op kindervaccinatie.’
In België werd de totale sluiting van de cultuursector aan het eind van vorig jaar vernietigd door de Raad van State wegens, onder meer, ‘disproportioneel’. In Nederland zit sinds 18 december het hele land weer op slot zoals wij het al lang niet meer hebben meegemaakt. In de strijd tegen hetzelfde virus kunnen landen die veel op elkaar lijken twee jaar na het begin van de pandemie nog altijd tot radicaal andere conclusies komen. Knack bracht twee topexperts van de Lage Landen samen, Steven Van Gucht en Ab Osterhaus. Aan de twee virologen, die een opleiding als dierenarts delen, vroegen we om klaarte te brengen in alweer de vijfde golf.
Een lockdown is niet totaal uitgesloten, maar de formule lijkt mij voorlopig uitgewerkt.
Steven Van Gucht, viroloog
Ab Osterhaus: Nederland is met zijn lockdown inderdaad het braafste jongetje van de klas, maar tot voor kort waren we wel het slechtste jongetje van diezelfde klas. Dat is ook de reden waarom ik een absolute voorstander was van de lockdown in Nederland. We zien het bewijs daarvoor nu ook in de cijfers. In de weken voor er werd ingegrepen lag onze oversterfte erg hoog, terwijl ze tijdens de pandemie altijd iets lager was dan of gelijk was aan die in een land als België. De extra overlijdens waren te wijten aan de deltavariant. Als we toen niet in lockdown waren gegaan had dat voor hele grote problemen gezorgd.
Steven Van Gucht: Ik was heel slechtgezind toen ik hoorde dat Nederland in lockdown ging, want ik wist dat daarmee zo’n lockdown ook bij ons weer op tafel zou komen. In dit stadium van de pandemie ben ik daar in België echt geen voorstander meer van. Een lockdown is als een amputatie: dat moet het allerlaatste redmiddel zijn, als alle andere opties zijn uitgeput. Wat zien we vandaag? We hebben meer wapens dan ooit in de strijd tegen het virus: vaccins, mondmaskers, antistoffen en een bevolking die grotendeels geïmmuniseerd is. Zo’n lockdown is ook een zeer grote kostenpost voor de maatschappij, die al lang niet meer de return on investment geeft van in het begin van de coronacrisis. Toen wij in de lente van 2020 mensen vroegen om in hun kot te blijven, deden ze dat effectief. Ze gingen niet meer bij elkaar op bezoek, want ze waren bang voor het virus. Die risicoperceptie is helemaal veranderd. Vandaag stijgen de besmettingscijfers ook in Nederland, ondanks die lockdown. De meeste besmettingen vinden in de privésfeer plaats, en het is echt onmogelijk geworden om dat te controleren.
Osterhaus: Marc Van Ranst kwam bij ons op televisie vertellen dat we met onze lockdown wellicht overreageren. Dat heeft mensen in Nederland ook wel aan het denken gezet. (lacht) Ik werk in Duitsland, en het valt mij altijd op dat Duitsers zich veel beter aan de regels houden dan Nederlanders. Als je een Nederlander iets probeert te laten doen, is zijn eerste reactie inderdaad: dat maak ik zelf wel uit.
Van Gucht: In die zin lijken Belgen en Nederlanders heel veel op elkaar.
Osterhaus: Het ramptoerisme van al die Nederlanders die in Antwerpen kwamen shoppen, is daar een goed voorbeeld van. Toch blijkt uit de sterftecijfers, en ook uit de ziekenhuisopnamecijfers, dat de lockdown effectief heeft gewerkt in Nederland: die zijn nog altijd aan het dalen. Ik zie twee redenen waarom Nederland ook minder bewegingsruimte had dan een land als België, en waarom we wel streng moesten ingrijpen. Ten eerste is onze boostercampagne veel te laat op gang gekomen. We waren ook in het voorjaar laat met vaccineren, maar nu bengelden we helemaal aan de staart. Alleen Albanië deed het in Europa slechter. We zijn nu wel met een inhaaloperatie begonnen – dat kunnen we ook goed, als we onze fout inzien – maar jullie waren al in september aan het boosteren. Zeker de eerste drie maanden geeft zo’n booster een goede bescherming, ook aan oudere en kwetsbare mensen. Ten tweede heeft Nederland een kleinere ziekenhuiscapaciteit. Duitsland heeft zo’n vijf keer meer bedden op intensive care, in België ligt dat cijfer zo’n twee keer hoger.
We waren daar nochtans voor gewaarschuwd. Tijdens de Mexicaanse griep in 2009 werkte ik nog in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Nederland moest in die tijd kinderen overbrengen naar Belgische ziekenhuizen, en eigenlijk zaten we toen al aan de rand van onze capaciteit. Dat had een wake-upcall moeten zijn. Ik heb er toen voor gepleit om ons beter voor te bereiden op pandemieën, maar dat was totaal onbespreekbaar. Ik zat tegen mijn pensioen aan, en ben toen uit alle adviesraden gestapt waar ik in zat. Ik werk nu in Duitsland en in Nederland mag ik af en toe nog iets van aan de zijlijn roepen. (lachje)
Van Gucht: Dat lockdownscenario blijft voor mij een moeilijk verhaal. De cijfers waren in België aan het dalen toen jullie in lockdown gingen. Aangezien geen enkel land een lockdown nog lang kan volhouden, bestaat de kans dat je de regels moet versoepelen op een moment dat de cijfers stijgen. Lastig om uit te leggen. Omikron verdwijnt ook niet met zo’n lockdown, dat komt toch wel aan de deur kloppen. Daarom kiezen wij ervoor om de gang van het virus vooral te vertragen, zodat het beheersbaar blijft. We proberen momenten waar superverspreiding mogelijk is, zoals bij evenementen, te vermijden.
Osterhaus: In Nederland is exact dezelfde discussie gevoerd met de tegenovergestelde conclusies. Men heeft een einde willen maken aan het zogenaamde jojobeleid. Men heeft besloten om in te spelen op het worstcasescenario.
In België lijkt het alsof zelfs de experts het hebben opgegeven om de omikrongolf in te dammen. De adviesraad GEMS stelde niet heel veel verstrengingen meer voor.
Van Gucht: We hebben het helemaal niet opgegeven. We pleiten voor consistente en gerichte maatregelen die superverspreiding tegengaan. We blijven ook de nieuwe gegevens analyseren, en volgende week zullen we alweer veel meer weten over de evolutie van omikron. Een lockdown is ook niet iets wat vanaf nu totaal uitgesloten is in België, maar momenteel lijkt de formule mij uitgewerkt.
In België wordt zelfs versoepeld, zoals de regels voor quarantaine voor mensen met een hoogrisicocontact.
Van Gucht: Dat was voor alle duidelijkheid niet op advies van de GEMS. Dat is een politieke beslissing die is genomen vanuit een bezorgdheid over de business continuity. Als we naar 100.000 besmettingen per dag gaan is dat misschien ook wel begrijpelijk. We kunnen nu niet iedereen blijven testen, maar ik raad mensen na een hoogrisicocontact aan om toch in pseudo- quarantaine te gaan. Vermijd contact met anderen, werk thuis en draag zeker voor tien dagen een FFP2-masker.
Een zelftest is nochtans voor mensen die helemaal gevaccineerd zijn vanaf deze week voldoende om na een hoogrisicocontact uit quarantaine te blijven. De overheid raadt ouders ook aan om hun kinderen elke week een zelftest te laten doen. Maar zijn die tests nog wel betrouwbaar tegen omikron?
Osterhaus: Er is wat discussie over. Zelftests zouden minder gevoelig zijn voor die variant, en er zijn aanwijzingen dat de afname van het monsterstaal beter in de keel gebeurt dan in de neus, of in allebei. Maar in zijn algemeenheid zijn de meeste testen betrouwbaar. Ik heb nooit begrepen waarom daar in Nederland zeker vanuit het Outbreak Management Team (te vergelijken met onze GEMS, nvdr) lang heel negatief over werd gedaan. Dat is dezelfde starheid waarmee ook heel lang werd beweerd dat er geen bewijs was voor de goede werking van mondkapjes. Ik kon in Duitsland geen tankstation meer binnen zonder een mondkapje, terwijl in Nederland niemand zelfs aangeraden werd er een te dragen. Dat was onbegrijpelijk.
De Nederlandse invasie in Antwerpen, dat kan natuurlijk niet. Tijdelijk de grenzen sluiten kan nuttig zijn.
Ab Osterhaus, viroloog
Een goede en correct uitgevoerde zelftest heeft een betrouwbaarheid van ruwweg 70 tot 80 procent. Een PCR-test heeft een betrouwbaarheid van 80 tot 90 procent, die is dus ook niet perfect. Massaal gebruikt kunnen goede zelftests dus 70 procent van de besmette individuen oppikken. In het lab waar ik werk test vrijwel iedereen zich daarom dagelijks. En ik ben er een groot voorstander van om kinderen elke dag te laten testen.
Van Gucht: Als elke Belg elke dag een zelftest deed, raakten we veel sneller uit deze pandemie.
Osterhaus: Ik heb al exact hetzelfde geopperd in Nederland.
Van Gucht: We hebben dan natuurlijk wel elke dag 11 miljoen zelftests nodig. Hoe vaker je zelftests gebruikt, hoe betrouwbaarder ze ook worden. Neem een positief resultaat dus heel ernstig, maar negeer een negatief resultaat en gedraag u in ieder geval niet alsof u niet besmet bent. In Vlaanderen krijgen ouders nu het vrijblijvende advies om hun kinderen één keer per week te testen, terwijl modellen aantonen dat twee tests per week een veel groter voordeel geeft. Eén test is wel niet niks, maar ik zie dat het in Duitsland wel mogelijk is om kinderen twee keer per week te testen. Ze doen dat daar nu al een jaar, en de tests worden ook gratis aangeboden door de scholen.
Osterhaus: In Nederland besteden de media heel veel tijd aan ouders die bezwaren hebben tegen zulke tests voor kinderen. Ze vinden dat niet ethisch. Ik stoor mij aan de aandacht voor dat geneuzel van ouders. De pers speelt een belangrijke rol door daarop te focussen. Want wat is er precies niet ethisch aan? Ik vind het net héél ethisch om de scholen open te houden, dus wat mij betreft mogen kinderen gerust elke dag getest worden.
Van Gucht: Het is pure emotie. Ik had het als kind fantastisch gevonden om zo’n test te mogen volgen en daar uitleg over te krijgen. Dat is heel leerrijk. We zouden zo nieuwe, jonge wetenschappers kunnen kweken, maar het debat wordt veel te emotioneel gevoerd.
Osterhaus:(op dreef) We zouden beter wat inzetten op de educatie van sommige ouders. Momenteel komen zelfs vlot wappies aan het woord die helemaal geen verstand hebben van epidemiologie. Een moeder mag dan een verhaal komen vertellen dat kinderen niet belast horen te worden met een virus dat vooral ouderen treft. Draai het om: maak van kinderen de ambassadeurs in de bestrijding van de infectie. Hetzelfde geldt voor het vaccineren van kinderen. Ik begrijp niet dat daar niet sterker wordt op ingezet. Artsen adviseren ouders nu zelfs om het toch maar niet te doen, want we horen geen kinderen te vaccineren om andere, kwetsbare mensen te beschermen. Die vaccinatie is nochtans voor de kinderen zelf belangrijk. We kunnen er de scholen gemakkelijker mee open houden. Wereldwijd blijkt ondertussen dat zij ook behoorlijk ziek kunnen worden, en het is bewezen dat het vaccin kinderen beschermt zonder ernstige bijwerkingen.
Ook in België durft de overheid de kindervaccinatie niet heel enthousiast te pushen.
Van Gucht: Hier hoor je hetzelfde verhaal, ja. Politici vrezen tegenwind van belangenverenigingen, pediaters en ook ouders, terwijl ik Ab volledig volg. In de Verenigde Staten zijn ondertussen 7 miljoen kinderen gevaccineerd, en zij hebben minder last van bijwerkingen dan volwassenen. In ons land zien we vooral een groot verschil tussen lagere scholen en het middelbaar onderwijs. In het middelbaar zijn veel jongeren gevaccineerd en was er af en toe nog maar een uitbraak. Bij de leerlingen in het lager onderwijs verspreidde het virus zich razendsnel.
Osterhaus: Er gaat veel aandacht naar een mogelijke bijwerking zoals myocarditis, maar ernstige problemen komen veel meer voor bij kinderen die het virus oplopen dan bij kinderen die gevaccineerd worden. Dezelfde terughoudendheid zien we trouwens bij het vaccineren van zwangere vrouwen. Zijzelf en hun ongeboren kind kunnen nochtans ook veel meer en veel ernstigere problemen oplopen als ze besmet raken tijdens de zwangerschap dan door hun vaccinatie.
Wat verwacht u dat er de komende weken zal gebeuren?
Osterhaus: Maandag (10 januari, nvdr) gaan de scholen weer open, waardoor ook de besmettingscijfers verder zullen stijgen. Veel sectoren, zoals de horeca, schreeuwen begrijpelijkerwijs moord en brand over de lockdown, en het is de nieuwe regering die binnenkort moet beslissen over eventuele versoepelingen. We krijgen een nieuwe minister voor Volksgezondheid en in tegenstelling tot zijn voorganger Hugo de Jonge komt hij echt uit de gezondheidszorg. Ernst Kuipers is een oud-collega van mij, die in de coronacrisis de verdeling van patiënten over de ziekenhuizen in Nederland coördineerde. Hij is weliswaar geen viroloog – we kunnen het niet allemaal zijn – maar hij snapt wel wat er moet gebeuren. Het is belangrijk dat er iemand met kennis van zaken op die post zit.
Zou u als minister van Volksgezondheid de lockdown verlengen?
Osterhaus: (blaast) Wij zijn virologen en bekijken alles vanuit een virologisch en epidemiologisch standpunt. Dat moet worden afgezet tegen veel andere maatschappelijke belangen. Een zwaar influenzaseizoen, zoals in de winter van 2017 tot 2018, zorgt ook voor grote oversterfte, maar wij hebben als samenleving be- sloten dat we dat accepteren. We kunnen alleen maar hopen dat we met dit virus op een bepaald moment in zo’n stadium belanden, ook al kan niemand zeggen of dat nog maanden, een jaar, of misschien wel vijf jaar zal duren.
Ik heb mijn proefschrift geschreven over coronavirussen, en ik ben beducht voor de talloze mogelijkheden die zulke virussen hebben om te muteren en nieuwe combinaties aan te gaan. Veterinairs als wij kennen daar genoeg voorbeelden van. Een mild coronavirus bij katten had aan een geringe verandering genoeg om dodelijk te worden. Ik wil geen doemprofeet zijn, maar we moeten echt wel de vinger aan de pols houden. Er kunnen nog altijd covid-19-golven komen waartegen alleen lockdowns goed kunnen helpen.
Van Gucht: Dat is de pessimistische kijk. Ik heb ook een doctoraat geschreven over coronavirussen, bij professor Maurice Pensaert. Misschien hebt u hem nog gekend?
Osterhaus: Maurice was een goede vriend van mij. Ik ben van zijn generatie. (grijnst)
Van Gucht: Ik schreef voor hem over een ander mooi voorbeeld uit de dierengeneeskunde. TGEV was een virus dat dodelijke diarree veroorzaakte bij biggen. Dat was een groot probleem voor boeren, maar één genetische verandering was voldoende om dat virus te veranderen in PRCV, een veel mildere variant die zelfs functioneerde als een natuurlijk vaccin. Er kan nog heel veel fout gaan – er kan ook plots een asteroïde inslaan op de planeet – maar ik zie redenen om niet al te pessimistisch te zijn.
Omikron voelt ook wat als de finale van deze pandemie: de besmettingen schieten als vuurwerk omhoog, weinig mensen worden echt ziek, en daarna kunnen we eindelijk hopen op immuniteit.
Van Gucht: Dat is dan weer te zwart-wit. Omikron zal de basisimmuniteit bij de bevolking verbeteren, dus ik denk dat hierna ook echt wel een rustigere periode komt. In het najaar en de winter kan er helaas weer een nieuwe opstoot komen, mogelijk gedreven door een nieuwe variant. We gaan op lange termijn wel naar almaar kleinere en beter beheersbare golven, met af en toe een zware opstoot.
Osterhaus: De twee virussen waarover we allebei net spraken zijn ook nog eens heel verwant aan elkaar. Dat bewijst alleen maar dat we heel voorzichtig moeten zijn met voorspellingen. Het is ook dat optimistische verhaal dat Marc Van Ranst op de Nederlandse televisie vertelde. We zien dat al deels bewaarheid worden in Zuid-Afrika, waar omikron heel mild was en wel voor immuniteit in de bevolking zorgde. Ik hoop dat het hier ook zo zal gaan, maar de Nederlandse gezondheidszorg had het niet gered als we niets hadden gedaan.
Het gaat vandaag trouwens niet meer alleen over ziekenhuisopnames. Door massale besmettingen bij het zorgpersoneel en mensen die daardoor uitvallen komt de hele gezondheidszorg, van huisarts tot intensieve zorg, onder druk te staan, net als andere essentiële sectoren zoals de politie en de brandweer.
Wordt die business continuity, zoals u het daarnet omschreef, in deze golf het belangrijkste probleem, meneer Van Gucht? Of komen onze ziekenhuizen straks misschien weer in de problemen met een beddentekort?
Van Gucht: Het kan zijn dat straks wel 10 tot 20 procent van het personeel afwezig is. Sommige sectoren zullen het de komende weken heel moeilijk krijgen, als dat nu al niet zo is. De modellen tonen nog altijd een hele grote vork tussen de meest optimistische en meest pessimistische scenario’s voor de ziekenhuisbezetting. Ik denk dat we het wel zullen redden, als de booster goed werkt en als genoeg mensen zich een derde keer laten prikken. Momenteel daalt het aantal patiënten op intensieve zorg nog altijd, en in het Verenigd Koninkrijk zien we dat dat stabiel blijft. Misschien moeten er wel weer andere operaties worden uitgesteld, maar hopelijk zal dat maar voor een korte periode zijn deze keer.
Eerst dachten we aan twee prikken genoeg te hebben, vervolgens kwam er een booster en nu lijkt iedereen zich heel stilletjes al op te maken voor een vierde vaccinatie. Zelfs wetenschappers zijn bang voor forever boosting, want het is onmogelijk om iedereen twee keer per jaar op te roepen voor een vaccin.
Osterhaus: Ik denk dat daarover verkeerde verwachtingen zijn gewekt. Mazelen wordt veroorzaakt door een virus dat door het hele lijf gaat, en goed aan te pakken valt met een eenmalig vaccin. Maar tegen de meeste virussen in de luchtwegen, zoals ook influenzavirussen, moet je herhaaldelijk gevaccineerd worden.
Van Gucht: In de toekomst zullen kwetsbare mensen een jaarlijkse herhalingsprik krijgen, zoals met het griepvaccin. Misschien kan dat zelfs worden gecombineerd. Het boosteren van mensen om de vier of vijf maanden dient een extra doel: het onderdrukt de verspreiding en de transmissie van het virus doordat er antistoffen in de neus terechtkomen. Na enkele maanden daalt de hoeveelheid antistoffen opnieuw. Dat snelle boosteren, zeker zoals in Israël, houdt de antistoffen artificieel hoog. Dat kunnen we op de lange termijn niet volhouden. Alleen in deze fase van de pandemie is dat verdedigbaar.
Osterhaus: Aangezien het heel moeilijk te voorspellen is hoezeer het virus straks zal veranderen, moeten we net als voor influenza de vaccins waarschijnlijk blijven aanpassen, ofwel moeten we op zoek naar een meer universeel vaccin. Anders blijven we achter de feiten aanhollen. Onder meer Johan Neyts is daar bij jullie mee bezig. Ik denk ook dat we geneesmiddelen met monoklonale antistoffen beter zouden kunnen inzetten. Vooral voor kwetsbare mensen kunnen die vroeg na de diagnose helpen.
Meneer Osterhaus, tot slot wil ik het u toch vragen: kunnen we écht niets doen aan die Nederlandse invasie in Antwerpen? Het is om gek van te worden.
Osterhaus: Antwerpen is natuurlijk een fantastisch mooie stad. Ik heb er zelf tien jaar gewoond en mijn kleinkinderen zijn nog altijd boos omdat ik mijn huis daar heb verkocht. (lacht) Ik zie die hordes mensen ook op televisie, en dat kan natuurlijk niet. De enige manier om dat aan banden te leggen is beter overleg over maatregelen tussen landen. En tijdelijk de grens sluiten voor niet-nood- zakelijke reizen.
Zo’n maatregel ligt al de hele coronacrisis heel erg gevoelig.
Osterhaus: Virologen roepen vaak op tot het sluiten van de grenzen, hoewel dat in het verleden eigenlijk nooit echt lang heeft gewerkt om de verspreiding van virussen tegen te gaan. Alleen voor korte periodes kan het nuttig zijn om een situatie beheersbaar te maken, zoals hier. Dus moet er nu wel over worden nagedacht.
Steven Van Gucht
– Geboren in 1976
– Studeerde aan de UGent diergeneeskunde, waar hij later ook een doctoraat behaalde
– 2005: begint te werken bij het Belgische Instituut voor Gezondheid, de voorloper van Sciensano
– 2014: gastprofessor aan de UGent
– In de coronacrisis is Van Gucht woordvoerder van het Nationaal Crisiscentrum
Ab Osterhaus
– 1948: geboren in Amsterdam
– Studeerde aan de Universiteit Utrecht diergeneeskunde, waar hij later ook doctoreerde
– 1978-1993: werkt bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
– 1993-2013: hoogleraar virologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
– 1995-2013: lid van de Gezondheidsraad
– 2014: directeur Research Center for Emerging infections and Zoonoses Hannover
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier